maandag 30 november 2009

Tijdsbeleving in uitersten

De nieuwe kleine heeft heden ten dagen de lengte van een tandenborstel bereikt.

Over twee weken is de 20 weken echo en daarop kunnen we zien hoe het met hem of haar is. Dat is sowieso spannend maar omdat ik medicijnen slik, is het extra spannend of de nieuwe kleine zich goed aan het ontwikkelen is.

Het kopen van een winterjas liep dit weekend uit op een fiasco. Mijn spiegelbeeld in een te krappe jas of verzopen in een extra large jas. Het zag allemaal niet uit. Als anderen me zien, zeggen ze: 'Mens, het valt reuze mee.'
Of ze zeggen: 'Mens, het is prachtig. Je moet ervan genieten.'
Dat kunnen ze allemaal wel zeggen.

Elke dag controleert Jeetje de groei. Ze kust mijn buik dan, ze houdt er een pepernoot tegen of de plaatjes van het boek dat we aan het lezen zijn. Ook heeft de nieuwe kleine al een roze haarbeugel met een minimijter erop, gescoord door grote zus. Maar soms dreigt Jeetje tegen mijn buik te duwen of te stompen.
Dit zijn de preludes.

Ik heb zondag voor het eerst monsters geknutseld. Van wc rollen en lege doosjes en goudpapier. Ik houd niet van knutselen. Dat is eufemistisch uitgedrukt. Maar toen Jeetje en haar vriendje al lang en breed voor de televisie zaten, zat ik nog aan tafel te knippen en te plakken aan de monsterfamilie. Weer een teken dat ik niet alleen lichamelijk transformeer maar ook geestelijk een ander aan het worden ben.

De komende twee weken kunnen mij niet lang genoeg duren, omdat ik een deadline heb. En ze kunnen mij echt niet snel genoeg voorbij zijn, vanwege de levenslijn in mij.
Die twee uitersten in tijdsbeleving, bestaan op hetzelfde moment en zijn allebei van even groot belang.
Wat dat betreft vind ik mezelf nog niet zo veranderd.

vrijdag 27 november 2009

Vrouwbeeld

In de kinderfeestwinkel heb ik - ssst, niet doorvertellen - een enorme roze prinsessenjurk gekocht, met glitters en tule. Voor Jeetje. Ik heb heel lang staan twijfelen tussen een sober verkleedrokje. Goedkoper, praktischer en multifunctioneler. Of deze gigantische jurk. Waar ze absoluut voor in katzwijm zal vallen. 'O, mama, kijk eens hoe mooi ik ben,' hoor ik haar al zeggen. 'Zo ben ik nòg veel mooier!'
Welk vrouwbeeld geef ik mijn dochter precies mee? De vrouw als barbie. Als prinses. Als bruid. Ik moet bekennen dat ik er ook nog een glitterlippenstift bij heb gedaan. Met een zakspiegeltje. Zodat ze haar lippen bij kan werken mocht de lippenstift eraf gegaan zijn.
De mevrouw die de jurk in Sinterklaaspapier verpakte, glimlachte.
'Hier zou ik nou blij van zijn geworden als kind,' zei ze. 'Een echte prinses.'
'Ja, hè?' zei ik.
'Je zou de jurk zelf zeker ook wel willen hebben,' zegt ze
'Nou, nee,' zei ik. 'Zo'n jurk heb ik nooit willen hebben.'
Ik weet alleen nog dat ik liever een jongen wilde zijn. Dat mijn lange haar eraf moest. Dat ik alleen broeken aan wilde. Terwijl Jeetje tegenwoordig elke broek weigert.

donderdag 26 november 2009

Ver weg/dichtbij

Zo'n hektische dag waarin ik steeds bezig was en 's avonds toen Jeetje in bad zat, ging ik zitten met de krant, en voelde plotseling heel ver weg een piepklein schopje. Van een piepklein mensje. In een piepklein universum. Heel dicht bij mij.

woensdag 25 november 2009

De prik

'Ik heb toch gehuild, mam,' bekent Jeetje.
'Dat geeft helemaal niet.'
'Maar ik moest al huilen voordat ik de prik kreeg.'
'Je vond het zeker spannend.'
'Ik had gekeken bij de anderen.'
'O ja.'
'En weet je wat ik zag?'
'Nee?'
'Ik zag dat de naald niet alleen òp de arm ging, maar helemaal erin,' zegt Jeetje. 'Die naald boorde als een schroef in je arm.'

dinsdag 24 november 2009

Geen vreemdelingen in mijn gang.

Om half zeven vanochtend wordt de voordeur met een klap dichtgeslagen. En schrik ik op uit mijn droomwereld.
Ze zijn weer terug. In mijn huis.
Er bewegen zich vreemde mensen door mijn gangen. Sinds gisteren. Ik heb ze nog niet gezien. Maar ik hoor ze praten in een vreemde taal. En steeds moet ik lopen over het plastic dat zij over mijn traptreden hebben gelegd.

Een dag na het vertrek van de tussenbuurvrouw is het trappenhuis al helemaal van mij. Ik roep van boven naar beneden. Ik gooi er mijn troep neer. Ik ren in mijn ondergoed heen en weer over de trappen. Gewoon omdat dat kan.
Nu, een maand later, is dat plotseling voorbij. Maar de geest is uit de fles.

Gistermiddag. Drie uur. Onweersflitsen in de lucht. We stappen in de auto. Met zwaaiende ruitenwissers rijden we over de ring. Richting het ijskoude, natte Noord. Richting de moerassen.
'Waar gaan we eigenlijk heen?' vraagt Jeetje als we zitten.

maandag 23 november 2009

Deze maandag

Sinds donderdag heb ik in spannende afwachting geleefd van deze maandag. Het zou de dag der dagen worden. Ik werd er 's nachts wakker van. Om exact half vier. Tot half zes lag ik dan te overdenken hoe ik het aan zou pakken. Wat de eerste zin dan wel moest zijn. Hoe ik het gevecht met de woorden aan zou gaan. Zonder dat het een echt gevecht werd natuurlijk. Want er zat geen dwang achter. Het was pure vreugde die mij wakker maakte. Met een vleugje strijdlust. Overdag schreef ik vlotjes aan het verhaal dat ik in opdracht aan het schrijven was. Ik probeerde de eerste persoon, tegenwoordige tijd. Het was reuze interessant. Maar in mijn hoofd werkte ik toe naar vandaag.
Nu dus. Een pompeus geval zit achter de computer. Het is grijs, het regent. Geen enkel muziekje valt goed.

vrijdag 20 november 2009

Goede tips van schrijvers

Op een auteursfeestje won ik advies in. Wat te doen als je een verhaal hebt waarvan de puzzelstukje, na veel geploeter, nog steeds niet in elkaar zijn gevallen.

T. Verbogt zei: Zoveel werk is het nou ook weer niet. Dat lijkt maar zo. Je moet eerst gaan schrappen. En opnieuw nadenken. Waar gaat het over? Wat wil ik ermee zeggen? Wat is het einde van het verhaal? Goed kijken naar je materiaal.

F. Starik zei: Er zijn van die verhalen. Is het een oerverhaal? Dan moet het misschien nog even liggen. Misschien ben je er zelf nog niet klaar voor. Begrijp je het nog niet. Maar op een dag komt het er altijd uit. Dan kun je nu inderdaad beter een nieuw verhaal schrijven.
Maar het kan ook zijn dat je ineens weet hoe het moet. Dat je, als je dit en dat weghaalt, plotseling begrijpt wat het verhaal moet zijn. Je kunt er geen dwang op zetten.

E.M. Staal zei: Gewoon flink op je bek gaan. Iets nieuws proberen. Helemaal afgekraakt worden. En dan weer uit de as verrijzen. Nooit hetzelfde maken. Nooit doen wat je al kan.

C.Schilder zei: We houden nog steeds van je als je alleen maar slechte recensies krijgt. Misschien nog wel meer.

E. Gerritsen zei: Je moet nagaan wat je motieven zijn voor het schrijven. Erachter komen waarom je elk slecht of overbodig stuk uit het verhaal toch opgeschreven heb. Dan zijn dat vaak motieven die niet in het belang van het verhaal staan. Trouw zijn aan je materiaal. Het ego komt ook weer om de hoek kijken.

T.Verbogt zei ook nog: Een verhaal waar je te lang over doet, is altijd riskant. Je kunt het ook dood schrijven.

G. van Emmerik zei: De spanningsboog bij een kort verhaal is heel anders dan bij een lang verhaal. Je moet het bij een lang verhaal op een gegeven moment inlossen. Dat moet.

P.Buwalda zei: Je moet altijd iets inleveren naar je eigen beste kunnen. Nooit iets inleveren wat je op één-na-beste kunnen is.

donderdag 19 november 2009

Volume

Ik heb een belangrijke bespreking van mijn verhalen in café Krull. Met een hele goede schrijver. Ik wil elk woord horen van wat hij zegt maar het is er lawaaiig door muziek en het gegons van mensenstemmen en ik moet me voorover buigen om hem te kunnen verstaan. Dan verschijnt er een man aan ons tafeltje met grijs haar, een zachtgele pullover en een rood hoofd. Hij zat achter in de zaak en wij helemaal vooraan.
'Zou je wat zachter kunnen praten', zegt hij tegen de schrijver. 'Je schreeuwt zo! Belachelijk hoe jij schreeuwt. Ik kan mijn krant niet eens lezen.'

woensdag 18 november 2009

Zon in de winter gevraagd

Jeetje heeft koude handen en koude voeten. Zoals tegenwoordig elke ochtend. Traag eet ze van haar bruine boterham met pindakaas. Ze blijft de daken aan de overkant in de gaten houden. Of er pieten lopen. Zo donker is het nog. Ze kunnen er nog makkelijk aan het werk zijn.
'Mam, we gaan toch wel naar een warm land deze winter?' vraagt ze.
'Deze winter niet. Dat heb ik toch al gezegd?'
'Omdat je moet werken, hè?'
'Ja.'
'Maar ik wil toch naar de zon. Ik wil blote armen en blote benen.'
'Ja, ik ook.' Ik pak haar handen en blaas erin. Ze worden iets warmer.
'Dan stappen we in het vliegtuig, mam,' zegt Jeetje, 'en dan gaan we naar Afrika. We mogen zelf kiezen waar we naartoe willen. Als het er maar lekker warm is en zonnig. En dan lopen we de hele dag op blote voeten, zonder dat ze koud worden.'
'Ja, dat wil ik ook wel.'
'Nou, dan doen we dat toch.'

dinsdag 17 november 2009

Scheef wonen

We bezichtigden een huis vandaag. Het had een kersenboom in de tuin. Een schuurtje waar ik dan zou gaan zitten. Een zolder voor rotzooi. Een keldertje voor de flessen wijn.
Het huis was scheefgezakt, dat was het enige minpunt. Je helt sterk over naar achteren of naar voren. Geen knikker zal op z'n plek blijven liggen. De nieuwe kleine zal zeebenen krijgen als hij of zij gaat lopen. We zullen altijd allemaal met de neuzen dezelfde kant op rollen. Dat is het voordeel.

maandag 16 november 2009

Winterverhalen 2010


Kijk eens wat een leuke bundel er uit is: De wintercollectie.

zaterdag 14 november 2009

Geen show

Ik weet niet of er ooit iemand, die dit stukje leest, in blijde verwachting is geweest. Anders zal ik er eens even een boekje over opendoen.
Als ik niet zou weten wat het uiteindelijk oplevert, zou ik je aanraden: begin er niet aan. Nooit.
Je transformeert. Zoals Wendy van Dijk in een grote Antilliaanse dame verandert. Maar na de show doet zij haar lijf weer af. En jij niet. Jij leeft niet in een show.

Het zou prachtig moeten zijn en een gevoel van aanhoudend geluk teweegbrengen. Het zou je in een constante staat van verrukking brengen. Maar het lichaam dat je in de spiegel ziet, is uit het lood geslagen. Het gezicht tegenover je staart je ontzet aan. En je weet: dit is nog niets. Het gaat allemaal nog veel erger worden. Dit is enkel een voorbode van wat je te wachten staat.
Trouwens, je mag hier helemaal niet over klagen. Je bent een ondankbaar wicht. Er zijn miljoenen vrouwen op de wereld die...
Brengt mij op de geest. Nou, ik heb het maar even niet over de geest. (Normaal zou ik dit soort dingen natuurlijk niet opschrijven)

Geef mij het baby'tje nou maar gewoon. Leg het in mijn armen. En geef me mezelf terug, ja.

vrijdag 13 november 2009

Momenten

Het ene moment zit ik rustig op mijn bovenkamer te werken aan het verhaal dat ik in opdracht schrijf. Ik schuif, schrijf en broed wat. Ook heb ik voor het eerst de werking van facebook ontdekt. Gevaarlijk.
Het volgende moment blijkt mijn buurvrouw van een meisje bevallen en zit ik bij haar in de kamer naar een heel nieuw mensje te kijken, komt mijn vriendin langsgefietst om mijn roze shawl te lenen omdat ze die avond met de koningin op de foto moet en belt mijn redacteur met de mededeling dat zijn leven drastisch zal veranderen en wat dat voor mij zou kunnen betekenen.
Na dit alles klim ik de trap snel op naar de hoogste verdieping en als ik hier aangekomen ben, in deze oase van rust, pak ik eerst een vers glaasje water. Beelden van een gave baby in een paars broekje en de buik van de buurvrouw waar ik de dag ervoor nog per ongeluk tegenaan stootte, mijn roze shawl die door de majesteit wordt gezien en misschien wel betast, het woord voor woord nagaan van een telefoongesprek en de precieze betekenis ervan proberen te vatten.

donderdag 12 november 2009

Losse puntjes

Gisteravond met een lampionnetje en een troepje kinderen door de straat getrokken. En voor de deuren staan zingen van onbekenden. 's Avonds toen Jeetje zoet op bed lag te slapen, de kleurstoffen naar binnen gewerkt.

Die griepprik lijkt me toch niks. Maar wordt met klem aangeraden door Klink. Al heeft Nederland het dure vaccin niet ingekocht. Maar het goedkopere spul met troep erin. Ik wil het dure goedje.

In het zwembad met Jeetje. Ik loop achter haar - een rank meisje, met lange benen - aan over de gladde tegelvloer. Ik met mijn lichaam dat langzaam van mij aan het vervreemden is. Zij die zichtbaar langer wordt.

Ik wilde hier iets heel anders zeggen. Maar ik ben het vergeten. Het is ook zo donker buiten. En regenachtig. Het is eigenlijk tijd voor de grote winterslaap.

woensdag 11 november 2009

Twee series

Sinds ik hier een anti-tv tirade heb gehouden, heb ik geen gewone tv meer gekeken. Maar avond aan avond de serie In Treatment gevolgd. Het is een briljant en simpel gegeven: patiënten bezoeken de psychotherapeut Paul. En elke aflevering volgen we hun sessies. Het werkt verslavend. Gisteren zag ik - voorlopig - het laatste deel dat uit is in Nederland. En nu moet ik het 's avonds zonder psychotherapeutische sessies gaan stellen. Al vond ik het eerste deel van seizoen 1 beter dan het tweede deel. De daadwerkelijke afronding van verhaallijnen blijft minder interessant dan de suggestie ervan. Je krijgt nooit precies wat je wilt. Het verhaal dat je er in je hoofd van gemaakt hebt, is spannender. Want grilliger. Kan meer kanten op. Een enorm pleidooi voor open eindes en open lijntjes. Puzzelstukjes die mogelijk helemaal op z'n plek vallen. Maar dat niet allemaal echt doen. Heel belangrijk.
Ook heel belangrijk is dat de puzzelstukjes wel op hun plek zouden kunnen vallen. Anders is het ook niet goed.

Tussen het eerste deel van seizoen 1 en het uitkomen van het tweede deel heb ik namelijk naar Carnivale gekeken. Een serie van een heel ander kaliber. Beangstigend, luguber en fantastisch. Maar soms ook weer zo raadselachtig en vol van mysteries dat het mij net te veel werd. Elke aflevering kwamen er meer puzzelstukjes bij en nu is het geld er niet meer om ze allemaal - een beetje - op hun plek te laten vallen. Of om ons tenminste genoeg aanwijzingen te geven om het verhaal zelf af te maken. Al gaat het deze makers niet direct om het verhaal.

dinsdag 10 november 2009

De man met de helm

De man fietste op een herenfiets met achterop twee handige fietstassen met reflectie. Hij had een groot hoofd en afhangende wangen. Zijn ogen stonden droef onder zijn licht beslagen bril. In het kinderstoeltje voorop zat zijn dik ingepakte zoontje. Met een reflecterend helmpje op. De man zelf droeg ook een grote plastic fietshelm over zijn muts. De bandjes te strak onder zijn kin vastgebonden. Had zijn vrouw die vanochtend aangetrokken?
Moest hij de helm op van zijn zoon? 'Als papa geen helm opzet, hoef ik 'm ook niet op!' had het jongetje gestampvoet. En dat risico wilden ze niet lopen.
Dus daar fietsten vader en zoon op deze mistige natte, novemberochtend. Op weg naar de crèche. En toen ik mijn hand naar de man opstak, zwaaide hij niet terug. Hij hield beide handen aan het stuur.

maandag 9 november 2009

Gebonden zijn

Het vervelende van mijn toestand is dat het zo overduidelijk gebondenheid aangeeft. Er is geen ontkomen aan. En daar houd ik niet van. Al ben ik al jaren gebonden met veel plezier. Maar dat moet binnenshuis blijven.
Tot nu toe kan ik het voor de buitenwereld nog redelijk verbergen onder lange bloezen met strakke broeken en hoge hakken eronder. Met een glaasje spa rood losjes in mijn hand. Maar daaronder zit dan een gedraaide worst. Die bijna uiteenspat. Ik heb alles over voor de vrijheid. Al is die gelogen.
Nou ja, het is op deze manier gewoon vervelend flirten. Het is nog net te doen. Maar lang zal het niet meer duren of het wordt allemaal zichtbaar. Of ik word zichtbaar. Steeds zichtbaarder. Steeds groter. Neem steeds meer en meer ruimte in.

zaterdag 7 november 2009

Zaterdagbeslommeringen

Opstaan. Zoeken: huizen op funda. Nadat ons gisteren het droevige nieuws bereikt heeft dat ze een schandalig hoog bedrag vragen voor de woning van de tussenbuurvrouw. Waar moeten we straks met Tweetje (alle credits voor deze naam zijn voor Willem) naartoe? Nadenken over thema vriendschap voor nieuw verhaal. Scheidende vriendin een tekstberichtje gestuurd.
Dadelijk: kleren aantrekken, door de regen om de zaterdagboodschappen te doen, een cakevorm kopen om de eerste cake van mijn leven te gaan bakken. Van dingen bakken word je blij. Die cake kunnen we morgen meenemen naar de zondag visite. Vanavond met de trein naar Utrecht, voor een feestje. Kom ook als je zin hebt.

vrijdag 6 november 2009

Twijfelachtig genoegen

Schrijven is een twijfelachtig genoegen. Het gebeurt in een vreemde koortsachtige toestand. Je bonkt met je hoofd tegen de muur en...
Deze woorden van Hugo Claus hingen zo'n vijftien jaar geleden aan de muur van mijn appartementje in Culemborg en gisteren dacht ik er weer eens aan terug. Ik had een gesprek met mijn redacteur over het langste verhaal van het boek dat maar een doorntje in m'n oog blijft. Ik heb er verschrikkelijk lang over gedaan maar nog klopt het niet. De toon is goed maar de woorden vallen niet allemaal op hun plek. Bonk-bonk-bonk.
En dan zegt zo'n redacteur ineens: waarom schrap je dit en dat niet?
Waarom was ik daar zelf niet opgekomen?

donderdag 5 november 2009

Verkikkerd op zilveren colbertjes

De grote bioscoopzaal zat nog niet eens halfvol. Met er werd gejoeld en geklapt als MJ zijn liedje gezongen had. Daar stond hij in het repetitielokaal voor zijn laatste show. Nee, hij stond niet, hij danste. Met schwung kan ik wel zeggen. Wat je ook van hem vindt; hij heeft schwung. Al was er van zijn lichaam nog maar de helft over.
MJ in een joggingbroek. MJ met zijn bloes half uit zijn broek. MJ met een lollie in zijn mond. Het gonsde door de zaal: 'Hij eet een lollie.' Maar het meest van de tijd hupste, sprong en zong hij rond in een typisch MJ kostuum. Ook tijdens repetities.
'Ik vind dat wel mooi,' fluisterde mijn filmgenote, 'hij was gewoon ontzettend verkikkerd op zilveren colbertjes.'
De hele nacht heb ik zo'n deuntje in mijn hoofd gehad. Telkens als ik me omdraaide, begon het riedeltje opnieuw. Ta da ta da da...tadadatadatadat da da, don't leave it that way...

woensdag 4 november 2009

'Af'

Dit is het. Vandaag is het boek af. Ik bedoel niet 'af ' van helemaal niks meer aan doen. Er moet nog geschaafd en gebeiteld worden en her en der wat veranderd. En het valt nog te bezien hoe dat gaat.
Maar puur het feit dat het af is, ben ik wel tevreden over. Vanaf het moment dat ik ermee begonnen ben, ben ik daar mee bezig geweest. Al weten wij allemaal dat het om de weg ernaartoe behoort te gaan. En niet om het doel.
Maar één onzekerheid is alvast ingelost. En dat is mooi. Hoe meer we er daarvan in kunnen lossen, hoe beter.
Nu ga ik aan het volgende verhaal beginnen. En vanmiddag naar This is it.

dinsdag 3 november 2009

De andere kant van geluk

'Ik heb een naam bedacht,' deelt Jeetje mee.
'O ja?'
'Gouda,' zegt ze.'Vind je dat niet mooi?'
'Gouda,' herhaal ik.
'Ja.'
'Gouda is al een stad waar kaas wordt gemaakt. Daar zou ik het iets teveel mee associëren.'
Gelukkig heeft Jeetje nog veel meer namen in petto. De een nog fantasievoller dan de andere. Dan zegt ze: 'Anita. Het wordt Anita, goed?'

*

'Eindelijk krijg ik ook een baby', herhaalt Jeetje elke dag wel een paar keer. 'Eindelijk. Ik heb hier al zooo lang op gewacht. Maar ja, je hebt het niet voor het zeggen, hè?'
En elke avond als ik haar instop, kijkt ze me zo ontzettend gelukzalig aan. De komst van sinterklaas is er echt helemaal niets bij. Alleen voor Jeetje al hoop ik dan dat deze exercitie goed verloopt. Haar geluk is zo groot, haar verdriet zou onmenselijk zijn.

maandag 2 november 2009

Wat is een advocaat?

'Mama, wat is een advocaat?' vraagt Jeetje.
'Kijk, als iemand een bank beroofd heeft, een boef dus, moet diegene de gevangenis in. Maar om zeker te weten dat die boef het gedaan heeft, is er eerst een rechtszaak. Een rechter is iemand die uiteindelijk besluit of de boef het wel of niet gedaan heeft. Misschien is de boef geen boef en dan zou hij onschuldig in de gevangenis gaan. Daarom heeft iedereen een advocaat. Iemand die heel goed kan praten en die je kan verdedigen bij de rechter.'
'Die kijkt of de boef niet jokt,' zegt Jeetje.
'Precies!' juich ik.'Tijdens zo'n rechtszaak heb je altijd twéé advocaten want...
'Ja, natuurlijk,' zegt Jeetje. 'Er waren ook twee boeven nodig om de bank te roven. Een bank is veel te zwaar om in je eentje te tillen.'

zondag 1 november 2009

Het recept tegen schrik

Op zondagochtend schrok ik wakker omdat er zo'n driehonderd verhalen binnen nu en overmorgen geschreven zullen moeten worden. En tegenwoordig schrik ik niet meer in mijn eentje wakker. Maar de piepkleine met mij. In die geheimzinnige, parallelle wereld.
Niet veel later, nog in onze pyjama's met de keukenschorten ervoor, kneedden Jeetje en ik ijverig het deeg voor onze allereerste taart. Het recept stond in een blaadje en leek niet al te gecompliceerd. Stap voor stap volgden we de aanwijzingen op. Soms sloegen we per ongeluk een paar stapjes over. Maar dan verzonnen we een creatieve oplossing. We hadden rode wangen en overlegden in korte doch doeltreffende zinnen. En tegen de tijd dat we de pruimentaart in de oven schoven, zag het leven er heel anders uit. Meer als een uitdaging.