donderdag 31 december 2009

Einde

De laatste dag van 2009 en we zijn nog in Nederland. En daar zullen we voorlopig blijven ook. Ik stond een paar uur geleden al op. Maar het is nu nog donker. De meesten slapen op dit tijdstip nog. Ik zit hier alweer omdat ik vandaag behalve aan het jaar, ook een eind wil breien aan het lastigste verhaal van 2009. (En van ver daarvoor) Ik heb tot twaalf uur vanmiddag de tijd, dan vertrekt man met een mannetje van de vereniging eigen huis naar een kast van een huis op het stukje Amsterdam waar nog geen boom staat. Maar waar we in de zomer wellicht gaan wonen. Met God-Weet-Wie erbij. Ik kijk er vooral naar uit om niet meer dagen en nachten achtereen op de slaapkamer door te brengen. Zoals momenteel. Tussen de rotzooi. De schone was ligt op een hoop naast mij, en de vuile was hoopt zich op aan de andere kant. Het stinkt hier ook. Gisteren wilde ik er al een einde aan breien, aan het verhaal, maar toen kwam het er niet van. Wegens bezoek in mijn bovenkamer. Eerst was het de fotografe die een foto van mij in pompoentoestand kwam maken, en heel lief zei dat ik niet zo onmogelijk op de foto te zetten was als van tevoren gezegd was. Daarna stapte er hier een frisse loodgieter binnen die repte over een afdoppie om de kapotte verwarmingsketel te kunnen weghalen. Toen kon ik het wel schudden met dat einde. Een extra lange laatste dag dus voor mij. En vanavond komen de gasten.
Een heel goed 2010 ook voor jullie. Al reageren jullie steeds minder. Maar daar moet een schrijver het toch niet van hebben, de reacties. Een schrijver doet het voor zichzelf. Die wordt intrinsiek gemotiveerd. Gelukkig maar, hè?

woensdag 30 december 2009

Een lekker kusje

'Mama, kom je nog een kusje geven?' roept Jeetje als ze net in bed ligt. En ik net op de bank lig.
'Ik kom je straks nog een kusje geven,' zeg ik. 'Als ik naar bed ga, geef ik jou eerst een lekker kusje. Is dat goed?'
Het blijft even stil boven. Ik bid dat ik niet van de bank hoef.
'Het hoeft geen lekker kusje te zijn,' roept ze dan, 'ik eet 'm toch niet op. Een gewoon kusje is goed.'

maandag 28 december 2009

Verschrikkelijke heimwee

Ik had een heerlijk midweekje van schrijven in mijn hoofd. En 's avonds wandelen naar een eetcafeetje. De bioscoop. Het theater.
Maar Jeetje wordt ineens door verschrikkelijke heimwee geplaagd en komt dadelijk alweer terug van haar logeerpartijtje bij opa en oma.
'Als jullie moeten werken, ga ik toch heel stil in het rode kamertje zitten,' had ze al wel van tevoren gezegd, 'dan beweeg ik me niet en zeg ik niets.'
Maar dat nam ik niet heel serieus.

zondag 27 december 2009

Over peperdure overlijdensverzekeringen

Allemaal leuk en wel zo'n (eventueel) nieuw, groot huis, - nieuw kind, nieuw boek, nieuw leven - maar laten we eerlijk wezen: Ik verdien natuurlijk geen ene f*ck. Van mij komt het allemaal niet. Al schrijf ik momenteel de blaren op de vingers. Al doe ik in het leven precies wat ik wil. En al kan mijzelf daar ook nog mee bedruipen.
Dat zegt dus niets. Ik kan niet meer aan mezelf alleen denken. Ik ben met meer.
De dood is een gegeven waar je rekening mee dient te houden. Dat hebben we al eens gemerkt. Stel dat man over een paar jaar weer getroffen wordt door zo'n onzichtbare pneumokok en stel dat de afloop net iets anders is dan een half jaar geleden. Dan kom ik met m'n twee schatten van dochters in dat nieuwe, grote huis meteen in nieuwe, grote problemen. We moeten onmiddellijk verhuizen en ik moet een fulltimebaan zoeken om de dochters en mijzelf te voeden en te kleden. Maar ik kan niks anders dan schrijven.
Als ik dood zou gaan, ga ik gewoon dood. Daar blijft het dan bij. Ook heus niet leuk voor man en dochters, dat weet ik wel. Maar als man overlijdt, zitten we meteen in de godsgruwelijke puree. En dat is de pure realiteit.

vrijdag 25 december 2009

De eenwording met kerst

Half acht. Tijd voor het kerstontbijt in huize Elke Dag. Eerst op zoek naar het rode tafelkleed met de witte sterretjes.
Een barbaarse familie plus aanhang èn vrijgezelle ooms en tantes is ons voor geweest. Ze hebben tijdens de koude kerstnacht onderdak gevonden in onze kast. Bovenop ons kerstkleed. Gezamenlijk hebben ze de zak met couscous geopend. Flink gedineerd. De couscous moet heel erg stimulerend op hun darmpjes hebben gewerkt. Zo te zien en te ruiken.
Ons kerstontbijt vindt tenslotte plaats in het halfduister op het blauwe reservekleed. Met een croissant en een gekookt ei. Er branden vier kleine kaarsjes in de vorm van hartjes op tafel: man, ik, Jeetje en de nieuwe kleine. We eten en kijken hoe ze langzaam samensmelten. Op de achtergrond speelt zacht een strijkkwartet. Terwijl het buiten sneeuwt.
Totdat de kaarsjes doven.

donderdag 24 december 2009

Prik

Op de valreep word ik toch gevaccineerd tegen de beruchte griep. Jeetje is met mij meegegaan als ervaringsdeskundige. Zij heeft al twee van die prikken gehad en zal indien nodig mijn hand vasthouden. Een paar keer wordt mij op het hart gedrukt dat ik niet hoef te gaan huilen. Dat het niet lang zal duren. Ik heb ook niet gehuild. Ik heb naar Jeetje gekeken die strak gespannen mijn arm in de gaten houdt en als haar gezicht vertrekt, weet ik dat de prik gezet is.
Eenmaal ingepakt en wel staan we weer in de vrieskou. Alles is goed gegaan.
'Maar mama, misschien hebben ze jou wel een prikje gegeven waardoor de baby in een kikker is veranderd,' zegt Jeetje dan.
'O,jee. Dan krijgen we straks een kikker.'
'Ja. En we willen geen kikker, hè. We willen een mooi, lief meisje.'
'Ja.'
Vanaf achterop de fiets, terwijl ik moeite doe het spoor in de sneeuw te volgen, roept ze: 'Ik heb gelukkig een toverbal waarmee ik de kikker weer terug kan toveren in een meisje. Die kan er zelfs een prinsesje van maken. Een mooi, lief prinsesje.
Evan later voegt ze hier aan toe: 'Dan laat ik mijzelf ook in een prinses omtoveren.'

woensdag 23 december 2009

De denker

'Ik word denker later,' zegt Jeetje.
'Waarom?'
'Ik ben toch al altijd aan het denken.'
'Waar denk je dan aan?'
'Aan alles.'
'Waar denk je het liefst aan?'
'Aan alles, zei ik toch.'
'O, ja.'
'Ik vergeet namelijk niks.'
'Dat is wel waar.'
'Jij vergeet heel veel.'
'Wat ben ik vergeten dan?'
'Weet je nog dat ik alleen naar de speeltuin was weggelopen?'
'Jazeker. Ik was heel boos op jou.'
'En weet je ook nog wat je toen tegen mij zei, mama?'
'Nee?'
'Jij zei dat ik thuis de héle middag op de gang moest staan én de hele nacht.'
'Maar dat hoefde je niet, hè?'
'Nee, natuurlijk niet. Dat zei je maar.'

dinsdag 22 december 2009

Ik probeerde een fatsoenlijke mening te vormen

Ik wilde hier een stukje gaan schrijven, maar raakte onderweg naar weblogland verzeild in berichten over het meisje Laura. Ik raakte er zelfs verstrikt in. Zij was weggelopen naar Sint Maarten en nu weer terug in Nederland. Ik las de brief van de grootouders die bureau Jeugdzorg verwijten niet van hun kleindochter te houden, ik las de honderden reacties daarop en dacht na over de dreigende uithuisplaatsing. De rol van de vader in deze zaak, die van de moeder en ze heeft blijkbaar ook grootouders die zich genoodzaakt voelden de media op te zoeken. Heel graag zou ik ook nog de mening van de opa en oma van moederskant willen vernemen. Voor de volledigheid.
Ik heb al meer dan eens langdurig naar een foto van haar gekeken. Ze stond hoog in een mast. Met een opgerolde spijkerbroek en een zwart t-shirt met een letter E. Ik heb mij afgevraagd wie zij was en waarom de letter E. En of ik het een goed idee van haar vond om zo jong de wereld rond te zeilen. Maar ik kwam er niet goed uit. Er valt voor alles wat te zeggen. Ik vind het mooi dat ze zo serieus genomen wordt. Dat had ik ook wel gewild toen ik veertien was. Maar ik liep weg naar Texel. Toen was ik minstens zestien.

maandag 21 december 2009

Sneeuwval

Wegens hevige sneeuwval vandaag gesloten hier.
Mijn excuses voor het ongemak.
Tot morgen!

vrijdag 18 december 2009

Mijn winterjassenprobleem was groot

Ik kon er nergens een vinden. Dus bood mijn moeder vorige week aan:
'Je mag mijn oude, beige winterjas wel hebben! Ik heb meer dan genoeg winterjassen.'
'Volgens mij is die ook veel te krap,' zei ik hoopvol.
'Nee hoor,' zei ze, die is lekker ruim en lekker warm!'
'Maar geen enkele winterjas past me nog,' zei ik.
'Die oude, beige jas van mij wel,' zei ze. 'Daar zit niet veel model in.'
'Dan is het misschien wel een idee, ja.'
'Zeker weten!' zei ze. 'Het is gewoon een heel neutrale jas. Daar past àlles bij.'
'Het is inderdaad het beste als ik me nu in neutrale kledingstukken hul.'
'Met een mooie, fleurige das erbij zal die jas je nog heel leuk staan!' Mijn moeder werd steeds enthousiaster.
'Ja.'
'Nou, kind! Dan is dat jassenprobleem toch mooi opgelost?'
Ik knikte. En zag mezelf al waggelen in de oude beige winterjas. Die lekker ruim en lekker warm was. Met een mooie, fleurige das strak om mijn dikke nek gedraaid.

Toen ik vandaag voor de spiegel van een dure kledingzaak stond, dacht ik aan mijn moeder. De jas die ik aanhad, was niet echt warm. En ook niet al te ruim.

donderdag 17 december 2009

De waarheid; een gehaktballetje

Een berg gehaktballetjes gedraaid als bijdrage aan Jeetjes eerste zelfstandige kerstdiner.
Toen wij aankwamen met de warme balletjes was het vuur in de vuurkorven al ontstoken. De sneeuwvlokjes dwarrelden. In de lokalen brandden de kaarsjes. De kinderen begroetten elkaar met een hand of een kus. Er stond een uitgebreid buffet klaar voor de kleuters in avondkleding. Gedekte tafels met wit linnen. De liederen vingen aan. Jeetje werd in de warme stal opgenomen. Ik glibberde door de kou terug naar huis.

Daar las ik in de Groene iets dat mij trof: 'Je hoeft niet te leven om te schrijven. Het is een pantomime: je construeert een realiteit en je ontdekt onverwachte dingen. De paradox is dat die waarheid van de fictie datgene zal zijn wat het best correspondeert met de waarheid. Het is raar, maar mooi. En het is dat wat het schrijven mogelijk maakt.'
(Aldus Herta Müller in het enige interview dat zij gaf.)

woensdag 16 december 2009

Vandaag

Ik zette de gaskachel op mijn werk- annex slaapkamer loei hoog. En nog woei de koude wind er doorheen. Ik werk aan mijn verhaal alsof ik een boek bewerk tot hoorspel. Zoveel sneuvelt er. Eens temeer besef ik hoeveel ik van schrappen hou.

Ik vernam dat BNN op 21 december het hoorspel 'Komt een vrouw bij de dokter' gaat herhalen. Waarvoor ik het script schreef. Even later vernam ik via twitter dat Kluun daar boos over was. Ik snap werkelijk niet waarom hij zich daar druk over zou maken.

Jeetje maakt zich druk omdat haar beste vriendinnetje over twee nachtjes slapen niet meer bij haar in de klas zal zitten. In de kerstvakantie gaat zij naar de andere kant van de stad verhuizen. Dan is er niks meer aan op school.

Man is nu druk bezig de dichtstbijzijnde biologische restaurants te zoeken op zijn I-phone. En hoeveel meters lopen die precies van ons huis verwijderd zijn. Hij roept steeds dat het voor mij ook leuk zou zijn om dat op mijn telefoon te installeren.

Jeetje en ik zijn naar de verjaardag geweest van een meisje dat één jaar werd. Op de terugweg kochten we bij de HEMA felroze en zachtroze glitterballen voor in onze scheve kerstboom. En bedacht ik me hoe we volgend jaar naar haar tweede verjaardag zouden fietsen. Een halfjarig meisje, een vijfeneenhalfjarige en ik. Windkracht 6. Vorst. Op welke fiets dan?

dinsdag 15 december 2009

Meisje op d'r kop

Lief nieuw meisje,
Het hele onbekende is er af. Je bent een meisje. Dat heeft de juffrouw gisteren heel duidelijk op het televisiescherm gezien, terwijl ik uitriep: O, dat moet een jongen zijn! Ik lag op het bed en zij ging met zo'n apparaat over mijn buik. Op hetzelfde moment verschenen op het scherm de zwart-wit beelden van de vreemde onderwaterwereld waar jij in woont. We zagen een voet en nog een, twee knietjes, twee vuistjes die boksbewegingen maakten. Ik weet niet wat je daar allemaal aan het doen bent, maar je hebt het heel druk. Alleen je gezicht liet je niet zien. Het meest van de tijd lag je op je kop. Of in elk geval met je gezicht weggedraaid. Meisje op d'r kop. Ik weet niet of we dat vanaf nu een eigenschap kunnen noemen. Maar ik ben bang dat vanaf nu het interpreteren wel begint.
We hebben een foto van je voet kunnen maken! Je hebt een lange, grote teen, zo'n zelfde als ik heb. Die Jeetje heeft. En je opa en je overgrootmoeder. Ook heb ik een spits kinnetje gezien. Dat moet het kinnetje van je vader zijn. Van Jeetje. Specifieke kinnetjes en tenen komen blijkbaar van generatie op generatie terug.
Maar dit heb ik allemaal gezien op de stukjes die op de telefoon zijn opgenomen. Gisteren zag ik niet veel. Ik lag vooral stokstijf op mijn rug te wachten. Vanaf gepaste afstand keek ik toe hoe elk onderdeel van jou werd onderzocht. En goedgekeurd. Steeds verwachtte ik het moment dat alles stil zou vallen. Dat de juffrouw het beeld stop zou zetten en 'oei' zou zeggen. Dat moment bleef uit.
'Een zus!' riep Jeetje thuis uit. 'Een zus. Dat is precies wat ik gewenst had!' Ze juichte en joelde en het duurde wel een half uur eer ze tot bedaren kwam.
Liefs van mij.

maandag 14 december 2009

Je future mailbox

Ik ontvang een mail van mijn vriendin waaruit ik ineens - tot mijn grote schrik - opmaak dat we een meisje krijgen met een open gehemelte. Het meisje huilt alleen maar. Je ziet het rauwe, bloedende vlees in haar mondje. Veroorzaakt door mijn medicijnen. Mijn vriendin schrijft dat ze hoopt dat het gehemelte maar snel dicht zal groeien. En dat ze heel goed begrijpt dat ik me veel zorgen maak over hoe het meisje nu iets moet drinken. Met zo'n gapend gat in haar mond.
De mail van mijn vriendin is een antwoord op een mail die ik haar op dat moment nog niet geschreven kan hebben. Omdat de twintig weken echo nog niet geweest is. Het verdriet dat ik voel is onbeschrijflijk. Het is niet gek om de post al te krijgen. Ik weet namelijk dat het via internet mogelijk is om de antwoorden op je eigen toekomstige mails alvast te lezen. Maar ook dat je nooit van tevoren in je future-mailbox moet kijken.

vrijdag 11 december 2009

Aan Flarden

Het is vier uur, maar al donker aan het worden. We houden halt voor het raam van de benedenwoning in onze straat. Jeetje, haar vriendje en ik. Met open monden bezien we het schouwspel van de kalfshonden die er met z'n drieën tegelijk tegenaan aan het springen zijn, en met hun poten de vitrage kapot scheuren. Die in steeds kleinere reepjes voor het raam komt te hangen. De honden blaffen, grommen en springen. Ze zijn volledig door het lint aan het gaan. Het zijn twee zwarte kalveren en een roodbruine. Af en toe rent er één blaffend de woonkamer in - aan het gerommeldebommel te horen dat dan volgt, is ook het interieur niet meer heel - en komt dan weer terug naar het raam. Het glas trilt in de sponning. De honden laten hun nagels er overheen krassen. Hun ogen glinsteren.
'Kom, we lopen maar eens door,' zeg ik tegen de kindjes. Eentje met een bruine krullebol en een blonde met een gebreid mutsje op. Ik trek aan hun mouwtjes. 'We lopen nu door. NU.'

donderdag 10 december 2009

In je gedachten

Ik stop Jeetje in.
'In dromen kan alles, hè? Alles!' zegt ze.
'Ja.'
'Maar hoe moet je eigenlijk dromen? Ik kan niet dromen.'
'Hoezo?'
'Ik wil vannacht lekker dromen dat ik vlieg. Ik wil zo graag vleugels hebben, en dan wegvliegen.'
'Je kunt er eerst heel erg aan denken en misschien droom je het dan.'
'Ja, dat heb ik allang gedaan, maar toen droomde ik niet dat ik vloog,' zegt Jeetje verongelijkt. 'Het ging over iets heel anders. Dat wou ik helemaal niet.'
'Je kunt het niet altijd sturen.'
'Ja, maar ik wil vliegen.'
'Dan moet je het gewoon nog een keer proberen. Het is oefenen, blijven proberen en op een nacht droom je dat je vliegt.'
'Goed, ik ga het nog een keer proberen.' Jeetje knijpt haar ogen dicht.
'In je gedachten kan ook alles,' zeg ik. 'Alles.'

woensdag 9 december 2009

Wat doet het ertoe?

's Ochtends verdacht ik Jeetje van het hebben van een winterdepressie en 's middags viel ik er zelf definitief aan ten prooi. Dagen in het donker slijten, het doet een mens geen goed. Benen die opzwellen van het zitten. Een verhaal op het scherm dat het niet is maar misschien iets kan worden. Misschien ook niet. Wat doet het er toe? De tijd die voortschrijdt.
'Ik moet weer naar boven,' zei ik toen ik even beneden was om de kerstboom die man en Jeetje hadden gekocht, te aanschouwen, 'mooi ding hoor.'
'Het is jammer dat jij schrijver bent geworden,' zei Jeetje.
'Ja, heel jammer.'
'Daarom moet jij steeds schrijven.'
Ik zucht.
'Als jij geen schrijver was geworden, had je lekker niets hoeven doen. Maar ja.'

dinsdag 8 december 2009

Al wat ik van je weet

Lieve nieuwe, onbekende,
Sinterklaas bracht een paar kleine, witte sokjes voor jou mee. Ik kan me niet voorstellen dat daar ooit werkelijk voetjes in steken. Jouw voetjes. Ik kan me van jou niets voorstellen. We zijn dichterbij elkaar dan we ooit van ons leven nog zullen komen en ik heb geen idee tegen wie ik het nu heb. Ik weet zelfs je naam niet. Toch schijn je al iemand te zijn. Je karakter is al gevormd. Maar wie je bent? Of wat? Het gaat wel de goede kant op. Dit zal bijvoorbeeld de laatste week van mijn leven zijn dat ik niet weet of ik met een jongen of een meisje van doen heb. Als een droom de waarheid vertelt, een meisje. Maar terwijl ik dit schrijf denk ik; een jongen. Al wat wat ik echt van jou weet, is dat je op dit moment niet slaapt. Ik voel je hierbinnen zachtjes rondtollen. Dat komt denk ik omdat ik een dubbele espresso heb gedronken.
Liefs van mij.

maandag 7 december 2009

Sleurtjes

Goh, wat een kortstondige opwinding weer hier. We bezichtigden een huis. Niet dat dat iets nieuws is. Het begint de grootste sleur in ons leven te worden. Toch lijkt het er op dat er binnenkort een stulp voor ons is. Op een winderig stukje Amsterdam. Waar geen bomen staan. Maar wel veel ruimte. En waar de mensen met kinderen naartoe trekken omdat ze uit hun woning groeien. Als we maar lang genoeg wachten en nog maar weinig keuze hebben, zien we de voordelen van zo'n vinexwijk uiteindelijk allemaal echt in.

Over groei. Ik groei niet alleen, mijn boekenstapel groeit met mij mee. Van alle kanten vallen mij plotseling boeken ten deel. Dat bevalt me. Maar als ik iets aan het schrijven ben, lees ik - buiten mijn nachtelijke slapeloosheid-uurtje - niet erg veel. Nu schrijf ik de laatste tijd steeds en vooral en bovenal. O, ik wou dat ik ooit alles gelezen zou kunnen hebben. En o, ik benijd de mensen die weinig slaap nodig hebben. Van die hele alerte lui.

Nog iets. Het regenachtige sinterklaasweekend brachten we door in een Landall Greenparks op de Veluwe. Bij de open haard. Of in het zwembad. Of in bad. Ook zo'n park vonden we ineens heel handig. Praktisch. Van alle gemakken voorzien. Zo zie je maar weer. Niets zo voorspelbaar als de mens. En het begint allemaal bij een last-minute weekendje. Straks willen we niet anders meer.

vrijdag 4 december 2009

De namenlijst

'Ik trek deze spijkerbroek niet aan,' zegt Jeetje (4,5). 'Ik wil alléén een spijkerbroek die overal plakt aan je benen.'
'Een spijkerbroek die overal plakt aan je benen?'
'Ja.' Ze doet haar armen over elkaar.
'O? Je wil een skinny jeans?'
'Ja,' zegt ze verontwaardigd. 'Een lichtblauwe en géén donkere.'
'Jeetje wil een skinny jeans,' roep ik naar man. En ik moet erbij lachen.
'Dat is helemaal niet grappig.' Jeetje stampvoet. 'Ik hou niet van grapjes.'

En de kleren moeten goed zijn. Want vandaag zal de Sint haar school bezoeken en ook haar klas binnengaan. De stoel van de juf is al versierd en een week geleden is er een lijst gemaakt met de namen van de kinderen die de Goedheiligman een handje zullen geven. Op die lijst stond Jeetje.
Maar net op tijd hebben we voor elkaar gekregen dat Jeetjes naam van de lijst van de juf werd geschrapt. Anders was Jeetje hedenochtend in het geheel niet naar school gegaan. Zelfs niet in een used washed skinny jeans mèt roze glitterhartje op haar kontzak.

donderdag 3 december 2009

Vrouwen uit de 21ste eeuw

Het moet lukken om voor mei 2010 hier naartoe te gaan. Ik ben dol op die negentiende eeuwse vrouwen en wil er nog eens een eenentwintigste eeuwse dame tegenover zetten.

woensdag 2 december 2009

De dood van Sinterklaas

'Sinterklaas gaat nooit dood,' weet het vriendje van Jeetje.
'Sinterklaas gaat wel dood.'
'Nee, niet. Dat is juist de bedoeling van Sinterklaas,' zegt hij.
'Ik weet zeker dat hij wel doodgaat.'
'Hij gaat pas dood als alle mensen dood zijn.'
'Er worden steeds nieuwe mensen geboren,' zegt Jeetje. 'Dat zijn baby's en dat worden volwassenen en voordat die dood zijn, zijn er alweer nieuwe baby's geboren en dat worden ook weer grote mensen...Dus...'
'Maar Sinterklaas gaat pas dood als iedereen dood is.'
'Iedereen ìs dus nooit dood,' zegt Jeetje geërgerd.

dinsdag 1 december 2009

Een ontmoeting in de Roeterstraat

Op een zomernacht wandelden we in de Roeterstraat over de stoep en toen zat er een man alleen op het terrasje op diezelfde stoep een wijntje te drinken. Hij lachte, knikte ons heel vriendelijk toe en wij knikten terug en zeiden 'hallo'. Toen we doorliepen, zeiden we tegen elkaar: 'Dat was Ramses Shaffy.'
Er was verder helemaal niemand op straat. Alle mensen in Amsterdam sliepen. Behalve wij en hij.
Ik weet niet meer waar we vandaan kwamen en wat we gingen doen. Ik weet alleen nog het moment dat we daar liepen en hem zagen.
O ja, we zeiden ook nog: 'Dat is nou het leuke van in Amsterdam wonen.'