dinsdag 30 augustus 2016

De bos

Ik zit naast de roze met paarse bos bloemen - hoofdzakelijk rozen - die ik eergisteren naast de vuilnisbak vond, een paar straten verderop, nog in cellofaan, met 2 zakjes voeding, en die minstens veertig Euro gekost moet hebben. Ik was op weg naar de supermarkt, maar heb toen de bos opgeraapt en thuis in een vaas lauw water gezet, de stelen scheef afgesneden, de zakjes voeding erbij gedaan, de bloemen mooi geschikt, het lot van die bloemen trof me bovenmatig, alsof zij er ook maar iets aan kunnen doen! Zo maar weggesmeten bij het vuilnis. Tussen de gever en de ontvanger komt het voorlopig niet goed.
Maar de gigantische bos was niet ín de container gepropt. Dat dan toch niet. Er zat iets van erbarmen in de persoon - vanwege de kleur van de bos denk ik aan een vrouw - die de bloemen niet wilde/kon ontvangen, zoals moeders die hun baby te vondeling leggen, het kindje dan meestal toch naast de container leggen in plaats van erin, in de hoop dat iemand zich erom bekommert.
Zo heb ik, de held van dit verhaal, die doorgaans weinig op heeft met bossen bloemen, mij om deze bos bloemen bekommerd, die daar in de brandende zon lag te sterven.
Goed, de bloemen leven dus nog even. De grote vakantie is voorbij. Het is nu werkdag twee. Oók voor de mensen die buiten van negen tot vijf aan het heien zijn. Er wordt voor mijn neus een heel nieuw dorp op palen in het water gestampt. Jeetje zit in groep acht, Deetje in groep drie en ik ben groeploos, ik moet mijzelf richting zien te geven. Dat zijn de feiten.

maandag 22 augustus 2016

Dan moet Ronnie het zelf maar weten

Gisterochtend hebben we Ronnie, die al zeker zes weken van huis was weggelopen, rustigjes langs het water zien wandelen. Hij zag er goed uit en leek ook wel blij om ons te zien. We hebben hem in een tas gepropt en zijn snel met hem naar huis gegaan. Toen waren we eindelijk allemaal weer bij elkaar. Met z'n allen keken we toe hoe het ontrouwe beest brokjes naar binnen schrokte. Zijn zuster besnuffelde zijn reetje even. Maar trippelde al gauw verveeld terug naar haar mandje.
Na het vreetfestijn ging Ronnie in onze tuin liggen slapen. De hele dag door heb ik gecontroleerd of hij daar nog wel lag.
'Niet schreeuwen,' zei ik tegen de kinderen, 'dat vindt Ronnie niet leuk. Dan gaat Ronnie weer weg. Willen jullie dat Ronnie weer weggaat soms?'
De kinderen deden extreem zachtjes. Steeds lag Ronnie er nog.
Maar vanmorgen was het zwarte mormel toch in geen velden of wegen meer te bekennen.
Hij is naar zijn nieuwe stekje waarschijnlijk. Naar Martje. Aan de dijk. Nog geen vijf minuten hier vandaan. Martje. Met haar enorme tuin. En haar kleine hippie huisje met de grote gele zon op de voordeur. En haar kippenren. En haar houtkachel binnen en buiten. En haar bloemenzee. En haar moestuin.
Daar is Ronnie nu liever dan bij ons.