zaterdag 22 december 2012

Sporen

Het batterijgeluid van het zwarte briotreintje dat niet op het spoor mag rijden, maar tergend traag van de klaargelegde houten rails vandaan rijdt, dwars door de kamer, onder kast en tafel door,  in de richting van de voordeur. Het ding omdraaien, en zo langzaam maar zeker terug laten keren naar zijn bestemming, wordt absoluut niet geaccepteerd.
'Nee, de trein mag niet op de rails.'
We zien hier glashelder de aard van onze tweejarige. Het verleden, het heden en de toekomst in één. Terwijl man aan het vertellen is dat hij als veertienjarige in Heemstede vaak naast het spoor wandelde, waar het verboden was te lopen, en dat hij er altijd wel stukjes mensenvlees tegenkwam.
'Dat vond je normaal?'
'Het leek gewoon op gehakt.'
'O.'
'Verder vond ik er niets van.'
Hij vertelt dat hij een jongen in de klas had die naast een onbewaakte spoorwegovergang woonde en die op een dag beide ouders tegelijk verloor aan een voorbijrazende trein. Dat vond iedereen zielig voor die jongen. Dat was alles.






vrijdag 21 december 2012

Gezichtsloos

Daarnet kwam een man me tegemoet met een zwarte vlek op de plaats waar zijn gezicht zou moeten zitten. Geen ogen, neus, mond. Maar zwart. Hij droeg een hoed en had een das om. Alsof hij ergens symbool voor stond. En ik herinnerde me meteen weer dat ik gisteren precies zo iemand tegenkwam. Ook met een hoed. Gisteren hield ik het op gezichtsbedrog en dacht er niet meer aan, maar omdat ik deze ochtend dus weer zo iemand zag lopen, ben ik gaan twijfelen aan deze conclusie. Misschien is er wereldwijd iets gaande rondom de gezichtsloze mens? Misschien willen ook zij een keer gezien worden?  Ik weet niet wat het is.

Nu even iets anders. Ik heb klachten gehad. Niemand was nieuwsgierig naar mijn stukjes over nieuwsgierigheid. Eigenlijk ikzelf ook niet. Omdat het niet echt nieuwsgierigheid is natuurlijk. Ik schrijf op wat ik gelezen heb in krant of tijdschrift. En wat kan dat de lezer eigenlijk schelen? Iedereen leest wel iets. Het is nogal eendimensionaal allemaal. En expliciet.
Terwijl je als je mijn andere stukjes leest in wezen meer over mij en mijn nieuwsgierigheid te weten komt. Maar daar is het mij dan niet om te doen. Het gaat in die stukjes een stuk minder over mij, ook al gaat het veel meer over mij.

Intussen breek ik mijn hoofd over waar de gezichtslozen ineens vandaan komen en waar ze heen gaan. Of hun gezicht een zwart gat is of een plat vlak? Steek je je arm er zo doorheen of niet. Het ziet eruit als niets. En dat ze dat met hun hoofddeksels proberen te verdoezelen.




donderdag 20 december 2012

Nieuwsgierigheid 5 en 6

5. De nieuwsgierigheid van gisteren betrof het kranteninterview met de moeder en de puberzoon. Zij laat haar vijftienjarige zoon alleen maar rauw voedsel eten en als gevolg daarvan gaat de jongen niet naar school, omdat ze hem daar pesten met zijn rauwe eten. Ook heeft hij een groeiachterstand. Maar de jongen zelf vindt het allemaal oké. Ze had nog een zoon, maar die was bij zijn vader in Engeland gaan wonen. De moeder zei:  'zijn oudere broer is verslaafd aan gekookt voedsel.'
Toen ik die woorden las, werd ik nieuwsgierig naar die vrouw. En naar de documentaire Rauwer.

6. De nieuwsgierigheid van vandaag. Ik heb het gevoel dat ik deze ochtend in het algemeen iets nieuwsgieriger wakker geworden ben. Naar alles.

dinsdag 18 december 2012

Nieuwsgierigheid 4

Mijn nieuwsgierigheid is klein vandaag. Misschien toch groot.
Ik wil namelijk vooral weten of de peuters de worstenbroodjes lekker vonden die ik gisterenmiddag voor het eerst van mijn leven zelf gemaakt heb. Ze waren bedoeld voor het kerstontbijt op het kinderdagverblijf deze ochtend, waar ik niet bij kon zijn omdat ik opnames had van de 2-minuten Torpedofilmpjes. Achteraf gezien had ik er wel bij kunnen zijn want de cameraman kwam veel te laat binnen. Hij zat vast op de A2 waar vier rijstroken afgesloten waren. Hij zei dat hij een in elkaar gefrommelde auto gezien had en  twee kinderzitjes en een spuugdoekje dat op de weg lag. Ik was als eerste aan de beurt. De schrijver die voor mij zou zijn, moest verstek laten gaan omdat zijn dochter in het ziekenhuis lag. En toen ik 's middags weer thuiskwam, hoorde ik het verhaal van iemand die na heel lang wachten toch zwanger geworden was.
Nieuwsgierigheid is misschien niet het juiste woord. Maar naarmate de dag vorderde, groeide de waarde van de worstenbroodjes. Of misschien zijn het niet de worstenbroodjes.





maandag 17 december 2012

Nieuwsgierigheid 3

In deze donkere dagen zal ik hier elke dag iets opschrijven waarnaar ik nieuwsgierig ben.
Wat deze ochtend meteen mijn interesse wekte was de recensie in de VK van het werk van Mike Kelley in het stedelijk museum.
'Het beste wat kunst kan doen is om mensen bewust te laten worden hoe de wereld werkelijk in elkaar steekt'. En hij bedoelde daarmee niet dat die werkelijkheid er een is van hoop, gezond verstand en goede wil. Integendeel. Beschaving is bij hem een broos laagje ijs waar je pardoes doorheen kunt zakken, richting een freudiaanse onderwereld. De bezoeker is gewaarschuwd.'
Daar binnenkort maar eens naartoe, dus.

zaterdag 15 december 2012

Nieuwsgierig 2

Al negen dagen ben ik op min of meer op weg naar een fatsoenlijke boekwinkel, die is hier op het nieuwbouweiland niet, om het nieuwe boek Lief leven van Alice Munro te kopen, maar nog altijd ben ik er niet terechtgekomen.
Dit weekend moet het er toch van komen.
In het NRC van gisteren de recensie van Elsbeth Etty met de kop: Alice Munro tovert met tijd.
Aan het eind van het stuk staat: 'Angst voor de willoosheid, willekeur en waanzin vormt de kern van Munro's verhalen. Ook in het titelverhaal, tevens het sluitstuk van de bundel, steekt die angst in vele gedaantes de kop op. We denken dat we onszelf onder controle hebben, maar doen voortdurend onvergeeflijke dingen. De drama's die daaruit voortvloeien vormen de stof voor Munro's onovertroffen short stories...'
Wie wordt er nu niet gekmakend nieuwsgierig naar dit boek?

vrijdag 14 december 2012

Nieuwsgierigheid

We hadden het over nieuwsgierigheid en toen dacht ik nieuwsgierigheid, wanneer was er hier voor het laatst nieuwsgierigheid? Het leek erop dat ik nooit nieuwsgierig was geweest en het ook niet meer zo snel zou worden.  In de column van Marja Pruis in de Groene las ik toen dat ze vorige week naar een documentaire over Jeanette Winterson keek en dat ze besefte hoe dorstig ze was. Er stond: 'Ik leef in een woestijn, in bezet gebied. Ik zie bijna nooit iets wat echt interessant is, of laat ik het zo zeggen: iets wat me wezenlijk interesseert.'
En toen werd ik nieuwsgierig naar die documentaire. Dus die zocht ik op en ik kwam uit op de BBC-site, maar daarvoor moet je een BBC-Iplayer hebben of zoiets en dat had ik allemaal niet en daar eindigde mijn nieuwsgierigheid alweer.
En toen las ik op het blog van Arnon Grunberg dat hij nieuwsgierig was naar de badkamer van de journaliste die hem interviewde. Hij schreef dat nieuwsgierigheid de essentie was van plezier hebben en van schrijven ook. In mijn hoofd ging ik de mensen na van wie ik de badkamers zou willen bekijken. Dat waren er nul. Wel zou ik altijd meer van de mensen willen weten dan dat ik weet. Bijna altijd.

donderdag 13 december 2012

Vertel

'Mijn vader is een autist, mijn moeder een narcist die totaal dement is. Ze zijn gescheiden toen ik 8 was. En de rest van mijn familie is vermoord in de oorlog omdat we Joods zijn,' zegt de cursiste aan het begin van de les.
'Dan heb je iets om over te schrijven,' zegt een ander.
'Ja, een ongelukkige jeugd is een goudmijn voor een schrijver,' valt weer een ander haar bij.
'Dat hoeft niet persé,' zeg ik maar.
'Eenzaam zijn als kind is wel handig hoor,' zegt de cursiste, 'je leert goed observeren.'
'Goed,' zeg ik, 'gaan we een rondje jeugd doen. Wie was er eenzaam als kind? Zijn er nog meer mensen met een ongelukkige jeugd?'
Ik zie volgens mij kleine knikjes.
'Vertel.'
Maar verder wil niemand er iets over vertellen. Het is ook moeilijk om het verhaal te overtreffen natuurlijk.

dinsdag 11 december 2012

Hubots op IJburg

Tegenwoordig zie ik hier ook wel Hubots in plaats van mensen. Misschien experimenteren ze op IJburg - toch al een experimenteel stukje Amsterdam - met de menselijke robot uit de serie Real Humans. Vandaar de perfectie. Misschien word ik stiekem door de Hubots omringd en ben ik de enige die zich niet tegelijk met haar Iphone hoeft op te laden
In de serie worden de Hubots ingezet als hulp in de huishouding. Het verzorgen van de kinderen. Je kunt een Hubot inkopen als vriendin. En als je er een speciale chip bij koopt, kun je ook seks met ze hebben. Heel ideaal. Ze komen dichtbij de perfecte mens. Ze liegen niet. Ze zijn vriendelijk en voorkomend. Onthouden alles. En worden niet oud en lelijk. Het enige is: ze hebben geen ziel maar een harde schijf.
Ik ben soms bang dat die Hubots hier in IJburg (ook wel: Hubot Heaven)  heel goed zouden aarden. En daarom ik niet echt.
Want ik lieg, ik ben niet vriendelijk en voorkomend. Mijn geheugen is weerzinwekkend slecht. Ik word oud en ook echt steeds lelijker. Ik ben niet geprogrammeerd, ik heb een ziel, ik doe maar wat.

maandag 10 december 2012

Alles

De stalen kam ligt al klaar op de badrand. Ze zitten elk aan een kant van het bad met veel schuim. Deetje speelt een rollenspel met een geel eendje en Jeetje gaat op in een mini-haai. Hun hoofden ingesmeerd met conditioner.
'Waarom bestaan luizen?' vraagt Jeetje. 'Waarvoor zijn ze nodig?'
'Tja.'
'En waarom bestaan mensen eigenlijk?' Haar stem klink feller. 'Ja, waarom bestáán wij. Dat wil ik nou eindelijk wel eens weten!'
'Om te leven?'
'Dat doen we gewoon. Waarom? Waar is dat voor nodig?'
'Om het leuk te hebben?'
'Als ik er niet was, zou ik overal tegelijk zijn. In de lucht, de zee, de bloemen. Ik was liever overal geweest. Dat lijkt me veel leuker.'
'Dan had je geen bewustzijn,' zeg ik.
'Wat is dat?'
'Dan is er niemand die het leuk vindt of juist niet leuk.'
'Nou, èn? Dat is dan toch ook niet nodig?'
'Dan was er geen Jeetje.'
Ze haalt haar schouders op. Haar hand springt met het haaitje door de lucht. 'Anders was ik alles geweest,' zegt ze dromerig.
Ik pak de stalen kam en trek haar hoofd naar achteren.

zondag 9 december 2012

Wij mensen

Er raast een storm over de vlakte waar ik ren, als enige. Een kleine tornado is het. De wolken zijn zwart, woest en grillig gevormd. Puntig. Scherper ook dan anders. Daarachter schijnt de zon, fel licht. Feller dan ooit. De twee dikke konijnen in de berm hebben moeite niet om te vallen. Hun oren waaien naar achteren. Ze schuilen samen achter een struikje. Dat vind ik mooi. De hele ochtend heb ik met Jeetje afleveringen van Human Planet gekeken. 'Er is maar één wezen op deze planeet dat in alle omstandigheden kan overleven,' hoor ik de stem van Carice van Houten weer zeggen. 'En dat zijn wij.'
Ik ren tot ik heel in de verte een ander mens zie aankomen, een man is het. Naast hem een kleiner mannetje op een fiets met zijwieltjes. Ik meen de man te herkennen, maar ik heb geen bril op. De symbiose tussen mens en natuur, denk ik. We naderen elkaar in rap tempo. De ander en ik. Alsof ik naar een aflevering van Human Planet kijk. Mijn ogen knijp ik samen om beter te zien. De man steekt zijn hand op. Het teken van begroeting. Maar pas als ik vlak voor hem sta, bijna neus aan neus, weet ik zeker dat het mijn redacteur is. Ik spring zachtjes op en neer tegenover hem. Om warm te blijven.

vrijdag 7 december 2012

Eerste natte sneeuw

Op ons nieuwbouweiland zijn we er weer helemaal klaar voor. Om half negen schuren de sleeën volgeladen met dikke en dunne kinderen al over de stoepen. Voortgetrokken door  hijgende vaders of moeders allemaal met kniehoge leren bontlaarzen, de mannen hebben Russische mutsen op hun hoofd, de vrouwen gekleurde oorwarmers. De kinderen dragen skilaarzen over hun maillots. De hele kleintjes hebben hun skipakjes al aan. Alles gevoerd met echt bont.
'Wat heb je gekregen van sinterklaas?'
De kinderen weten het echt niet meer, kunnen het zich niet herinneren. Met een klassenmoeder spreek ik over de vrijwillige bijdrage die de ouders in de klassepot hadden moeten doen. Drie Euro of minder.
'Misschien zijn er sommigen die het niet kunnen betalen,' zegt ze.
'Ik denk toch eerder aan luiheid.'
'Dat kun je niet zeggen,' zegt ze.





donderdag 6 december 2012

Peter

Ik werd gebeld door Peter.  Hij zei: 'Dag Elke.'
Het was half elf 's avonds, ik zat op de bank bij de houtkachel, en ik vroeg waar Peter mij zo laat nog voor belde, om er heel snel achteraan te zeggen dat ik niet echt een Peter kende, ja, ik ken wel Peters, mijn vader heet zo en ook de overbuurman, dat waren de Peters die meteen in mij opkwamen, maar geen van die Peters was de Peter die ik nu aan de lijn had, mijn vader klonk anders en zou ook niet snel 'met Peter' zeggen en ook Peter de overbuurman had niet zo'n lage stem.
Toen ik hem vroeg Peter Wie? zei hij: 'Peter Rutten.'
'Peter Rutten.'
'Ja,' zei hij.
'O ja. En waarvoor bel je ook alweer?'
'Gewoon om even te kletsen.' Er klonk verbazing in Peters stem.
Ik had Peter Rutten aan de lijn die ik moest kennen, maar ik wist echt niet waarvan ik Peter Rutten zou moeten kennen en ik schaamde me diep omdat ik zo snel de namen vergat van de mensen die me dierbaar waren, kennelijk zo dierbaar dat ze me om half elf 's avonds nog belden om even te kletsen.
Ik groef dieper naar de Peters in mijn geheugen. Er was een Peter die een bestseller geschreven had, een Peter die dood was en er was de broer van een aangetrouwde tante die ook Peter heette. In mijn hoofd klonken steeds de eerste regels van een Slauerhoff-gedicht: zeven zonen had moeder, allen heetten Peter, behalve Wanjka die Iwan heette.
'Komt het nu ongelegen, Elke?'
'Eh ja, Peter,' zei ik. Ik gluurde naar man die even verderop met gefronste wenkbrauwen naar het gesprek tussen Peter en mij zat te luisteren en weer schaamde ik me, de stem van Peter Rutten klonk zwoel, het moest mijn geheime minnaar zijn die op een verkeerd tijdstip belde, Peter Rutten en ik waren intimi, maar ik had dat verdrongen en nu kwam het alsnog allemaal uit.
'Lag je al in bed, Elke?' vroeg Peter.




dinsdag 4 december 2012

Voordat

9.17. Zo te zien aan mijzelf sta ik alweer op het punt te gaan rennen. Ik kan het opmaken uit mijn kleding en ik zie het aan de plaats waar ik zit, namelijk beneden aan de keukentafel. Dichtbij de voordeur.Man staat aan het aanrecht koffiebonen te malen. De meisjes hebben allebei twee vlechtjes in hun haar en zijn vertrokken, de één is druk bezig met een rap voor de sint die morgen op school komt, de andere heb ik meerdere malen gewaarschuwd voor ze de deur uitging: Pas op. Hij Komt Straks Binnenvallen. Hij Doet Niks.
Eigenlijk vind ik dat de goedheiligman op crèches sowieso niet moet komen. Ik vind dat hij nergens moet verschijnen. De suggestie is genoeg. Het is werkelijk verschrikkelijk om zo'n goedkope sinterklaas hier over het winderige nieuwbouwplein van het winkelcentrum te zien dwalen. Op zoek naar? Op de voorpagina van de krant twee doden deze ochtend. Jeroen Willems die gisteren plotseling stierf en die de hoofdrol speelt in de film Boven is het stil. Daar dacht ik aan, of eigenlijk ik dacht aan de blogs van Gerbrand Bakker waarin Jeroen Willems voorkomt en aan wat hij ervan zou vinden.
'Misschien heeft hij de volkskrant', zegt man, 'dan heeft hij 'm gisteren nog gewoon zelf uit de brievenbus gehaald en de volgende dag staat hij er zelf in.'
En dan die grensrechter die doodgetrapt is door drie vijftienjarigen. Dat is ook erg natuurlijk. De ene was vijftig, de ander eenenveertig. We worden oud. We moeten opschieten. Ik ga maar weer eens rennen voordat de bom valt.

maandag 3 december 2012

Op het punt

8.37 uur. Ik sta op het punt te gaan rennen, te zien aan de kleding die ik draag en het schoeisel. Te zien ook aan de manier waarop ik op mijn nieuwe bureaustoel zit. Mijn benen naar links in plaats van onder de tafel. Man brengt de kinderen weg. Eerst gaat de kleine naar de crèche en dan wordt de grote naar school gebracht. De kleine is officieel beter verklaard, al moest ze nog wel kotsen vanmorgen na het hoesten of tijdens de hoestbui, daar wil ik vanaf zijn. We hebben het trouwens ook niet meer over het kotsen. Als zijzelf haar mondje maar houdt. Ik ben van plan nu eerst nog een stukje te schrijven omdat ik bang ben dat het er anders vandaag niet meer van komt. Als de dag eenmaal begonnen is, komt het vaak nergens meer van. Buiten valt de natte sneeuw, het is nog niet echt licht geworden. Het ziet ernaar uit dat het donker blijft vandaag. Maar niet pikzwart.
Ik ga maar eens.