vrijdag 30 oktober 2009

Stilte, rust en orde

Regelmatig verlang ik ernaar terug. Precies zeven jaar geleden verbleef ik voor een paar maanden op een oud landgoed in een afgelegen dorp in de Cevennes. Bij een Nederlandse schrijver en zijn vrouw. Ik betrok daar een gastenhuisje om aan mijn eerste roman te schrijven. (Die, eenmaal weer thuis, volledig ontspoorde. Omdat zelfs de muggen gingen praten in een dorp met een algeheel spraakverbod.)
's Ochtends werkten we op het landgoed. De kastanjes moesten geraapt, de kippen gevoerd, het hout gehakt en de bramen gesnoeid. Op een Lamborghini traktor reed ik mee door de bergen. 's Middags werd er geschreven. Tot exact zes uur. De structuur lag vast. De lucht was er zuiver. Eenmaal per dag checkte ik mijn email bij de schrijver thuis.
's Avonds keken we films met z'n drieën. En dan liep ik het donkere pad weer af, naar de voormalige stal die nu mijn huisje was. Beneden mij scharrelden de everzwijnen. Verder was het er echt heel stil. En echt heel donker.
Toen de schrijver en zijn vrouw voor twee weken naar Nederland gingen, was ik daar helemaal alleen. Dat was echt heel eng. Daar verlang ik ook naar terug.

donderdag 29 oktober 2009

In de lente

Na het avondeten. Vader, moeder en Jeetje zitten aan de keukentafel.
Jeetje hangt bij vader op schoot.
'Wil je een geheim weten?' zegt vader dan.
'Een heel interessant geheim,' benadrukt moeder.
'Ja?' Jeetje schiet rechtovereind.
Vanaf dat moment hangt er een vreemde spanning in de keuken.
Jeetje kijkt moeder aan. Met grote ogen en haar rug recht. Moeder bestudeert het gezichtje tegenover haar, haalt eens diep adem en denkt: Nee, toch maar niet. Ik heb absoluut geen zin in het onthullen van geheimen vandaag. Want daarna is alles anders. Ander keertje.
De spanning verslapt. Jeetje begint in haar neus te peuteren.
'Weet je wat er in mama's buik zit?' zegt vader snel.
'Nee?'
'Ja, wat denk je?' zegt moeder.
Jeetje haalt haar schouders op.
'Weet je het echt niet?'
'Een baby misschien?' zegt Jeetje zachtjes.
'Ja!' zegt moeder. 'Een broertje of een zusje voor jou.'
Jeetje verschiet een paar keer van kleur, ze slikt, knijpt haar ogen dicht en springt dan van vaders schoot. Even later danst ze de keuken rond: 'Ja! Ik krijg een baby! Ik krijg een baby!' Vader en moeder kijken toe.
'Ik krijg een baby! juicht Jeetje.
'Het duurt nog lang hoor,' zegt moeder.
'Wanneer komt onze baby dan?'
'In de lente pas,' zegt vader.
Het is wat, denkt moeder. Zo snel is het 'de onze' al.

Vanaf dan zijn vader, moeder en Jeetje een beetje met z'n vieren.

woensdag 28 oktober 2009

Vrijheid

Jeetje heeft al dagen een geluksbandje om met een boeddha, een hartje en nog iets. Het staat voor vrijheid, geluk en kracht. Als het bandje vanzelf af valt, zal dat haar alledrie ten deel vallen.
'Weet je wel wat vrijheid is?' vraag ik.
'Ja, natuurlijk.'
'O ja? Wat dan?'
'Zoals vanmorgen toen wij in de duinen liepen. Ik voelde de lucht en een lekker zonnetje erbij. En ik mocht zelf een paadje kiezen om te lopen.' Jeetje hoeft er geen seconde over na te denken. Ik heb er ook niets aan toe te voegen.

dinsdag 27 oktober 2009

Jeetje komt thuis uit school

'Weet je wat juf Samantha heeft?' zegt Jeetje.
'Nee?'
'Eh...de Mexicose friet.'

Sociale druk

Een tijd geleden heb ik een facebook account aangemaakt. Of nou ja: ik heb erop geklikt en mijn naam ingevuld. Om te kijken wat het was. Ik begreep het niet direct. En had ook helemaal geen tijd om het allemaal uit te zoeken. Ik moest aan het werk. Maar sindsdien krijg ik regelmatig verzoeken per email van mensen die vrienden met mij willen worden. Ik zeg daar niet graag 'nee' tegen. Ik heb een zwak voor mensen die vrienden met mij willen worden. Het zijn allemaal mensen die ik ken - waar ik weleens iets mee te maken heb gehad - die me expliciet vragen hun vriend te worden. Op facebook dan wel. Dat is anders dan in de echte wereld. Maar toch. Een vriend is een vriend. En die stel ik niet graag teleur.
Gisteren kreeg ik al een aanmaning van facebook zelf: Hi Elke, You haven't been back to Facebook recently. You have received notifications while you were gone.
Dus ik moet er nu snel iets mee. Voor ze straks mijn vrienden niet eens meer willen worden. Maar ik zit ook al op twitter. Daar volg ik mensen en heb ik volgers. Al zeg ik bijna niks. Ik vind volgers van een ander kaliber dan vrienden. Toch voel ik ook een lichte dwang van twitter. Ik moet iets zeggen. Voor ze me straks niet meer volgen.

maandag 26 oktober 2009

Geen goed idee

Ik was vanmorgen bij de twaalfweken en nog wat echo van vriendin S. Samen met haar moeder. Het was een schatje. Hij was druk met zijn armen en benen aan het oefenen. Je zou niet zeggen dat dat allemaal in die buik van vriendin S. zat te friemelen.
'Er is een kans van één op de vierduizend dat deze baby het syndroom van down heeft,' zei de echoscopiste. 'Dat is net zoveel kans als een 15jarig meisje zou hebben.'
'Dat is niet veel,' zei vriendin S.
'Dat is helemaal niet veel,' beaamde de echoscopiste.
Haar moeder bleef maar kreten van verwondering slaken.
'Het zou maar net die ene van die vierduizend zijn,' zei vriendin S.
Ik meen te bemerken dat ik ook enigszins sentimenteel reageer op de baby in wording van vriendin S. Man en ik hebben ooit afgesproken het bij één kind te laten. Ik ben nu zesendertig. Misschien moet ik vriendin S. zeggen dat het geen goed idee is om haar nog vaker te vergezellen naar echopraktijken.

zaterdag 24 oktober 2009

Jeetje heeft een logeetje

Er past precies een matras naast Jeetjes bed. Maar gisteravond zijn ze in het grote bed van vader en moeder in slaap gevallen. Om 's nachts door ons te worden terug gedragen. Als slappe popjes.
Heel vroeg in de ochtend worden we wakker van gefluister achter de deur van glas. Dat steeds harder klinkt. En onontkoombaarder wordt. Om kwart over zes stommelen we met z'n allen naar beneden.
'Morgen om deze tijd is het kwart over vijf,' zegt vader.
'Maar goed dat dat vandaag niet is,' zegt moeder.
We genieten een feestontbijt met croissants en hagelslag en muisjes. We drinken warme chocola. En soms laten we ons slap onder de tafel zakken.

vrijdag 23 oktober 2009

Vrouwen

Op de weg naar het diner met vierhonderd succesvolle vrouwen ontmoette ik de nieuwe Monique van de Ven al. Dat begon goed.
De rode loper was uitgerold en alsof ik niet anders deed volgde ik dat pad. Het was mijn pad. Het was al druk toen ik binnenkwam. Er werd een glas champagne in mijn hand gedrukt. Er flitsten camera's. Ik zag overal vrouwen. De een nog mooier uitgedost dan de andere. Ze hadden kaartjes om hun nek met hun naam erop en hun beroep. Om mijn nek hing 'schrijver'.
De tweede vrouw die ik ontmoette, had 'acting beauty' onder haar naam staan. Dat klopte ook wel vond ik. De derde waar ik mee aan de praat raakte, was een vrouw die een tehuis voor kinderen van drugsverslaafden had opgezet. Zij was ondergebracht in de categorie 'goed'. Er was geen ranking maar ik vond de vrouwen uit de categorie 'goed' de beste vrouwen. Zij waren het minst zelfzuchtig. Dus het is zaak nog eens onder 'goed' terecht te komen.
Daarna werd het veel. De ene na de andere dame passeerde mijn revue; een specialist in de mode die het kaartje aan haar handtas had geknoopt, een politiek journaliste die haar naam maar niet niet kon vinden tussen de gedekte tafels, een operazangeres met ingevlochten haar, een onderneemster die haar eten in restaurants altijd in een doggybag mee naar huis neemt en mij daarover aan het denken zette, een sieradenontwerpster in een geruit broekpak, een radiologe die een laptop won omdat zij de veelbelovendste van ons allemaal was. En zo nog veel meer. Er werd wat af gekletst. Alsof het een groot verjaardagsfeest was. Ik weet alleen niet van wie. Uiteindelijk heb ik 's nachts midden op het fietspad nog een hele tijd na staan praten met een hele leuke cabaretière.

Ik moet toegeven dat ik soms ook vermoeid werd bij de aanblik van al die vrouwen. En misschien een beetje angstig van het feit dat ik daar bij hoor. Vrouwen. Het deed me ook denken aan de monstersale die ik eens per jaar bezoek. Maar dan zie je ze allemaal in ondergoed.

donderdag 22 oktober 2009

Succes

Het heeft alle schijn van een onsuccesvolle dag: Het regent hard, gebonk in het trappenhuis, de restanten van de inboedel van de buurvrouw worden uit huis getakeld, het is nu al zo donker dat alle lampen aan moeten en ik begin net met werken. Er staat weer een exact aantal woorden voor vandaag. En dat zal zo nog tot februari doorgaan, elke dag. Maar ik ben succesvol. En deze dag zal weer een succes zijn. Vanavond ontmoet ik 399 andere succesvolle vrouwen die op de Viva 400 lijst voorkomen. En dan eten we samen en praten over het succesvol zijn en hoe we ons succes hanteren. Want makkelijk is het niet persé om een feminien boegbeeld voor succes te zijn. Je moet je er ook naar weten te gedragen.

Wanneer komt de lijst met de 400 misluktste vrouwen van het jaar? En hoe snel hop je van de ene lijst naar de andere?

woensdag 21 oktober 2009

De eenzaamheid van de mens

Ik dacht dat ze 's ochtends al in de TCA taxi vertrokken was. Maar de tussenbuurvrouw verliet haar huis voorgoed in een verhuiswagen van Corstjens bv. Tegelijk met haar meubilair.
Vanaf de derde verdieping zag ik haar op het trottoir staan. Haar knot hing los, het handtasje bungelde om haar arm, met een zakdoekje depte ze haar ogen droog. Ik zag dat ze nog even naar ons raam keek, op de eerste verdieping. Of daar iemand zat. Ze zag niemand. Ik wilde nog roepen van boven - dag buurvrouw, hier ben ik, u bent niet alleen - maar ik riep niets.

Toen stapte ze in de verhuiswagen bij de jonge verhuizers. Helemaal alleen. Godsamme, helemaal alleen vertrok ze na al die jaren uit onze straat. En ik keek toe.

Toen reed ze weg. En ik werd verschrikkelijk treurig.

dinsdag 20 oktober 2009

Dag

'Zoek maar uit kinderen, wat jullie willen hebben.'
'Wij hoeven niks, buurvrouw. Wij hebben alles al.'
'Ik kan het niet meenemen.'
Onze kleine buurvrouw staat alleen midden in haar propvolle woonkamer. Het is de avond voor haar vertrek. Sinds 1956 woont ze hier en morgenochtend komen de verhuizers. We lopen achter haar aan door haar huis en zij wijst ons de spullen die meegaan en de spullen die niet meegaan. Nog eenmaal vertelt ze het verhaal erachter. Hier en daar trekt ze iets uit de kast. Haar hele leven komt in sneltreinvaart voorbij. Trots houdt ze een zwarte glitterjurk voor zich die ze vroeger op gala's droeg.
'Prachtig!' zeg ik.
'Deze jurk trek ik aan als ik dood ben.'
We lopen verder. Langs de kerstballen, geborduurde schilderijen, een oude schildersezel, het gereedschap van haar man, het gepoetste koper, de grote verzameling klokken, blinkende twaalfdelige serviezen, fonduestellen. Alles netjes opgesteld in kasten, als was het een etalage. Overmorgen zal het naar de kringloop gaan.
'Ik heb in de kampen gezeten. Ik kan overal zo wennen!' zegt ze.
'U heeft hier 53 jaar gewoond.'
'Ik zie het maar als een luxe kamp!'
'Ik vind de vergelijking met het kamp niet zo treffend, buurvrouw.'
'Ze doen er alles voor je. Ze koken en wassen.'
'Het is een bejaardentehuis. U gaat een nieuw avontuur tegemoet.'
De buurvrouw haalt een glanzende soepterrine uit de kast en kijkt ernaar. Ze ziet alle soepen weer die er ooit inzaten, hoe ze ze opschepte, en voor welke gelegenheid.
'Vinden jullie deze mooi, kinderen?'
Ik knik.
Voorzichtig overhandigt ze mij de soepterrine en een bijpassende lepel. 'Voor jullie. Als aandenken aan de buurvrouw. Dan denken jullie nog weleens aan mij.'
Ik sta in de deuropening met een zware soepterrine in mijn hand.
'Jullie waren hele leuke buren,' zegt ze.
'U was er altijd,' zeg ik zacht.
'Ik ben hier heel gelukkig geweest,' zegt ze.
'Gaat u nu maar slapen,' zeg ik, 'morgen wordt het een drukke dag.'
Dan draai ik me om, loop naar beneden en laat het oude Russische vrouwtje daar staan. In het donker. Bovenaan de trap.

zondag 18 oktober 2009

Tussen ons in

De hele zaterdag doelloos door de stad zwerven. Boekwinkels in en uit. Heel lang alle kranten lezen in café's. Zo spectaculair is het vrije bestaan. Jeetje is op herfstvakantie bij opa en oma. Maar als ze woensdag thuiskomt zal hier alles anders zijn.
Er staat al een bordje voor onze deur met: niet parkeren a.s. dinsdag wegens verhuizing. De onttakeling van onze gezinssamenstelling. We hebben toch al die jaren in een huis gewoond op de eerste en de derde etage, met deze pregnante oude dame op de tweede etage tussen ons in. Straks is het stil. Straks staat niets ons nog in de weg. Wat moeten we dan beginnen?

zaterdag 17 oktober 2009

Jeetje klimt

Jeetje na een lange dag in de Efteling vol fata morgana's, oases, driedimensionale films, huizen die ondersteboven vallen, en karretjes die in vliegende vaart door de vreemdste droomwerelden scheuren.
'En wat vond je nu het allerleukste?'
'Het ezeltje.'

Opa, oma, oom, vader en moeder staan geduldig te wachten op kindje Jeetje die - in het landschap van spookhuizen, sprookjespaleizen, slapende reuzen en vliegende tapijten - de enige boom zonder bedoeling tracht te beklimmen. Geconcentreerd zet ze haar ene voet boven de andere. Omringd door geuren van poffertjes, patat en angstzweet. Overspoeld door geluidsgolven van gillende mensen die links en rechts van haar op de kop hangen, in doodsangst verkeren.

donderdag 15 oktober 2009

Ons kent ons

Vriendin S. stond gisteren op de stoep. Ze denkt dat ze een kind met het syndroom van Down krijgt. Over anderhalve week doen ze bij haar een test waaruit ze een schatting kunnen maken.
'Welnee joh,' zeg ik haar. 'Dat wordt gewoon een gezond kind. Waarom niet?'
'Waarom wel,' zegt vriendin S. 'Misschien is het één en al nekplooi.'
Vriendin S. begint alle mogelijk afwijkingen op te sommen die ze met deze test op kunnen sporen. En ook de afwijkingen die ze pas in een later stadium kunnen ontdekken.
'Stop daarmee,' zeg ik. 'Het is vast allemaal goed.'
Ik heb makkelijk praten. Heel makkelijk. Ik heb er één die gezond is, mooi, en met vier jaar al begint te lezen.
Maar ik weet nog dat ik toen ik zwanger was naar een theatervoorstelling in Bellevue ging. We wachtten in de hal tot de deuren open zouden gaan. In de menigte zag ik de man met het downsyndroom naar mij kijken. Naar mijn buik. De man lachte en knikte enthousiast. Met zijn schele oogjes. Ik was ervan overtuigd dat 'ze' communiceerden. 'Ze' hadden contact. Ons kent ons natuurlijk. Ook tijdens de voorstelling bleef hij mij maar in de gaten houden. Telkens als ik opkeek, keek ik recht in zijn grote vriendelijke gezicht. Ik hoorde zijn handgeklap boven het applaus uitkomen.

woensdag 14 oktober 2009

Respectabele leeftijd bestaat niet

Terugdenkend aan vroeger, ik als kind, en dat ik toen echt gedacht heb - misschien dacht ik het niet eens, het was een feit - dat volwassenen meer wisten, beter wisten, of in elk geval: dat ze volwassen waren en dat dat heel iets anders was dan de premature fase waar ik mij in bevond. Inmiddels ben ik dus godbetert zesendertig jaar en zie mezelf ontstellend vaak kinderachtig gedrag vertonen. De bouwstenen van mijn wereld, dat zijn in feite kinderlijke overtuigingen. De ene op de andere gestapeld. Neem de angst dat mijn oude buurvrouw al maandenlang nergens anders mee bezig is dan boos op mij zijn. Ik, het middelpunt van haar universum.
Als ik eraan denk dat alle grote mensen die mij vroeger omringden en waar ik tegenop keek, waar ik meestal braaf naar luisterde, dat die hoogstwaarschijnlijk niet veel anders waren - dachten, handelden - dan ik nu, heb ik spijt dat ik dat niet eerder wist.

dinsdag 13 oktober 2009

Operatie Bv.

'Kom op, Elke (36)! Het wordt nog iets symptomatisch op deze manier,' zei mijn moeder. 'Je koopt gewoon nóg een bosje bloemen en dan ga je er gewoon even heen en je zegt: Ik schaam me zooo buurvrouw dat ik u al zooo lang niet meer gezien heb. (meer dan 3 maanden) En u bent twee weken geleden nog wel jarig geweest maar ik kon helaas niet komen. Ik moest Optreden, helemaal in Rotterdam, helemaal in de schouwburg, en daarom hebben mijn moeder en mijn Jeetje het bosje bloemen toen gebracht. Ik schaam me zooo, daarom krijgt u nu gewoon nóg een bosje van mij. Dat heeft u verdiend. U bent de beste buurvrouw die we kennen. U heeft laatst weer heerlijke gebakjes voor onze deur gezet. En een kilopak Maltezers. Maar wat heb ik toch allemaal gehoord? Wat heeft u voor plannen? U gaat toch niet naar een bejaardentehuis? Wij kunnen u echt niet missen hoor. Ooo, ik schaam me zooo dat u mij helemaal nooit ziet. Maar buurmeisje heeft het ook zooo druk met werk. Buurmeisje doet echt niets anders dan werken, werken. Werken. Dat is belangrijk, hè? Nu met De Crisis. Buurmeisje heeft wel vaak bij u aangeklopt maar toen was ú er weer niet! Zo lopen we elkaar steeds mis in hetzelfde trappenhuis. Het kan raar lopen in de wereld.'
En toen zei mijn moeder: 'Nou, en dan stap je weer eens op, want je moet koken voor man. Dat begrijpt ze wel. Dan zeg je: Buurvrouw ik moet weer gaan, ik moet nu gaan koken want mijn man komt zo dadelijk thuis van het werk. Die heeft ook heel hard gewerkt.'
Ze zei ook nog: 'Denk erom, Elke! Héél belangrijk: je gaat aan haar linkerkant staan. Zodat jij haar altijd aan haar rechterkant hebt.'

maandag 12 oktober 2009

Alle metro's gaan naar centraal

Ik moet mijn hele verhaal omgooien, ik wil dit idee negeren, maar ik weet dat ik vandaag alles, maar dan ook alles, nog zal moeten veranderen wil het ooit goed worden. Ik heb geen keuze. Vandaag is de deadline. In de ochtend zal ik alleen een uurtje weggaan. Met twee vrienden. Daarna kan ik werken.
Met de metro zullen we naar centraal gaan. Het is bijzonder druk op het metrostation. Waar zijn mijn vrienden nu? Als de overvolle metro stopt, zie ik ze nog net in de wagon stappen. Voordat ik bij de deur ben, is de metro alweer doorgereden. Mijn vrienden weten niet dat ik nog op het perron sta. Ik besluit op de volgende metro te wachten. Maar van de volgende metro weet ik niet zeker of hij wel naar centraal gaat. Totdat ik me mans zalvende stem herinner: 'alle metro's gaan naar centraal, Elke.' Ik laat de mensen netjes uitstappen en ik laat andere mensen voor bij het instappen. Eén mevrouw trekt zich aan mij omhoog om binnen te komen. Ik geef haar een steuntje. En als iedereen eruit is en ik in wil stappen, en me daarbij heel eventjes aan de arm van de mevrouw op wil trekken, trekt de mevrouw haar arm weg. De metro begint te rijden. Zo hard als ik kan, ren ik mee en probeer nog in de rijdende metro te springen. Maar het mislukt.
Ik ga maar vast lopen naar de volgende halte. In de hoop dat mijn vrienden op me zullen wachten op centraal. Mijn mobiele telefoon ligt thuis omdat ik maar een uurtje weg zou zijn. Dus ik kan ze niet bereiken. Ik loop en loop. Ik beland uiteindelijk op een landweggetje. Een boerenlandschap. Een web van landweggetjes. In de verste verte geen metrohalte te bekennen. Waar ben ik? De tijd tikt door. Was ik maar nooit gaan lopen. Was ik maar gewoon blijven staan.

zondag 11 oktober 2009

Die Mia

We drinken een kopje thee bij ons. We praten over haar verjaardagsfeestje gisteravond, of het nog heel laat is geworden, en de gasten. We bespreken Mia van veertig die absoluut niets met kinderen heeft.
'Ik snap wel dat ze geen kinderen wil,' mompelt de hoogzwangere buurvrouw.
'Als je zo kijkt, is er ook niks aan,' zegt man.
'Nee, inderdaad,' zucht ik.
We kijken onze (mooi opgeruimde) woonkamer rond, waar alle kisten met speelgoed in een mum van tijd zijn omgekeerd, de bank tot een hut is omgetoverd, Jeetje met haar tekengerei op de grond ligt te tekenen. De penetrante lucht van uitwerpselen. De kleinste heeft een doordrenkte luier - tot op zijn ruggetje - al de tweede binnen een uur. De oudste is bezig op het toilet te poepen, met de deur wagenwijd open. 'Ik wil nu kleien!' roept Jeetje.
'Nogal logisch wil Mia niet,' gaat man door. 'Mia ziet alleen maar vermoeide gezichten om zich heen. Iedereen moet vroeg naar huis na een etentje, want 's ochtends om 6 uur begint het feest weer. De krant lezen noemt men een verworvenheid. Nee, Mia lijkt het geen verrijking. Mia is niet gek.'

vrijdag 9 oktober 2009

Ik zweer dat ik geen tv meer kijk!

Hierbij zweer ik dat ik geen televisie meer kijk omdat ik daar ongelukkig van wordt en ongeïnspireerd door raak. Waarom doe ik het?
Het is er sinds september ergens ingeslopen. Het op de bank hangen. De avond begint met De wereld draait door kijken en zo glijd ik van het ene programma in het andere. Weet ik ineens alles over gamba's, garnalen en scampi's. Maar dat is tenminste nog iets. Meestal kom ik op zo'n avond niets te weten.
Voorheen had ik DWDD nog nooit gezien. Al werd er regelmatig over gepraat en trad ik eens op met de man die er elke week zijn gedichten voorleest.
Het was niets principieels. Ik dacht er gewoon niet aan om televisie te kijken. Ik las een boek. Of ik was de deur uit. Eigenlijk weet ik al niet meer precies wat ik deed. En wat er in Hemelsnaam met mij gebeurd is dat ik nu 's avonds op de bank lig te kijken naar flikkerende paarsrode mensen in een groene gloed. Het is wachten tot de televisie het eindelijk helemaal begeeft. Maar die bakbeesten zijn taai.
DWDD vond ik in het begin nog best leuk om te zien maar ook dat begint repetitief te worden. Na een maand zie ik al steeds dezelfde gasten terugkeren. Dezelfde koppen. Dezelfde onderwerpen. Het is één grote reclameshow. Dat hou ik geen heel televisiejaar vol.
Dat houd ik dus toch vol, dat is het enge, voor ik het weet is het juni en lig ik - met doorligwonden en een draad spuug uit mijn mond - naar de laatste uitzending van het seizoen te staren. En dan de herhalingen.

donderdag 8 oktober 2009

Lof op het onuitgesprokene

The last conversation gezien in het filmmuseum. En halverwege deed ik mijn ogen dicht bij de beelden van het asfalt en ging ik zuchten van het beeld van het hoofd van de dame - haar oor of haar kin belicht - die in de auto zit op weg ergens naartoe. Ze heeft het net uitgemaakt met haar minnaar en heeft hem de hele weg aan de telefoon. Dat behelst de film. Opgenomen in 1 take. De dame houdt zich goed dus het drama is alleen maar voelbaar. Alles blijft onuitgesproken. Dat moet goed zijn, dacht ik. Geweldige acteerprestatie ook. Het is heel erg voelbaar allemaal. Onderhuids. Spanning. Vanaf het allereerste moment. En die lange beelden van asfalt geven aan dat ze zich grijzig voelt. Overreden misschien. En die steeds terugkerende beelden van stroomdraden langs de weg. Ook hartstikke veelzeggend.
Dat ik hevig verlang naar een Amerikaanse comedy ligt aan mij. Dat ik de zaal uit wil rennen, het grote licht aandoen of de tape in een rot tempo vooruit wil spoelen. Het is precies de bedoeling dat deze film dat bij mij oproept. Het claustrofobische. Als je in zo'n rottige situatie zit als die mevrouw daar op het witte doek, wil je daar alleen maar uit ontsnappen. Zij had het ook anders gewild maar haar leven is nu eenmaal een experimentele arthouse film.
Daar, in het pikdonker gezeten, bedacht ik dat het toch niet leuk is om alleen maar ellende en wanhoop over je publiek uit te storten. Ik voel dat ikzelf langzaam maar zeker in de richting van het happy end begin te gaan, de traditionele vertelvorm. De hoop. Het leven.

woensdag 7 oktober 2009

Het hoosde

Vandaag hebben ze het trottoir recht voor onze deur opengemaakt, uitgegraven en viel ik bij mijn eerste stap naar buiten, op weg naar het bloedprikken, languit in een modderige loopgraaf.
Terwijl even later de regen op het dak kletterde en het bloed uit mij stroomde, dacht ik aan hoe ik de gouden griffel in ontvangst zou nemen en wat ik dan aantrek. Dat is altijd al mijn plan geweest. Het kan nog een hele tijd duren voor ik 'm win. Maar ik zal ooit eens een kinderboek schrijven en dan dus die griffel op moeten komen halen. Misschien als Jeetje een jaar of tien is. Toen werd de juffrouw van het bloedprikken plotseling verschrikkelijk kwaad omdat ze te weinig betaald kreeg voor het werk dat ze deed en ze begon te roepen dat haar leidinggevenden maar vergaderden en/of koffiedronken.
'Maar u prikt heel goed,' zei ik.
'O, echt?'
'Ik heb nog nooit zo'n goede prikker meegemaakt.'
'Dank je.' Ze bloosde.
En aan blozen kun je tegenwoordig geopereerd worden. Zodat de wangen onder alle omstandigheden dezelfde kleur blijven behouden.

dinsdag 6 oktober 2009

Koorddansen

Vrachtwagens denderden, trams reden, auto's raasden vanmorgen vroeg over de Rijnstraat. En fietsers met kinderen voor- en achterop haastten zich naar de basisscholen. Daartussen laveerde, in z'n eentje, de dronken man in een gebreide trui. Hij probeerde over te steken. Als een koorddanser.

Mijn optreden in de Rotterdamse schouwburg ging goed. Telkens weer als ik op een podium sta, verbaas ik me dat ik er sta maar meer nog dat ik het leuk vind om er te staan. Dat ik het leuk vind om mijn tekst over te brengen op een publiek. Dat ik de tijd wil nemen om het hele verhaal uit de doeken te doen. Het is zoveel leuker het zelf onder controle te hebben.
Hoe vaak heb ik niet machteloos in een zaal zitten kijken naar mijn eigen toneelstukken en maar afwachten wat de acteurs met de tekst deden. Of ze bijvoorbeeld over de muziek heen konden komen die regisseur erbij bedacht had.
Telkens weer als ik op een podium sta, ben ik ook weer zo blij als ik er af ben. Daar niet van.

Maar die dronken man. Zou hij nu nog steeds aan het trachten zijn die overkant te bereiken? Het verkeer ontspringend, zijn evenwicht bewarend.

maandag 5 oktober 2009

s t o m

Dit weekend heeft Jeetje voor het eerst het geheim van de taal ontcijferd. De magie van het lezen ontdekt.
Ze kende een paar letters maar heeft er in een razend tempo een heleboel bijgeleerd. En als je letters achter elkaar zet, blijken ze een woord te vormen. Zie mijn kleine Jeetje zitten met vuurrode wangen, voorovergebogen aan de keukentafel, met haar vingertje onder de letters s t o m. Hardop zegt ze de afzonderlijke letters. Haar vinger schuift mee met de letters en dan begint ze weer opnieuw bij de s.
Totdat haar gezicht openbreekt, haar ogen groot worden en ze uitroept: stom! Daar staat stom. En zo volgden de woorden elkaar op. Wat zijn er veel woorden te maken met een beperkt aantal letters.
Het kwam bij mij weer helemaal boven; het moment dat ik zelf het lezen ontdekte. De opwinding. Dat ik de letters op de pindakaaspot en het pak melk - plotseling - begreep. En dat je die letters kon combineren en zo een nieuw woord maken. Het was toentertijd voor mij een belangrijke sleutel. Waar ik in stilte al heel lang naar op zoek was. Toch een beetje alsof ik het licht zag. ( Ja, ja. Zo groots was het.)

vrijdag 2 oktober 2009

Vierjarigen onderling

Een meisje uit Jeetjes klas komt spelen.

MEISJE
Wij vinden elkaar lief, toch? Jeetje? Wij vinden elkaar leuk, hè? Hè?
We zijn toch vriendinnen nu? Of niet?

Jeetje knikt.

MEISJE
Ja, Jeetje, toen jij net nieuw was, wilden wij jou meteen gaan pesten. Aatje en ik. We wilden jou pesten omdat we jou stom vonden. Maar ik vond jou toen eigenlijk al niet zo stom. Ik vond jou eigenlijk meteen al leuk. Ik wilde best met jou spelen.
Maar Aatje wilde jou toch pesten. En nu wil Aatje ook bij jou komen spelen.

donderdag 1 oktober 2009

Literair vrouwlijk talent

Voor al uw literair vrouwlijk talent, reeds gearriveerd of nog aanstormend, kunt u morgen en overmorgen naar Rotterdam afreizen voor het Geen daden maar woorden festival!
Op vrijdag moet u vooral gaan luisteren naar een verhaal uit het nieuwe boek van Esther Gerritsen.
En op zaterdag zal ik u dan trakteren op een tergend verhaal over een doodvermoeide en lusteloze moeder uit Lastmens.
PS: Er zijn ook heel wat mannen die de moeite waard zijn om eens aan te horen.