vrijdag 28 november 2008

Komt dat zien!

28 November
DineZ PluZ, Utrecht
29 November
Knetterende Letteren, Steyl
Wintertuin, Nijmegen
30 November
Voorleesclub De Zwoegende Boezems presenteert:
De Zelfmoorduren Tussen Drie en Vijf.

Met deze keer:
Nico Dijkshoorn
Elke Geurts
Peter Middendorp
Tommy Wieringa
Muziek: The Hank Five
presentatie Carel Helder & David Vos

Zondag 30 november, aanvang 15.00
Café ’t Blaauwhooft
Hendrik Jonkerplein 1
Bickerseiland Amsterdam
telefoon 020 623 87 21
Toegang 5 euro

Woelige tijden

In Jeetjes ooghoeken verschijnen zwarte handjes, en soms een witte. Ze hoort paarden hinniken in de straten. En op de gekste momenten gestommel. In haar slaap woelt ze. En elke nacht wordt ze wakker omdat er een - lieve - man met een mijter bij haar in bed was komen liggen. 'Echt waar,' fluistert ze.
'Echt waar,' zeg ik.
Lang voor het licht is, begint het zingen al. Ernstig. Devoot. Het hele repertoire. En op de melodie van Jeetjes liederen, begin ik te denken. Aan de 'tournee'. En wat ik wanneer aanmoet. En wat ik wanneer voorlees. En of de trein wel rijdt. Dat ik via station Bijlmer moet. En of ik de weg wel terugvind. En hoe dat over twee weken zal gaan. En of ik het nieuwe boek ooit afkrijg. Ik tel de maanden die mij nog resten, en tel maar door.
'Je moet je eens leren focussen op wat er nu is,' zegt man, 'anders ga je nog denken aan de sokken die je volgende week maandag aan moet.'

donderdag 27 november 2008

De aanwezigheid van een man

Iets te laat - en zeiknat - kom ik de yogales binnenvallen. De dames liggen al met de benen omhoog. Aan de zijlijn zit een glimmende, kale Surinamer in kleermakerszit. Hij kijkt toe. Hij zal volgende week onze juf een tijd vervangen. Ik krijg visioenen. Waarin het yogazaaltje wordt omgetoverd in een sportzaal. Spiegels verschijnen aan de wanden. De housemuziek gaat aan. We zullen niet met de benen omhoog liggen. Nee, springen zullen we. Jumpen. Zweten.
'Sorry, dat ik zo laat ben,' zeg ik. De yogajuf knikt zwijgend. Ik zie geen bh-banden uit haar stoere, grijze topje steken. Toevallig.
'Leuk topje,' fluister ik, 'nieuw?'
Even later lig ik ook heel rustig met de - glad geschoren - benen omhoog tegen de muur. Tussen de andere dames. En net als hen let ik niet op de mannelijke toeschouwer. We gaan op in de oefening. We verdwijnen, zeg maar.
Totdat de yogajuf zalvend zegt: 'Van deze oefening krijg je mooie benen. Het helpt tegen cellulitus en spataderen, want daar houden wij vrouwen helemaal niet van.'
Daar liggen we dan. Het zachte vlees.
We doen deze oefening al jaren. En die was - tot nu toe - altijd goed voor ons hoofd.
De visioenen houden aan.

woensdag 26 november 2008

Hoe schrijf jij?

Naar aanleiding van mijn bezoek aan de studenten van de HKU, m'n oude schooltje, bedacht ik net - tijdens het schrijven - hoe ik schrijf.
We spraken over het hoorspel Komt een vrouw bij de dokter. Het boek van Kluun dat ik bewerkte. Hoe je dat doet? Wat je kiest en waarom? Wat je uitgangspunt is?
Daarna kwam die vraag.
'En hoe schrijf jij?'
'Hoe schrijf ik?'
'Ja?'
'Eh? Gewoon, schrijven, en dan...' Ik zag mezelf steeds grotere gebaren maken tijdens het praten.
Net bedacht ik dus dat mijn eigen schrijven helemaal niet anders gaat dan het bewerken van een boek. Alleen ben ik dan de bewerker van mijn eigen materiaal. Het moet ook een eindje van je af staan, wil je het goed kunnen doen.
'Maar hóé doe je dat dan precies?' vraagt de imaginaire student nu.
'Watte?'
'Je eigen materiaal bewerken?'

dinsdag 25 november 2008

New York - Venlo

We gaan gelijk op, vriendin L. en ik, met ons mediaoptreden en onze prijzen.
Ik zat live in het Duizend Woorden radioprogramma in Hilversum, las het verhaal Vang Mij voor en ontving in mijn broekzak een sms-bericht.
Vriendin L. was op hetzelfde moment live in de televisiestudio in Aalsmeer. Miljoenen mensen zouden op die uitzending gaan afstemmen. Zo hoog waren de kijkcijfers nog nooit geweest. Vanuit de hele wereld zouden de cameraploegen toestromen. Elk journaal zou openen met haar hoofd. Maar dat wist toen nog niemand.
Tijdens de muziek, bekeek ik het berichtje : Ze is het echt!!! schreef het thuisfront.
Ze was het. Lisa van de donorshow. In mijn hoofd vielen de puzzelstukjes op z'n plaats. Haar geheimzinnige bezigheden van de afgelopen tijd.
Ik wist dat ik nieuws in m'n broekzak had, maar luisterde braaf het liedje uit en hoorde daarna een lange, trage verhandeling aan over mijn verhaal. Met lange, trage opmerkingen. En ik moest ook nog iets terugzeggen. Terwijl de hele wereld gefopt werd, en ik dat wist.

Nu is ze in New York omdat ze vannacht met het programma een Internationale Emmy Award gewonnen heeft, en mag ik zaterdag naar Venlo omdat ik een prijs won! De synchroniciteit is opvallend, nietwaar?

maandag 24 november 2008

Estafetteverhaal

Klik hier voor de eerste zes delen van het estafetteverhaal. Het schijnt uiteindelijk een geweldig, spannend en compact verhaal te zijn. (Ik ken het ook maar tot deel zes)

zondag 23 november 2008

Existentie aan de ontbijttafel (364)

'Sinterklaas is oud, hè?' merkt Jeetje plotseling op.
'Ja.'
'Heel oud?'
'Heel oud,' zeg ik.
'Maar hele oude mensen gaan toch dood?' Jeetje kijkt bezorgd.
'Sinterklaas gaat nooit dood,' zeg ik.
'Maar wat als álle kinderen dan dood zijn?' vraagt ze.
'Ja, dan gaat Sinterklaas ook,' zeg ik, 'want dan heeft hij geen reden meer om te bestaan.'
'Dan is het wel héél leeg in Amsterdam, hè? Als alle kinderen dood zijn.'
'Ja, maar dat gebeurt niet. Er komen steeds weer nieuwe kinderen.'
Ik doe mijn best zo nonchalant mogelijk te klinken en begin met veel geruststellend lawaai de tafel af te ruimen. Altijd die zware zaken aan het ontbijt.
'En zijn paard?' vraag Jeetje.
'Wat, liefje?'
'Gaat zijn paard ook niet dood of die wel?'

zaterdag 22 november 2008

Prijs

Ik dong mee naar een prijs. Maar ik wist niet dat ik meedong. Tot vandaag. Nu hoef ik de prijs alleen maar in ontvangst te gaan nemen. Dat is de manier waarop ik prijzen wil winnen. Niets longlist, shortlist. Je hoort het alleen als je gewonnen hebt.
Ik won de Nieuw Proza Prijs (voorheen Rabobank lenteprijs) voor mijn verhaal De Nomadensnaar dat in het literaire tijdschrift Lava stond.
In mijn boek heet het verhaal: Nomadensnaar. 'De' is ergens in het drukproces weggevallen. Dat heeft mij altijd stilletjes geërgerd. Ik wil de titel bij deze dan ook rehabiliteren. Als die tweede druk er komt, wordt het weer gewoon De Nomadensnaar.
Dat heeft het verhaal wel verdiend, vind ik.

vrijdag 21 november 2008

Tijd voor een nieuw boek

'Zo. Daar staan we dan,' zei een middelbare man aan de balie van de uitgeverij, voor de gelegenheid omgetoverd tot bar. Ik had mijn jas net opgehangen, en het eerste glas in handen.
'Ik was twaalf jaar bij mijn eerste vrouw,' zei hij, 'en nu alweer twintig jaar getrouwd met mijn tweede vrouw.'
'Dat is toch keurig netjes,' zei ik.
'Nietzsche heeft eens gezegd dat twintig jaar het maximum is. Dan moet je verder kijken.'
'O, jee.'
'Je moet het gewoon zien als een nieuw boek openslaan.'
'Dus jij ligt weer midden in een scheiding.'
'Dat zeg ik helemaal niet. Dat verband leg jij nu.
'Sorry, ik maak de gekste connecties.'

donderdag 20 november 2008

We zijn samen vandaag.

We gaan naar de markt. Varkenskadavers worden uit de vrachtwagen gedragen. Moeder neemt zich voor: geen vlees. We lunchen bij Krul. Tosti ham-kaas. Moeder leest er de bladen, Jeetje vraagt zich af hoe het met de vis gesteld is.
'Hij is helemaal alleen, mama. In zo'n klein kommetje!'
'Dat is zielig, hè,' zegt moeder zonder op te kijken.
Jeetje besluit de eenzame vis gezelschap te gaan houden.
'Misschien vindt die vis het juist wel fijn om alleen te zijn,' mompelt moeder vanaf haar plek.
We wandelen door het park, totdat Jeetje ontsnapt. Moeder laat Jeetje lekker lopen. Moeder zet de achtervolging dan toch maar in. We gaan dwars door modderpoelen.

Thuis poetsen we onze schoenen. Jeetje staat erop haar laarsjes zèlf in te spuiten. Moeder vindt dat absoluut niet goed.
'Mama, ik vind jou vervelend,' zegt Jeetje dan.
'Dat vind ik niet leuk,' zegt moeder naar waarheid.
'Nou mama, ik vind jou wel lief hoor. Maar je dóét vervelend.'
'O, zo'
'Ja', zegt ze, 'zo. En mag ik nu mijn laarzen inspuiten?'
'Nee.'

woensdag 19 november 2008

Club propaganda

Hier staat alles wat je altijd van mij had willen weten. Natuurlijk.

dinsdag 18 november 2008

Warmte

'Ik zal jou effe komen verwarmen, mevrouw,' zei de verwarmingsmonteur. Hij had mij anderhalf uur in de kou laten wachten.
'Het lukt jou zo wel?' vroeg ik. Ik zag alléén maar pupil in de ogen van de jongen. Zat hij nou ook al aan de coke?
'Ik ben boven aan het werk,' zei ik rustig. Dat vond hij waarschijnlijk goed. Hij zei er niets op. Hij begon de oude ketel te slopen. Een tijdje later hoorde ik een hoop lawaai en gelach. Ik daalde de trap af. Er was een vriend van hem gekomen.
'Wij zijn effe weg, mevrouw!' zei de verwarmingsmonteur, 'spul halen.'
'Letten jullie wel goed op met oversteken?'
Op een gegeven moment kwam hij toch terug om de nieuwe ketel te installeren. Hij werkte een uurtje. Toen hij wegging riep hij onderaan de trap: 'Mevrouw! Ik heb wat gemold.' Voor ik beneden was, sloeg de voordeur al in het slot. Hij was tijdens het werken door het aanrecht gezakt. En had een paar tegeltjes uit de keukenmuur geslagen.
Maar even later kwamen man en kind thuis, en werd het huis eindelijk weer warm.

maandag 17 november 2008

BOE

Na de pauze stapte er een jongeman het podium van Perdu op. Hij had een andere energie dan de voorstelling. Misschien was hij een frisse wind. Hij had een eigentijds sjaaltje om zijn nek. Zijn zwarte shirt zat strak om zijn welgevormde torso. Zijn ogen twinkelden. Een artistiekeling. Duidelijk klaar om de wereld te bestormen. Het beloofde wat. Tot hij met lezen begon.
Hij las, en las, en las, en las, en las, en las, en las, en las.
En bleek de olifant in de porseleinkast.
'Misschien was het iets te lang?' vroeg hij naderhand aan de organisator.
'We hebben - normaal gesproken - drie minuten voor het open podium,' zei deze langzaam.
'Mag ik de volgende keer weer komen?'
De organisator aarzelde.
'Dan kom ik met iets korters!'
'Het was hyper hyperrealistisch wat je las,' probeerde de organisator. 'Eh...wat schrijf je nog meer?'
'Ja, ik dacht dat het net zo ging als het open podium in Berlijn,' zei de jongeman. 'Je mag voorlezen totdat het publiek BOE roept.'

zondag 16 november 2008

Perdu

De familie het huis uit, de koude het huis in. Alle radiatoren kapot.
Mooier kan het niet samenvallen.

Water moeten opzetten om de afwas te kunnen doen. Zoveel afwas heb ik niet. Want als ik alleen mezelf heb om voor te zorgen, is het bijna teveel moeite een bordje uit de kast te pakken en er een boterham op te leggen. Heerlijk zorgeloos.

We hoeven niet alleen te zijn. Tot diep in de nacht gesprekken gevoerd over de verschillende soorten wormen die op een dag je lichaam als gastheer kunnen gaan beschouwen.
De Spoelworm (als een extreem lange regenworm, wit - want tijdens zijn leven weinig zon gezien - altijd dood als hij zijn gastheer weer verlaat, onduidelijk of de spoelworm in je darm op een dag gewoon aan ouderdom overlijdt of omdat je iets gegeten hebt waar hij allergisch voor was)
De Lintworm (mogelijk zeven meter lang, kan in stukjes zijn gastheer verlaten, leeft vaak nog)
Een menigte kleine krioel wormpjes. (ze kruipen de anus in en uit om eitjes te leggen, vermenigvuldigen zich razendsnel, tot je er van binnen helemaal wit van ziet)
Het was gezellig.

Vanmiddag Vorlesebühne in Perdu.
'Perdu,' zei mijn moeder nadenkend aan de telefoon - ik belde om te vragen hoe het met mijn kleine Jeetje was - 'Perdu, betekent dat niet verloren? Ga jij maar mooi voorlezen in Perdu.'

Een speciale middag van 6 specialisten van kort vreemd proza met als rode draad deze keer 'Schaamte-schuld-spijt'. Wat valt er te bekennen? Waarom hebben altijd ooms de schuld? Wat is schuld en wat is overmacht? Wat moet je doen als je meer spijt dan haren hebt? Mag je je schuldig voelen als je een meisje van drie een vuurtje weigert?

De lieftallige zangeres van bijzondere prozaische liederen Bertine Klappe is deze keer vervangen door het spitsvondige muzikale duo Bas Maree en Johan Hogenboom.
De schrijvers en performers zijn: Bernhard Christiansen, Sylvia Hubers, Maaike Haneveld, Marein Baas, Michiel Lieuwma, Caroline Kramer.
Drie mensen uit het publiek krijgen de gelegenheid om 3 minuten eigen prozateksten te laten horen, in Amsterdam zal in elk geval Elke Geurts zo'n speciale toevoeging aan het programma zijn.

Zondag 16 november, 14.00 uur (zaal open: 13.30 uur)
literair theater 'Perdu'
Kloveniersburgwal 86
Amsterdam

zaterdag 15 november 2008

Werkethos verstoord

Een maand of twee geleden. Het was ochtend. Jeetje was naar de crèche, wij braaf aan het werk. Toen ging de telefoon.
Man - die in de belendende kamer achter zijn computer zat - nam op. Ze bellen altijd voor hem. Zeker op dat tijdstip. Iets voor werk.
Ik verzonk weer in de woorden op mijn scherm. Tot ik aan de andere kant van de deur, zijn stem iets hoorde uitschieten: 'Elke, ja die is er. Een momentje.'
In mijn hoofd ging ik de mensen na die mij nu mogelijk zouden kunnen bellen. Het moest iemand zijn die me niet eerder gebeld had. Man leek niet vertrouwd met de beller. Maar wel een beetje verrast, of iets.
De glazen deur die ons scheidt, ging open. Man kwam op zijn bureaustoel naar me toe rollen.
'Hier! Elke Geurts voor jou,' zei hij zakelijk en rolde terug naar zijn werk.
'Hallo, met Elke?'
'Ja, met Elke Geurts,' zei een diepe, warme mannenstem.
'O. Wat leuk dat jij me eens belt,' zei ik.
'Ja. Ik heb je boek gelezen, en ik wilde je iets vragen...'
'O? Ja?'
Enfin. Daar ging mijn werkethos. Mijn concentratie. En mijn wat al niet meer. Al ben ik helemaal niet gevoelig voor bekende namen. Het was toch Elke Geurts. Al heb ik über-normaal gedaan. Dat is mijn specialiteit. Het bleef die dag een beetje door mijn hoofd spelen. Het optreden met o.a. Elke Geurts op 30 november a.s.
Het begint nu ook weer een beetje te komen.

vrijdag 14 november 2008

Vrijgezellig

Ze zijn allebei vertrokken, om pas op maandag terug te komen. En ik zit midden in de troep, op het punt van genieten, zoals vroeger - niets opruimen, eten laten komen, kranten & boeken laten slingeren, geen vaste tijden aanhouden, nergens voor. Losgaan. Mijn eigen leven, dan eindelijk weer. En schrijven natuurlijk. Veel schrijven. Niemand aan je hoofd.
Maar wat regent het buiten.
En komt Sinterklaas zondag aan zonder mij?
En je moet éérst het huis opruimen, voor je alles rond kunt laten slingeren, waar het rondslingeren moet. Als je vrij bent.
Waar wilde ik nu ook weer precies van genieten?
Het is altijd even inkomen, maar dan.

donderdag 13 november 2008

Omhoog

Op de heenweg viel Jeetje halverwege van de trap. Ze was vooral snel beneden. En al gauw liepen we samen - in vrede - in het zonnetje, met allebei een tas. Bij de slager kreeg ze een plak worst, bij de groenteboer een appeltje en bij de notenwinkel een abrikoosje. En ze zei overal 'dank je wel'.
Toen we op de terugweg de trap beklommen, bleef Jeetje halverwege staan: 'Ik kan nu niet omhoog vallen, hè?'
'Nee, dat kan niet.' Ik stond achter haar - in elke hand een volle tas en op mijn rug één. Ik wachtte.
'Waarom eigenlijk niet?' vroeg ze bedachtzaam.
'Alles kan alleen omlaag vallen, omdat we zwaar zijn.'
'O.' Ze dacht na.
'Loop maar even door, liefje. Ik heb veel tassen.'
We klommen verder omhoog. Tot ze ineens weer stil stond.
'We gaan allemaal een keer dood, hè?' vroeg ze.
'Jaha,' zei ik.
'Nu toch niet?'
'Nee, nu niet.'
'Het duurt nog lang voor we doodgaan.'
'Precies. Heel lang.'
'Maar ik wil nooit dood.'
'We hoeven ook nog helemaal niet dood. Loop maar door. Mama heeft echt hele zware boodschappentassen.'
'Niemand wil toch dood?' zei Jeetje en ze begon alle mensen op te sommen die ze kende, en die volgens haar allemaal zeker nooit dood zouden willen.
'We willen inderdaad liever leven,' zei ik snel.
'Maar we gaan tóch dood!' zei Jeetje. Ik hoorde een lichte triomf in haar stem.

woensdag 12 november 2008

Niks mis mee.

De tijd begint nu echt te dringen. Half mei wordt Jeetje vier. En ik weet niet waar ze naartoe moet.
Vanmorgen liep ik er weer rond. Op zo'n lagere school. Lage systeemplafonds, tl-verlichting. Hier en daar een gedroogd stuk hout. Dat betekent: herfst. Aan de grijze muren hangen a-viertjes waarop je je kan inschrijven om luizenmoeder te worden. Het is er koud, maar dat is toevallig, want de verwarming is kapot. Op de gang zijn hoekjes ingericht waar kinderen zelfstandig werken.
Och, misschien is deze school een optie? Niet ver van huis. En zo. De directrice zegt verstandige dingen. Niks mis mee.
'Het plekkenplan deugt niet,' zegt een vader, 'het plekkenplan van deze school klopt echt van geen kanten.'
We mogen de klassen inlopen. De meeste kinderen werken zoet. Ze zien er tevreden uit. Rustig. Lief. Daar gaat het toch om. Alleen de juffrouw van de allerkleinsten doet wat unheimisch aan. Maar ja.
'Die zit aan de coke,' fluistert een moeder. 'Heb je die pupillen gezien?'
'Ik vond haar niet prettig ogen,' zeg ik terug.
'O, ik dacht meteen: da's een junk.'
'Wel een beetje een zwart gat, ja.'

dinsdag 11 november 2008

Zien

Ik las de column 'Vreemder dan alles wat vreemd is' van Marjoleine de Vos in het NRC. Met een bril op mijn neus. Ik zag de letters scherp. Ze waren diepzwart. Ze hadden contouren. Ik zag. Zonder te turen. Mijn ogen rustten in hun kassen.
Ik las: het hele leven is vreemd - maar dat vind je meestal helemaal niet. Zou behoefte aan zingeving ook zoiets zijn, gebrek aan aandacht voor wat er gewoon is?
Ze citeerde ook een deel van het gedicht van Alberto Caeiro. Het anti-metafysische heteroniem van Fernando Pessoa. In 1993 las ik Pessoa voor het eerst (zijn Gedichten en Boek der rusteloosheid ) en gisteren flakkerde de liefde weer op als toen.

Soms op dagen van volmaakt en zeer scherp licht,
Waarop de dingen zo werkelijk zijn als ze maar kunnen zijn,
Vraag ik mij langzaam af
Waarom ik schoonheid toeken
Aan de dingen.

Een bloem bijvoorbeeld, heeft die schoonheid
Is er soms schoonheid in een vrucht?
Nee: ze hebben kleur en vorm
En ze bestaan, meer niet
Schoonheid is de naam van iets dat niet bestaat.
En die ik aan dingen geef in ruil voor het genot dat zij mij geven.
Hij betekent niets.
Waarom dan zeg ik van de dingen: ze zijn mooi?

Ja, zelfs mij, die alleen van leven leeft,
Bezoeken, onzichtbaar, de leugens der mensen
Met betrekking tot de dingen,
Met betrekking tot de dingen die eenvoudigweg bestaan.

Hoe moeilijk is het jezelf te zijn en slechts het zichtbare te zien!

maandag 10 november 2008

Winnen

Het kan me natuurlijk niets schelen, het zal mij poep zijn, het is allemaal subjectief, het is alleen al leuk om op zo'n lijstje te staan.
Maar zo'n longlist bevalt me niet. Helemaal niet. En als ik er níét op had gestaan, nog minder. Dat is het juist.
Van het een op het andere moment bevind ik me in een positie waarin ik kan 'verliezen'. Al moet je dat zo niet noemen. Echt niet. Van het een op het andere moment heb ik 'tegenstanders'. Al moet je dat zo niet zien. Natuurlijk niet. Het is geen sportwedstrijd. En al zijn de boeken niet met elkaar te vergelijken. Helemaal niet. Toch gaan mensen dat doen.
En wat dan nog.

zondag 9 november 2008

Tijdsbesef van een driejarige

Als ik doodga, huilen jullie een héle dag?

Veel en veel langer.

Twéé dagen?!?

vrijdag 7 november 2008

Nu wel.

Ik kwam in de winkel voor een heel ander boek, het lijkt haast een smoes, maar het was echt waar, en ik wil het niet, echt niet, ik vind het kinderachtig, maar kan het niet nalaten onopvallend langs de G te snelwandelen, m'n ogen even over de tafels met boeken te laten glijden, de rechtopstaande covers in de schappen te checken, op dat ene boek. Dat van mij. En in de winkel waar ze eerst nooit was, was ze nu wel. Fier rechtop stond ze. Gisteren precies hetzelfde verhaal, andere boekhandel.
Ik ga ook altijd naar boekhandels waarvan ik weet dat ze m'n boek niet hebben. Lichte vorm van zelfkastijding. Of om op te merken dat vooruitgang bestaat.

donderdag 6 november 2008

Home sweet home

Ik stop haar in. Ze kijkt me aan in haar blauw met roze Home Sweet Home pyjama. Het is toch wat; dat ik iemand een Home-Sweet-Home bied. Iemands Home-Sweet-Home een beetje bèn, zelfs.
'Wat zal ik dadelijk tegen jou zeggen door de babyfoon?' vraag ik.
Ze repeteert: 'Hier is mama, je bent niet alleen, je bent lief, je kunt goed skelteren en goed fietsen, je kunt goed kastanjes zoeken in het bos.' Een seconde daarna voegt ze er aan toe: 'En je kunt goed je tandenpoetsen met een elektrische tandenborstel.'
Even later hol ik het trappenhuis door, - van de derde etage, ik scheer langs de dichte voordeur van de tussenbuurvrouw - op weg naar de babyfoon. Beneden schreeuw ik keihard -we moeten keihard schreeuwen want het ding is een paar keer gevallen en werkt niet meer optimaal: HIER IS MAMA. JE BENT NIET ALLEEN. JE BENT LIEF. JE KUNT GOED SKELTEREN. JE KUNT GOED KASTANJES ZOEKEN IN HET BOS. EN JE KUNT GOED JE TANDENPOETSEN MET EEN ELEKTRISCHE TANDENBORSTEL.

Dan hoor ik van boven:
EN GOED FIETSEN!

EN GOED FIETSEN! bulder ik braaf, zet het ding weg en zet de computer aan, pak een boek, de krant, de telefoon, denk aan dat er geschiedenis geschreven wordt, elders.

woensdag 5 november 2008

Job, Jan-Peter, Barack, Peet.

Na eerdere gesprekken over Job Cohen, de burgemeester van de stad waar we wonen - heb ik Jeetje vanmorgen verteld van Jan-Peter Balkenende, de minister president van het land weer we vandaan komen. En toen van Barack Obama, de nieuwe president van Amerika. Amerika waar Mundo - haar crèchegenootje - nu al een half jaar is.
En mijn opa heet Peet, zei ze, niet Peter.

dinsdag 4 november 2008

Longlist debutantenprijs.

Het besluit van Dola Korstjens is geselecteerd voor de longlist van de Academica Debutantenprijs. Van de vijfentachtig ingezonden debuten, behoort m'n boek tot de vijftien genomineerden. En nu op naar de shortlist! Op naar de laatste zes.
En dan op naar de laatste één.

De waarheid stinkt

Deze ochtend vleit ze zich dicht tegen me aan op de bank.
'Mmm,' zegt ze verlekkerd.
'Ja, mmm,' zeg ik.
'Nu stink je niet, mama.'
'Wat?'
'Beneden stink je niet, boven in bed stink je.'
'Maar waar stink ik dan?'
'Als je ademhaalt.'
'Papa zeker ook?'
'Nee, papa niet. Jij stinkt.'

Ze had het weer gezegd.
Gisteren had ik al met grote open mond voor mans neus gestaan, om te vragen of hij soms ook bederf rook. Verrotting. Schimmels. Poep.
'De waarheid niets dan de waarheid,' walmde ik in zijn gezicht.
Hij zei dat hij echt niets rook.
Maar nu had ze het weer gezegd.

* Onthouden: vanavond een rol extra sterke pepermunt mee naar bed nemen. Voor morgenochtend. Zodat de kleine weer gezellig bij me komt liggen.

maandag 3 november 2008

Horror

Het werd als vanzelf een horrorweekend. Waarin alle lampen van ons huis kapot sprongen. Ook de spaarlampen.

Op Allerheiligen keken we 's avonds - op mijn aandringen - The Exorcism of Emily Rose, een film die zich ook op Allerheiligen bleek af te spelen.
Een rechtszaak waar de priester wordt beschuldigd voor moord op een meisje dat lijdt aan epilepsie. De priester, en het meisje zelf, dacht dat ze bezeten werd door de duivel. Maar voordat de duivel uitgedreven kon worden, moest ze stoppen met haar medicijnen. Dat doet ze. Uiteindelijk sterft Emily Rose.
De film is gebaseerd op een waargebeurd verhaal. Het meisje in kwestie heette Anneliese Michel en stierf in 1976. En in 1979 heeft de katholieke kerk - bij hoge uitzondering - officieel verklaard dat het meisje bezeten werd door de duivel.
De priester werd toentertijd schuldig verklaard, maar kreeg geen straf. M.a.w.: de wetenschap won. Maar half.

Op Allerzielen 's ochtends googlede ik "exorcisme". Ik keek diverse You Tube filmpjes van duiveluitdrijvingen. De dag daarvoor had ik al filmpjes van authentieke vodourituelen bekeken. Allemaal geesten die bezit nemen van een lichaam.

Op Allerzielen lunchten we 's middags bij Parnassia aan zee, zoals heel de wereld. Het dochtertje speelde idyllisch in het zand, tussen vele andere dochtertjes, met haar roze schepje. Toen plotseling de vrouw met de witte haarband - die bij de opening van de Vodoutentoonstelling achter ons aanzat - opdook. Met haar spiegelreflexogen. Heel even legde ze haar hand op het hoofdje van ons dochtertje. En verdween weer.

Dit weekend is ook gebleken dat ik een bril moet. De opticien zei tijdens de meting al: 'Rijdt u auto, mevrouw?'
'Zelfs op de fiets, mevrouw, raad ik u dringend aan een bril op te zetten.'

Maar we herkenden haar allebei, de Vodouvrouw.
's Ochtends hadden er ook al drie groene papegaaien op de waslijn van het balkon naar ons zitten kijken.

zaterdag 1 november 2008

Vriendschap

Tijdens een etentje kwamen we op vriendschap. Niet onze vriendschap. Maar vriendschap tussen vrouwen in het algemeen. We spraken over de vriendin van vriendin J. die uit zichzelf nooit iets liet horen.
Het onderwerp zat vriendin J. duidelijk hoog, en mij ook. Bij vlagen. Toevallig zat ik net in zo'n vlaag, dus het praatte lekker.
Ik zag haar de laatste tijd namelijk weer door de stad spoken. Of ik zag haar gestalte - zeker weten - zitten in het café waar we vroeger afspraken. Ze roerde in haar koffie verkeerd. Maar altijd als ze dan opkeek, bleek het niet de vrouw die mij vier jaar geleden per email gedumpt had.
Anderhalf jaar na deze mail zagen we elkaar voor het eerst. In een vreemde kroeg. Waar ze in vogelvlucht vertelde hoe haar leven zonder mij verlopen was - heel gelukkig was ze - en waar ze me uiteindelijk de ware toedracht onthulde van het abrupte beëindigen van onze vriendschap.
'Ik was jaloers,' zei ze, 'ik werd verteerd door jaloezie. Omdat het zo goed ging met jou. Voor mij niet om aan te zien. Zo goed.'
Ze vroeg voorzichtig of ik daar begrip voor wilde proberen te hebben.