vrijdag 28 september 2012

Afkomst

We hebben het de laatste tijd veel over afkomst en hoe dat je leven bepaalt. Net luisterde ik naar een radiointerview met een schrijfster die van adel is. Je pikt ze er meteen uit, zei ze. Je herkent ze aan de vanzelfsprekendheid te mogen bestaan. Aan de ruimte die ze innemen.
Dat is inderdaad zo, ik herken ze ook direct. Wie uit een gegoede familie komt en wie niet.
Ik niet.

We hebben het gehad over plakken leverworst met augurk op verjaardagsfeesten. Over fabrieksarbeiders en boeren die zeggen: Eten in sterrenrestaurant is niet voor ons soort mensen.
Ook daar kom ik niet vandaan. Al aten we vanzelfsprekend nooit in sterrenrestaurants. Wij waren tegen plakken leverworst met augurk.
Ik ben geen boerin.

Gisterenavond nog zei man tegen mij: 'jij kunt best in therapie. Je hoeft alleen maar te zeggen dat je uit Limburg komt.'




donderdag 27 september 2012

Haar best

'De overblijfjuf trekt haar eigen kindje altijd voor,' zegt Jeetje.
'Hoezo?'
'Ze geeft haar kindje een zak chips als wij brood eten.'
'O, chips.'
'Ja, en wij willen dan ook chips, maar dat krijgen we niet. Ze geeft het alleen aan haar kindje. Zelf heeft ze altijd een lolly in haar mond, of kauwgom, en ze praat alleen maar in een andere taal met de andere overblijfjuffen.'
'O.'
'Ja. Ik zeg het niet tegen de juf hoor.'
'Waarom niet?'
'Ik vind het zielig. De juf geeft haar misschien op haar kop, terwijl ze toch haar best doet.'


woensdag 26 september 2012

Het maakproces

Jeetje (7) en haar vriendin heb ik beneden aan het schilderen gezet.  
'Die van jou is veel mooier,' hoor ik Jeetje al vrij snel zeggen. 'Véél mooier,' voegt ze er dreigend aan toe.
'Ik vind die van jou ook heel mooi hoor,' zegt haar vriendin.
'Ik wilde gewoon iets moois maken,' roept Jeetje uit. 'Dit is echt HEEL lelijk.'
'Jij zegt altijd dat het niet mooi is wat je maakt. Altijd.'
'Ja, maar nu vind ik het écht lelijk.'
'Ik vind het wel mooi.'
'Je liegt. Ik weet best dat je liegt omdat je aardig tegen mij wil zijn.'
'Ik vind het écht mooi.'
'Dit is een meisje van voren gezien met een zijkant neus. Dat klopt helemaal niet. Dat ìs gewoon niet mooi,' zegt Jeetje.
'Het gaat er niet om wat je maakt,' zegt haar vriendin. 'Als je het maar leuk vindt om te doen.'
'Dat is niet waar. Het gaat er om dat het mooi is,' zegt Jeetje. 
'Nee hoor.'
'Jawel. Je hebt ook een neplachje trouwens.'
'Je kunt een nieuw schilderij maken?'
'Dat wou ik dus net gaan doen,' zegt Jeetje.

Het doet mij pijn aan mijn oren deze dialoog. 

maandag 24 september 2012

Het raadsel van de moordende moeder

Gisteren heb ik A perdre la raison gezien. Het waargebeurde verhaal van de moeder die haar vier kinderen vermoordt. Ik had me erg verheugd op die film.
'Misschien moet je je afvragen waarom je die film zo perse wil zien,' zei iemand me.
Een normale moeder die afglijdt in een duistere wereld en zo diep zakt dat ze haar kinderen uiteindelijk ombrengt. Ik wil denk ik dichtbij zo'n schrikbeeld komen. Ik wil het meemaken. Het is allang bekend dat de eigen ouders de grootste bedreiging voor een kind vormen. Het is niet de buitenwereld. Ik ben het zelf.
Maar na het zien ervan ben ik niet dichterbij de oplossing van het raadsel van de moordende moeder gekomen. Het bleef gewoon een vreemde move van die vrouw.

zondag 23 september 2012

Tijdsbeeld

Op een houten bankje aan het water lag het boek Succesvol solliciteren. Ik had het van veraf al zien liggen. De kaft flapperend in de wind. Er was in de omtrek niemand te bekennen dus lag het er al een tijdje. Naast de bank stond een vuilnisbak maar daar was Succesvol solliciteren niet in terechtgekomen. Kennelijk was het boek daar neergelegd opdat het nog door iemand gezien zou worden. Opgepakt. Misschien zelfs meegenomen. Iemand die er baat bij zou kunnen hebben. Ik bleef er even naar kijken. Ik draalde om Succesvol solliciteren heen, deed wat stretch oefeningen bij het bankje. Ik dacht aan mijn eigen boek dat in de ramsj terechtgekomen was. Hoe het er nu toch weer even uitgelicht werd, opflakkerde. Daarna rende ik verder zonder nog naar Succesvol solliciteren om te kijken. Zonder het zelfs maar te hebben aangeraakt.


vrijdag 21 september 2012

Nominatie Lastmens


Vanavond is de shortlist van de Anna Bijns Prijs 2012 bekendgemaakt. De volgende zes schrijfsters zijn in de race voor de prestigieuze literaire prijs:

* Saskia de Coster met Dit is van mij (Prometheus)
* Minke Douwesz met Weg (Van Oorschot)
* Elke Geurts met Lastmens (Nieuw Amsterdam)
* Vonne van der Meer met De vrouw met de sleutel (Atlas Contact)
* Charlotte Mutsaers met Koetsier Herfst (De Bezige Bij)
* Carolina Trujillo met De terugkeer van Lupe Garcia (Meulenhoff)

De Anna Bijns Prijs is een tweejaarlijkse titelprijs waaraan naast de Anna Bijns Bokaal een bedrag van 10.000 euro verbonden is. De prijs gaat afwisselend naar proza en poëzie. Met de prijs bekroont de jury afwisselend de beste literaire prozatitel of dichtbundel van de afgelopen vier jaar, geschreven door een vrouwelijk auteur. Dit jaar gaat de prijs naar een prozatitel.

Op donderdag 22 november 2012 wordt bekend wie de winnares van de Anna Bijns Prijs 2012 is. De beste vrouwelijke prozaschrijfster ontvangt dan de Anna Bijns Trofee en een cheque van tienduizend euro. De uitreiking vindt plaats in De Rode Hoed in Amsterdam.
De jury bestaat uit Liddie Austin, Arjen Fortuin, Wouke van Scherrenburg en Herman Pleij.


Betrouwbaar

We trokken de deur achter ons dicht, liepen met grote passen de straat uit, stapten in de tram en even later zoefden we de nacht in. Weg van de twee kamertjes naast elkaar. Eén kamer met kerstlampjes rond het bed en één met een wit ledikantje en daarnaast een konijn dat licht geeft. Weg van huis.
Deetje (2) had me vanuit haar bed angstvallig aan liggen kijken, twee vuistjes met elk een speen erin, en voor ze in slaap viel nog een paar keer 'ik wil mee' geschreeuwd.
Jeetje (7) had naar mij geglimlacht toen ik haar achterliet met een vreemde jonge vrouw op de rand van haar bed.
Haar had ik op marktplaats gevonden. Ze was een half uur eerder gekomen om kennis te maken en zag er onberispelijk uit. Niets op aan te merken. Net klaar met het VWO. Toen ik haar googelde had ik gezien dat ze zich elders op het internet aanbood om bijles wiskunde en economie te geven. Dat gaf de doorslag. Het andere meisje dat ik natrok had 'horrorfilms' opgeschreven als hobby op haar sociale netwerkpagina.  Haar mailde ik niet.

woensdag 19 september 2012

Desert Dunes

Ik durf de meneer van de reformwinkel niet aan te kijken als ik een pak Calming Tea afreken en een pak wierook, Desert Dunes. Alsof hij als hij mijn boodschappen ziet wel weet hoe laat het is. Vertel hem iets over mensen in grijze broeken en HEMAregenjassen die vlak voor sluitingstijd nog Calming Tea en Desert Dunes inslaan. Op dat moment gaat het aan mij voorbij dat niet het feit dat ik Calming Tea koop opvallend is, maar wel dat ik de meneer van de reformwinkel niet aankijk.
De meneer van reformwinkel heeft trouwens iets anders waar hij zich druk over maakt.
Ik heb een nogal onverschrokken meisje bij me van twee jaar, in een knalblauw Chinees jurkje, witte legging, oranje regenlaarzen, roze colbertje en daarover een rood-wit gestipte regenjas, dat op datzelfde moment met een stapel rollende manden door zijn winkel rent. Rakelings langs zijn glaswerk. Schaterend van het lachen.




dinsdag 18 september 2012

In je eentje

Het wit van de oogbal, bekeek ik. Ik zag de rode aders lopen. We hadden doekjes gepakt omdat we zouden gaan huilen. 
'Jij ook?' had ik gevraagd.
'Wij samen,' zei ze.
Het was lang geleden dat ik samen gehuild had. Ik kan me niet herinneren dat ik ooit met iemand huilde. Ik huil niet zo veel. Samen huilen al helemaal niet.
Ik had dan ook een grote hoeveelheid traanvocht. Dat kwam goed uit voor deze gelegenheid.
De opticien sperde haar ene oog wagenwijd open en deed voor hoe je lenzen in moet doen. Ik dacht aan tampons. De dag dat mijn moeder voordeed hoe je die inbrengt. Uiteindelijk is dat ook meer een werkje om je in je eentje te proberen.
Het is allemaal gelukt. Nu zit ik hier met twee plakbandjes op mijn ogen die ik eruit wil wrijven omdat ze me het zicht belemmeren. Zelfs de letters op het scherm kan ik op geen enkele manier scherp stellen. Dat komt omdat ik cilindrische ogen heb.  Het kan nog wel zeven dagen duren voor je iets ziet. 
Het is even wennen, maar dan voel je er niets meer van.

maandag 17 september 2012

Ontregelend

De yogajuf heeft twee verschillende schoenen aan zie ik in de kleedkamer. Een groene en een bruine. Leuk ontregelend voor een yogajuf, denk ik. Als we de gymzaal binnenkomen hangt er een zware zweetlucht. Ze denkt dat er hiervoor flink gestept is. We weten niet wat er precies gebeurd is, maar er is hoe dan ook stevig gezweet. We rollen de matjes uit in een cirkel en gaan erop liggen. We ademen. We moeten letten op het moment na het uitademen en voor het inademen, zegt de juf. Daar zit het 'm in. Daar pakken we snel onze rust. Ik adem in en uit en denk steeds dat ik heel oude sokken aanheb. Ik kijk naar die gedachte en ik laat hem los, zoals de juf ons steeds zegt. De geur van mijn sokken kan niet zó'n reikwijdte hebben. Ik adem en zoek naar dat momentje van rust.
'Die knallen steeds,' roept een vrouw boos.
'Heb je daar last van?' vraagt de juf.
'Ik ervaar dat als héél bedreigend.'
Nu horen we het allemaal. Het gedreun van een bal tegen de buitenmuur. Er zit geen ritme in. Je kunt niet op de bal bouwen. Misschien heeft de vrouw een oorlog meegemaakt, bedenk ik. Of gewoon in gewelddadige situaties gezeten. Met veel klappen. Steeds als de bal tegen de muur terechtkomt, ben ik bang dat ze gaat huilen.
We moeten proberen niet op de bal te letten zegt de juf. Laat de bal los.

vrijdag 14 september 2012

Folders

We dronken nog een gin tonic in de Ysbreeker. We hadden het over subsidie en de sociale woningbouw. Ik weet niet meer hoe we daarop kwamen. Het gesprek hopste van gratis stukjes schrijven voor het Parool naar subsidie naar sociale woningbouw.
Ze stelde: 'Ik vind dat geen van mijn vrienden subsidie mag krijgen of in sociale woningbouw wonen.'
'Ik krijg subsidie.'
'O,' zei ze.
'Ja.'
'Maar dat is een voorschot. Dat is wat anders.'
Nee,' zei ik, 'het is een werkbeurs van het fonds voor de Letteren.'
'Had je niet zonder gekund?'
Hier raakte ze een teer punt. Natuurlijk had ik zonder gekund. Als ik de beurs niet had gekregen, had ik zonder gekund. Ik had zonder gemoeten.
Toen kwam daar het punt van de sociale woningbouw.
Ze zei: 'Als je gestudeerd hebt, mag je geen gebruik maken van de sociale woningbouw. Dat moet een vangnet zijn voor de onderkant van de samenleving. Mensen die gestudeerd hebben, zijn slim genoeg om zelf hun broek op te houden.'
'Iedereen die ik ken, woont in sociale woningbouw,' zei ik.
'Dat is niet zo,' zei ze.
Dat was ook inderdaad niet zo. Maar ik word kriegel van zulke stellingen. Misschien wel van alle stellingen.
'Mensen die een studie gedaan hebben, moeten maar een baan nemen waar ze geld mee verdienen,' ging ze door. 'En anders in Almere gaan wonen. Of in Lelystad. Maar niet in het centrum van Amsterdam in de sociale woningbouw gaan zitten.'
'Ja, maar als je schrijft bijvoorbeeld verdién je nu eenmaal niet zo veel. Dan werk je wel hard, maar je krijgt er weinig voor.'
'Dan moet je maar folders gaan schrijven.'

woensdag 12 september 2012

Pok hoorde ik.

'Dit hebben we nog nooit meegemaakt,' zei de ene vrijwilliger van het stembureau tegen de ander. Het was 20.00 uur en de stembus zat vol. Er moest onmiddellijk een nieuwe geregeld worden. Ik heb mijn stem uiteindelijk in een vrijwel lege vuilniscontainer met gleuf gegooid. Pok, hoorde ik.
Ik vroeg me af of dat een goed of een slecht teken was.
Van alle kanten kwamen mensen aanlopen over het winderige schoolplein met een enkel papiertje in hun hand. Ze waren alleen. Ze zeiden niets. Ze liepen nog allemaal dezelfde kant op.
De eerste keer van mijn leven dat ik mocht stemmen, machtigde ik mijn vader. Die gaf mijn stem aan de tweede man van de Pv/dA, al had ik hem toen gevraagd de eerste vrouw van Groen Links in te kleuren. Ik heb daarvan opgestoken dat je nooit je vader moet machtigen te stemmen.
Sindsdien doe ik het zelf. Ik heb er voor vandaag lang over na moeten denken. Het was alsof mijn stem deze keer meer gewicht had.

dinsdag 11 september 2012

Mijn kleinzoon en ik

Er werd me vandaag in bad gevraagd wat ik in hemelsnaam met mijn kleinkind moest gaan doen als ik oma was. Ik kon namelijk niet knutselen en ik kon wel meer niet.
Wat kun jij eigenlijk wel?
We kwamen tenslotte uit op zwemmen. Ik zou dag in dag uit met mijn kleinkind moeten gaan zwemmen.

Ik zei: dacht jij dat oma vroeger net zoveel met mij deed als ze nu met jou doet?

Ze vroeg: houden oma's meer van hun kleinkinderen? Wat denk je, zei ze, houdt oma net zoveel van jou als van mij? Ze keek erbij alsof ze zelf het antwoord wist, maar dat voor zich hield uit piëteit met mij.

En wat, mama, als ik later een hele erge bink krijg. Zo'n druk jongetje dat alleen maar op en neer springt.
Ik wist ook niet wat.
Ze zei: dan hou ik toch van de bink omdat het mijn kind is.
Ik zei haar dat ze later misschien geen kinderen wilde.
Jawel, zei ze, ik wil ze al heel jong. Omdat ze mij dan veel langer hebben.

En mij ook, zei ik. Dan kunnen jouw bink en ik samen ontzettend veel zwemmen.


maandag 10 september 2012

Zwemmen

Terwijl Maxima in de grachten zwom, zwommen mijn ex-overbuurvrouw en ik in het IJmeer om een rondje Steigereiland te maken. Een stel meerkoeten zwom mee.
Het was 4,2 kilometer. Dus het leek ons te doen. De avond ervoor was er een straatfeest waar ik mijn voornemen besproken had. Er werd ietwat lacherig op gereageerd omdat we ongeoefende zwemmers zijn, maar ook werden we serieus gewaarschuwd voor onderkoeling en de mogelijke gevolgen daarvan. Je merkt er niets van, je wordt steeds slomer en dan ineens zink je. 'Het is als die kikker in een pan met kokend water,' zei iemand.
'Je moet zo'n rubberen shorty aandoen.'
Het was zonnig weer gisteren. Het zou wel meevallen met de onderkoeling. We doken de steiger af vlak bij mijn huis en zwommen kwebbelend langs de nieuwbouwhuizen terwijl de kou ons lichaam introk. Toen de brug naar Haveneiland in zicht was, merkte ik dat ik lichtjes aan het klappertanden was.  We hadden nog gevoel in onze tenen en vingers. Dus door zwommen we, langs dikke rietranden.
Er was geen steiger meer in het vooruitzicht waar we even op konden warmen.
'We kunnen altijd even op de brugpijlers klimmen,' zei mijn ex-overbuurvrouw.
'Daar onder is schaduw.'
Onder de brug waren vooral zwarte olievlekken, stekelige planten tussen onze benen, met onze handen probeerden we de gifgroene wolkjes van ons af te duwen, we raakten er allebei gewond aan onze grote teen. Boven ons hoofd reed tram zesentwintig.

vrijdag 7 september 2012

Plaats

Nadat ik aan de telefoon tegen mijn moeder geklaagd had dat het bij ons zo moeilijk was om aan tafel iets te zeggen zonder dat de kinderen er dwars doorheen praatten, dat ik eigenlijk nauwelijks overwicht had, adviseerde zij mij een nieuwe tafelschikking te maken.
'Let je nog wel op hoe jullie zitten,' zei ze.
Ik lette daar niet op.
'Jullie zitten in de verkeerde volgorde,' zei ze.
Ik deed wat mijn moeder zei en veranderde de plaatsen. Sindsdien is het rustig aan tafel. Harmonieus. We praten om de beurt.
Toen heb ik toch maar toegegeven aan mijn onbestemde verlangen om op de zolder te gaan werken. Daar zit ik nu, met de verzamelde sprookjes van Andersen onder mijn laptop.


woensdag 5 september 2012

De weg 2

Toen de bel ging dacht ik dat het mijn online bestelde schoenen waren, maar het was een man met een bril en lieve lach. Hij kwam me de weg wijzen.  Zijn gezicht had erg veel overeenkomsten met het gezicht van mensen met het syndroom van Down. Daar moest hij vroeger mee gepest zijn.
'De laatste tijd willen veel mensen me de weg wijzen,' zei ik.  'Op de camping ontmoette ik ze. De kapper begon er ook al over.'
'Dat is misschien een teken.'
'Ik dacht al dat je dat ging zeggen.'
'Gelooft u dat de bijbel het boek van de mensen is?' De man ging er meteen vol in.
'Ik vind de bijbel slecht leesbaar,' zei ik, 'dat zei ik ook al tegen de kapper. Het verhaal is ook  nogal ongeloofwaardig. Grotesk eigenlijk.'
De man pakte een mini handbijbel erbij en las mij een hartverwarmend stukje voor. Ik dacht nog: dit moet ik onthouden. Het ging er in elk geval over dat ik veilig was, gewaardeerd werd en helemaal niets meer hoefde te vrezen. Daar is niets mis mee.
'Gods koninkrijk zal op aarde regeren,' zei de man enthousiast. 'Dan is er geen armoede meer, geen oorlog, geen ellende. Dan is alles goed. Dan hebben we helemaal geen andere slechte regering meer nodig.'
'O, regeert God ons nu niet dan? Doet hij helemaal niks?'
'Gods koninkrijk is nu nog in de hemel.' Hij wees naar boven. 'Het zal pas op aarde komen als wij de bijbel goed lezen en ernaar handelen.' Hij keek me aan alsof het mijn schuld was dat het nog niet zover was.
Na een tijdje zei ik: 'Het heeft echt geen zin meneer, dit gesprek met mij. Ik vind het zielig voor je. Ik word niet gelovig.'
'Dat hoeft niet. Ik vind het alleen al fijn te merken dat u nadenkt.'
'Ik zou het fijn vinden als jij dat nou ook eens deed.'
Hij lachte aarzelend.
Op dat moment kwam man aanfietsen met een groot pak luiers voor op zijn fiets, een enorme tas aan het stuur en een peuter achterop.
'De boodschappen!' riep mijn verlosser. 'Hier zijn de boodschappen.'
'Hier is al iemand met de boodschap!' zei ik.  'Maar gewoon boodschappen zijn wel praktisch, vind je ook niet meneer?'

dinsdag 4 september 2012

Feiten checken

'Mama, mamaaaa!' hoor ik Deetje boven roepen. Ik heb geen zin. Maar als ik hier geen gehoor aan geef, wordt het erger. Dus loopt moeder de trap op.
'Ik ben twee!' schreeuwt ze als ik naast haar bed sta. 'Ik ben twee jaar.'
'Dat weet ik ook wel.'
'Mijn naam is Deetje Lou Helena.'
'Ja?'
'Jij heet Elke. Jij bent mijn mama.'
Ik knik. Het meisje in haar trappelzak kijkt me aan.
'Mama moet werken,' zegt ze. 'Papa moet werken. Deetje gaat naar de creche, naar Max en Logan. Maxi is twee en Logan is twee. Jeetje gaat naar school. Jeetje is zeven jaar. Ik ga ook naar school als ik vier ben, maar ik ben nu geen vier.'
'Nee, jij bent twee.'
'Ja, ik ben twee.' Ze pakt haar speen erbij, draait zich op haar zij. Ze weet geloof ik genoeg voor vanavond. Ik kan vertrekken.

maandag 3 september 2012

De mensen bezocht

Op zondagochtend hebben we mensen bezocht die een nieuwe trampoline in de tuin hadden. Uit alle macht probeerden de kinderen boven het veiligheidsnet uit te springen. Maar dat lukte niet. Omdat ik mij tegen de vrouw uitgelaten had over het einde van de grote vakantie en de daarmee samenhangende gruwelijke luizenplaag en hoe moeilijk het is om die beesten uit te roeien, mailt ze mij vandaag steeds over een vermeende vreemde jeuk.
In de middag gingen we naar mensen die net geretourneerd waren van vijf weken Amerika en Canada. Maar juist op het moment dat wij aanbelden, ontdekten ze dat hun op afstand bestuurbare levensgrote haai uit New York was weggevlogen. Dit zorgde voor oproer. Terwijl zij op zoek gingen naar de ontsnapte haai, zaten wij doodkalm in hun heerlijke tuinstoelen met brede armleuningen.
'Daar kun je glazen opzetten,' zei man.
'Ja, zei ik. 'Dan hoeven we de glazen niet steeds op de grond te zetten. Zodat we er bij het opstaan over struikelen.'
'Niet steeds dat gedoe van het glas opvegen,' zei man.
In de verte zagen we de man des huizes over de daken lopen. Achter ons hoorden we de vrouw telefoneren over de verdwijning van de haai. De kinderen waren zo snel mogelijk met z'n vieren naar boven vertrokken om het niet mee te hoeven maken.
Diezelfde dag nog, ergens tussendoor, zagen we ook de overburen terug.
'Ik heb wel een luie geest gekregen,' zei de buurman, 'ik was in Frankrijk constant alles kwijt.'
'Als-ie zijn sleutels net zelf had weggelegd, vroeg-ie twee minuten later waar ze waren,' zei de buurvrouw.
Hieruit kan ik concluderen dat mijn geest aartslui is. Wie het presteert om in het Torpedotheater, het allerkleinste theater van Nederland, na afloop van de voorstelling als een dolle op zoek te gaan naar haar onbeduidende zwarte jasje, daarbij de hele tent mee laat zoeken en er een uur later pas achterkomt dat ze 'm in haar handtas gepropt heeft, heeft een onmiskenbaar luie geest.
Aansluitend hierop: Ik zou vanavond een proefles yoga nemen, maar man heeft net op dat tijdstip een bankstoffeerder geregeld die onze bank komt ophalen. De kleur van de bank is een beslissing die je samen neemt, vind ik. Volgende week pak ik mijn luie geest aan.

zaterdag 1 september 2012

De weg

We waren alleen in de zaak toen de kapper plotseling over God begon. Ik lag achterover met mijn hoofd in de bak en hij was bezig mijn haar nat te maken. Ik schrok ervan.
'Ik hoor hem overal,' zei de kapper.
'Nu ook?'
'Ja,' zei hij. 'Nu hoor ik hem ook.'
Natuurlijk hoorde ik niets bijzonders.
Ik schrok denk ik omdat ik God totaal niet verwacht had. Onlangs was mij juist ter oren gekomen dat ik voor mijn onderzoek naar de seksfeesten op IJburg bij deze hippe kapsalon moest zijn. Hier schenen ze meer te weten. Bijna alles. Er werd gefluisterd over filmpjes en fotoboeken die onder de toonbank lagen. Maar dat God daar ook bij lag, had ik nooit gedacht. God en seksfeestjes kan ik in mijn hoofd sowieso niet goed met elkaar verenigen. Waarschijnlijk is dat mijn rigide denkwijze. Misschien gaat dat juist heel goed samen.
De kapper bevoelde mijn schedel op weke plekjes terwijl hij sprak.
'Er is maar één weg,' zei hij. 'En als je die niet bewandelt, gaat het mis.'
Dat mocht duidelijk zijn. Gelukkig hadden zijn ouders hem die ene weg vroeger al meteen getoond.De mijne hadden me niets laten zien. Voor mij was alles mogelijk.
'Ik lees de Bijbel elke dag.' Hij waste mijn haar grondig.'Dan is God nog dichter bij me.'
'Wat goed! Ik vind de bijbel altijd ingewikkeld.'
'Ik lees een makkelijke bijbel,' zei hij en spoelde mijn haar uit. Hij drapeerde een handdoek om mijn hoofd en glimlachte naar me. Hij wist meer. Hij wist alles.