donderdag 30 augustus 2012

In tijden van twijfel

In tijden van twijfel komt er altijd een telefoongesprek omhoog dat ik als 21-jarige had met de broer van Mark. Ik weet zijn naam niet meer. Hij sprak heel erg zacht, bijna mompelend. In mijn herinnering belden we lang. Ik weet niet meer hoe we ertoe kwamen. We hebben elkaar maar één keer gebeld. We zagen elkaar nooit, we waren ook geen vrienden of iets dergelijks. Eens per jaar kwam ik hem tegen bij een voetbalwedstrijd op de gekraakte boerderij in Culemborg. We begroetten elkaar dan hoogstens.
In die tijd was ik net verhuisd van Culemborg naar Amsterdam omdat je daar naartoe moest gaan als je werk wilde krijgen in de kunstsector. Maar met de kunsten had hij niks te maken. Hij studeerde iets onbegrijpelijks. Iets biochemisch. De broer van Mark woonde al jaren in de stad. Misschien was dat de reden van ons telefoongesprek? Er waren verder weinig mensen die ik daar kende. In elk geval weet ik nog dat hij ineens zei: 'Het is goed om te twijfelen. Mensen die twijfelen zijn beter dan mensen die nooit twijfelen.'
Mijn wereldbeeld kantelde even. Op die manier had ik het werkelijk nog nooit bekeken.

woensdag 29 augustus 2012

Oordeel

Het is de tweede dag dat ik in mijn sporttenue de hele dag draag en pas na zessen vandaag heb ik even gerend. Zwart t-shirt, korte rode Pumabroek, roze fluoricerende sportschoenen die ik twee maten groter aan moest schaffen van de mevrouw die er verstand van had. Toen ik bij de aanschaf een flesje bier kreeg, twijfelde ik wel aan haar oordeel. Met die grote kleurige schoenen aan mijn voeten zit ik achter de computer. In dat tenue zit ik aan tafel. Ik scheur plaatjes uit een IKEA-gids. Van een muur die ik mooi van kleur vind. Een keuken die me aanstaat. Een hoogslaper voor kinderen. Een gebloemd dekbedovertrek. Een schommelstoel. Ook heb ik twee pagina's met schoenenkasten uitgescheurd. Niet omdat die mooi zijn maar omdat ze blijkbaar bestaan en mijn schoenen overal liggen.
Tegen zessen is het of een salade maken of wegwezen. Ik ben weg. Luisterend naar filosoof Kukhuhn die iets vertelt over de overeenkomst tussen wiskunde- en muziektheoriën. Die verruil ik al heel gauw voor een dichteres die op mijn I-pod staat, Liesbeth Lagemaat. Zij spreekt over haar interesse in andere werelden, de pad in haar tuin op wie ze verliefd werd, Marquez en surrealisme. Dat kan ik beter aan. Op een bepaald moment heb ik haar ook uitgezet. Het is soms beter om helemaal niets aan je kop te hebben.

maandag 27 augustus 2012

Zwart

Het water was donker, het klotste en golfde. Het woei. Een inktzwart wolkenfront kwam dichterbij. Jeetje (7) en ik liepen de steiger voor café Vrijburgt op. Het was zeven uur 's avonds. We waren vastbesloten erin te gaan. We lieten onze handdoeken van ons afglijden. We rilden. Zij ging van het trapje aan de ene kant van de steiger ik nam het trapje aan de andere kant. Met mijn middel stond ik in het water toen ze zei dat ze er toch niet in wilde.
Ik provoceerde haar en zei: 'watje.' Ik liet me voorover vallen. 'Het is helemaal niet koud als je er in bent.'
Man en Deetje (2) kwamen er intussen aangelopen. Jeetje treuzelde nog bij het trapje. Omdat ik geen zin had om te wachten, begon ik vast te zwemmen. Toen ik bijna aan de overkant was, hoorde ik man roepen. Ik draaide me om en zag het blonde kopje van Jeetje halverwege de plas. Haar kinnetje stak net boven het water uit. Ze zwom tegen de wind in. Ik kon haar gezichtsuitdrukking van hieraf niet zien. Man stond op de steiger erachter te roepen dat ze dus tóch was gaan zwemmen. Dat ze achter me aan kwam. Naast hem stond het kleine meisje naar het water te kijken.
Recht boven Jeetje was het nu zwart en recht onder haar ook. Als ze nu maar geen kramp krijgt, dacht ik.

vrijdag 24 augustus 2012

Intermezzo

De werkzaamheden verliepen moeizaam toen de telefoon ging. Een onbekend nummer. Een verrassingstelefoontje. Waarschijnlijk iemand van een krant of weekblad die me zou gaan vragen columnist te worden. Iemand die me een reis aanbood met de vraag daar een stuk over te schrijven. Het was de mevrouw van de postcodeloterij.
'U woont op postcode 1079 LW?'
'Niet meer.'
'Ik heb u sowieso iets geweldigs te vertellen.'
'Ik woon daar niet meer. Dus laat maar.'
'U valt in de prijzen. Ook mensen die daar ooit gewoond hebben, vallen in de prijzen.'
'Laat toch maar.'
'U zegt laat maar. Mag ik u vragen waarom?'
'Ja, al die prijzen steeds. Ik word daar zo moe van.' Ik zuchtte. 'Het hoeft van mij gewoon niet.'
'Nee, tienduizend euro wat moet u daarmee?'
'Ja,' zei ik. 'Allemaal ballast.'
'En u heeft geeneens tijd om het uit te geven,' zei ze.
De mevrouw van de postcodeloterij begon te lachen. Ze gierde het uit. Ze kreeg de slappe lach. 'Uw antwoord is ook wel eens verrassend,' hikte ze. Toen begon ik ook.
De mevrouw en ik hadden samen de slappe lach. Ze probeerde me nog te vertellen over het bel-me-niet-register maar dat lukte haar niet. We lachten. En toen we ophingen, voelde ik me een heel verrassend type.

donderdag 23 augustus 2012

Wat niet verandert

Ik was net op de verjaardag van jongetje dat vijf werd. Ik schrok echt omdat zijn vader er ook was. Hij zat met de jarige op de nieuwe trampoline die in de tuin stond. Een bakbeest waar een vangnet langs was gespannen. Toen vader en zoon even later ook nog gingen stoeien op de trampoline had het iets weg van een kooi. Twee leeuwen in een kooi. Maar ik schrok dus. De stiefvader had opengedaan en ik liep nietsvermoedend naar de tuin toen ik de vader dus zag zitten. In die kooi. Even later aten we allemaal taart aan tafel. Iedereen deed er verder normaal over. Het was ook best normaal.
Een jaar of vier, vijf geleden was dit zelfs de normaalste zaak van de wereld.
Twee dagen geleden had ik ook al een gescheiden stel in mijn huis gehad. Toen had ik naar de vertrouwelijke informatie geluisterd die uitgewisseld werd over het kind en nu hoorde ik het ook weer. De manier waarop twee ouders met elkaar praten over hun kind blijft hetzelfde. Het is mooi om te zien dat dat tenminste niet is veranderd. Niemand komt daartussen. Dat moet voor het kind ook heel fijn zijn om naar te luisteren.

woensdag 22 augustus 2012

All that matters is work

Werkdag 2 aan boek. Waar ik achtergekomen ben is dat een manuscript geen wijn is die lekkerder wordt naarmate je 'm langer laat liggen. Geen kaas die vanzelf rijpt.
Tijdens mijn afwezigheid is er helemaal niks gebeurd. De personages werden niet leuker. De alinea's kregen geen extra glans. Integendeel.
Nu ik er weer ben, is mijn blik juist meedogenlozer dan ooit. Wat ik voel is afstand, wat ik zie is werk, wat ik zet: strepen.
Heerlijk. Of nou ja.

dinsdag 21 augustus 2012

Moord of pinguïneieren

Ze zit op de bovenste traptrede en fluistert dat ze niet kan slapen. Ik hoor haar wel maar negeer het. Ik lig op het kleed naar het journaal te kijken; de facebook-moord en de moord op een zeventienjarige waarvan twee kinderen van veertien en vijftien verdacht worden. De nieuwslezer zegt dat we nu niet moeten denken dat er een hausse aan jeugdige moordenaars is.
Jeetje fluistert iets harder dat ze niet kan slapen. En nog harder.
'Ga naar bed jij! Hup slapen.'
'Maar ik vind dit zo leuk.'
'Dit is niet leuk.'
'Jawel, ik vind het leuk.'
'Je zegt maar wat. Ik kijk gewoon het journaal.'
'Dat vind ik nou net leuk.'
'Morgen kijk jij naar het jeugdjournaal. En nu naar bed.'
'Het jeugdjournaal is niks aan.'
'Waarom niet?'
'Daar komt nóóit een moord op, of gevangenisstraffen.'
'Dat klopt,' zegt man, 'bij jullie journaal gaat het weer meer over pinguïneieren die uitkomen.'

maandag 20 augustus 2012

Hippie 2

Op donderdagavond reden we halsoverkop naar een duinpannetje in Texel om de tropische hitte en de vrijdagfiles voor te zijn. Om alles voor te zijn.
In het diepst van mijn wezen kan ik dan wel een hippie willen zijn - daar komt ook mijn verhaal de Nomadensnaar uit voort - maar ik weet na dit weekend kamperen ook weer dat, iets minder diep, het luxepaardje hinnikt. Dat is hoogstens een mooi weer hippie. Een van alle gemakken voorzien hippie. Als ze s' avonds maar onder een goeie douche kan staan om het zand eraf te wassen, als ze maar een schone handdoek heeft. Voor haar geen kind dat uit het klimrek valt en haar voet kneust, geen peuter die niet gaat slapen als ze zou moeten slapen, naast haar in het hemelse duinpannetje alsjeblieft geen Brabantse buren die een familiebijeenkomst houden, geen ijskoude nachten als ze niet genoeg beddengoed heeft, want van al deze dingen krijgt het luxepaardje vreselijke steken in haar hoofd. Ze weet ook niet wat het is.

Ik las vanmorgen een interview met Bernlef in de VK van afgelopen zaterdag. 'Ik ben geen man van de daad. Ik ben een waarnemer, een toeschouwer. Ik kan niet op zo'n assertieve manier aan het leven deelnemen als sommige mensen dat kunnen. Misschien heb je als schrijver ook wel een bepaalde mate van afstand tot het leven nodig om het te kunnen verbeelden... 'er is een verschil tussen reizen als toerist en je echt in het avontuur storten.'
Ik kon me er helemaal in vinden.

'Je bent een hippie of niet,' zei man toen ik die donderdagavond nog tegensputterde. Het was mijn idee om op stel en sprong te vertrekken en daarna ben ik ook altijd degene die tegen begint te sputteren. Misschien wilde ik het openen van het document BOEK 3 ook wel voor zijn. Maar dat kan ik haast niet geloven want boven alles ben ik een werkpaardje.
Degene die in mij een boventoon voert is toch wel de tegen-sputteraar. Tegen mijn eigen ideeën sputtert die nogal graag.

woensdag 15 augustus 2012

Hippie

We kunnen er dan wel grapjes over maken, maar diep van binnen wil ik een hippie zijn. Op vakantie zag ik haar - de vrouw die ik zou willen zijn - door de zee lopen, gebruind, nergens een randje vet, want de hippie eet geen vlees en geen snoep, ze droeg zo'n rare wijde pofbroek, hemdje, hond aan haar zijde, leren bandjes om haar armen, meer niet. Ze bewoog zich vrij. Ze was vrij. Ze trok zich niets aan van ons, wij die daar zaten. Geen geld hebben en toch overal komen. Ik weet niet hoe ze dat doen. Als ik het concept verder uit ga diepen, stuit ik al gauw op de problemen van het hippie-bestaan. Misschien is 'hippie' ook niet de juiste benaming. Ik weet niet hoe ik ze moet noemen. Je ziet er nu ook wel veel in de stad. Maar die vieze hippies bedoel ik niet.
We doen vaak een beetje lacherig over de hippie. Het is niks voor ons. Wij zijn zo niet. Maar er is iets dat me aantrekt in hun zijn. Ooit in bioscoop Kriterion was er een nomadische jongeman die dwars door me heen keek. Hij vroeg in het Engels ga je met mij mee of niet? Ik deed het niet natuurlijk. Het sloeg nergens op. Vreemde hippies die vragen of je met hen meegaat. Dat is vragen om ellende. Allemaal escapisten, die lui.

maandag 13 augustus 2012

Lia

We liepen voor het eerst weer door Amsterdam, Jeetje (7) en ik. Zij was goddelijk mooi met haar witte t-shirtje, lange bruine benen onder een te kort geworden rokje en ze sleepte het pluchen hondje Lia met zich mee aan een touwtje. We waren tevergeefs op zoek geweest naar de kinderboekwinkel op de Nieuwezijdsvoorburgwal en namen nu de snelste route naar de boekwinkel in de Haarlemmerstraat. Ergens achter het Spui liepen we toen ik zag dat Jeetje oogcontact had met een hoer. Een moment daarna keken ook de vrouw en ik elkaar aan. Een split-second. We glimlachten.
'Ze zwaaide naar mij,' zei Jeetje toen we doorliepen. 'Maar waarom stond ze daar nou zo in haar bikini? Ze deed zo.'
Jeetje zwaaide met haar billen en knipperde met haar ogen en tuitte haar mond.
'Dat was een prostituee,' zei ik.
'Een wat?'
'Een pros-ti-tuee.'
'Waarom staat ze daar?'
'Dat is haar beroep. Ze verkoopt haar lichaam.'
Jeetje keek me aan. Niet-begrijpend. Ik kan net niet in dat hoofdje kijken, maar ik zie gewoon dat er razendsnel gedacht wordt. Ze nam ook geen genoegen met mijn abstracte uitleg.
'Mannen willen kusjes van haar en daar moeten ze voor betalen.' Zoiets zei ik.
Op dat moment kijken we een souterrain in waar een vrouw in bikini zich net over een bed buigt om het op te maken of af te halen.
'Hier heb je er wéér één!'
'Ja.'
'Het lijkt me toch niet zo'n leuk beroep,' zegt ze even later.
'Dat is het ook niet,' zeg ik, 'die vrouwen kunnen vaak niet anders. En ze moeten toch geld verdienen.'
'Ik zag net ook al een heleboel blote mannen op posters,' zegt ze en trekt het witte hondje achter zich aan. Lia is inmiddels helemaal smerig geworden van onderen. Een bruin buikje, bruine pootjes.