woensdag 1 december 2010

Mutsloos

Het is een dik half uur fietsen van zijn kamer naar ons huis. Hij draagt twee jassen over elkaar, twee paar handschoenen, een sjaal, maar geen muts. Als hij binnenkomt, moet hij eerst een tijdje krom staan om warm te worden.
'Het waait,' zegt hij, 'snapt?'
'Misschien moet je een muts opzetten?' zeg ik.
'Nee,' zegt de schoonmaker. 'Ik zet nooit een muts op.'
'Waarom niet?'
'Dan denken ze dat ik een crimineel ben.'
'Iedereen draagt nu een muts.'
'Ik zal dat nooit doen. Met een muts op zie ik er uit als een crimineel. En dan pakken ze me op.'

Tijdens het werken ontdooit hij. Dan stapt hij weer op zijn racefiets. Hij fietst terug. Over niet gestrooide paden. Op zijn dunne bandjes.

Geen opmerkingen: