maandag 13 maart 2017

Column Trouw, 11 maart


Het goede verhaal

Voor ik de meisjes op ga halen bij opa en oma, pleur ik zijn kleren scheermesjes, aftershave, pak condooms, in drie Euroshoppers en zet ze klaar in de keuken met een briefje erop.
Dag ex, ik heb je spullen voor je ingepakt. Groet ex.
Als we thuiskomen, zijn de tassen weg en ligt er een briefje op tafel. Bedankt voor de verhuisservice.
Zo staan we ervoor.
Toen ik aan deze inval-columnreeks begon, dacht ik: binnen drie maanden is het ook vast goed gekomen. Dan zal de verdwenen liefde van man wel teruggekeerd zijn. Dat is gebeurd. Zijn liefde is teruggekeerd. Maar bij een ándere moeder met twee kinderen. Een kleine weeffout van de liefde.
Maar dít verhaal zou ik niet vertellen.
Ik wilde mijn uiteenvallende gezin weer ‘heel’ schrijven.
Helaas heb ik als schrijver geen enkele hand in de loop ervan. De greep die ik heb, is die van een drenkeling die een reddingsboei vasthoudt. En niet weet waarheen ze zal drijven.
De werkelijkheid laat zich niet beïnvloeden. Die trekt zich nergens iets van aan. Maar wat zou ik voor schrijver zijn als ik het niet eens zou proberen?
Misschien had ik toch dictator moeten worden.
Goed, ons gezamenlijke verhaal bestaat nu niet meer.
Ex weet zeker dat het leven met mij een verschrikking was, een kale akker, waaraan hij ternauwernood heeft weten te ontsnappen. Ik denk nu dat ik een kwart eeuw in het gezelschap van een pokerface verkeerde, iemand die ik meer vertrouwde dan mezelf.
Er bestaan alleen nog twee afzonderlijke verhalen die elkaar nergens kruisen. Ze plaatsen ons leven samen, achteraf gezien, in een heel ander licht.
Maar er is niet één kloppende werkelijkheid. Er is niet één waarheid. Het is wat je ervan maakt.
Wij maken er niks goeds meer van. Ons gezin is uit elkaar gevallen. We blijven over met de brokstukken.
De meisjes begrijpen al helemaal niet waar het gezamenlijke verhaal ineens gebleven is. Dat zullen wij toch écht een keer opnieuw voor ze moeten gaan creëren. Van voren af aan. Woordje voor woordje. Zin voor zin. Zo goed als mogelijk. Al betwijfel ik of iemand van ons er uiteindelijk gelukkiger van zal worden.

Goed, ik hoor net dat ik door mag gaan met deze column. Het verhaal hier is nog niet afgelopen. Misschien heb ik gewoon iets meer tijd nodig om te vertellen wat ik van plan was? Zeker weten doen we niets.

Geen opmerkingen: