woensdag 30 september 2015

Tegen die tijd

Ik vroeg me steeds af wat Campert er zelf van dacht. We luisterden met z'n allen naar een briefwisseling tussen hem en Simon Vinkenoog van zeker zo'n 50 jaar terug. Het werd licht ironisch voorgedragen door twee jonge dichters. Het waren goeie nonsense brieven. Dat zeker. De wereld was één groot spel. Maar daar zit je dan. 85 jaar oud. Er worden at random wat van je brieven voorgelezen. De zaal lacht om je boude beweringen van toen.
Een paar keer betrad Remco Campert zelf het podium. Een magere man met een stok en die eeuwig jeugdige uitstraling. Hij is er, maar niet helemaal. Nooit helemaal.
Ik dacht steeds dat degene die hem begeleidde net te vroeg zijn arm losliet. Hij moest nog één traptrede en dan alleen verder op het podium met al die draden en dingen. Maar hij viel niet. Hij droeg voor uit zijn nieuwe bundel met een Jazz band. De camera's zoomden nog verder in toen hij zijn gedicht over de dood voorlas. Het laatste gedicht. De broze man op het podium. Zijn stem. Zijn woorden. Er gebeurde iets magisch in de zaal.  Dit zal het fragment zijn dat we keer op keer op het journaal terug gaan zien, tegen die tijd. Ik denk dat hij dat zelf ook wist.

Geen opmerkingen: