vrijdag 9 december 2016

Waar of niet waar

De meisjes op bed. We rookten nog een sigaret in onze tuin voor hij weer naar Boven de Turk zou gaan. Ik vertelde dat ik trammelant had gehad met iemand die vond dat ik een element uit een ontmoeting met haar niet mocht gebruiken in een stukje. Dat was háár verhaal, niet het mijne.
Tegen man zei ik: 'Maar goed dat ik met jou getrouwd ben, en niet met haar. Ik zou niets op kunnen schrijven.'
'Ik weet toch dat je stukjes niet waar zijn,' zei man.
'Niet waar?'
'Nee.'
'Nou, ze zijn juist ontzettend wáár.'
'Ja, maar het is verzonnen.'
'Het is niet verzonnen hoor.'
'Je maakt er miniatuurtjes van,' zei man. 'Het is literatuur, bedoel ik. Het is geen dágboek.'
'Nee, het is geen dagboek.'
'Mensen vragen mij tegenwoordig heel vaak of ik het niet erg vind dat jij dat allemaal opschrijft,' zei hij.
'En wat zeg jij dan?'
'Ik zeg dat ik er vertrouwen in heb dat jij dat goed doet.'
Ik kon hem wel kussen om dat antwoord. Maar dat mocht niet.
In het essay 'Is de schrijver echt' van Marja Pruis in de Gids, las ik daarnet een stukje van Alphonse Baudet over het eerste Ik en het tweede Ik.
'Op mijn veertiende merkte ik voor het eerst dat ik met zijn tweeën was, bij de dood van mijn broer Henri, toen mijn vader zo dramatisch uitriep: 'Hij is dood! Hij is dood! Mijn eerste Ik huilde, het tweede Ik dacht: Heel goed getroffen van vader! Wat zou dat mooi zijn op het toneel!'
Ik ken die ikken.
Zo ligt mijn eerste Ik met haar hoofd op haar bureau, te huilen bij Total Eclipse of the Heart.En denkt mijn tweede Ik dan: Dit liedje is té pathetisch en te cliché om te gebruiken. Ik ben iemand met een betere smaak. Wat wèl mooi is, is dat ik gehuld ben in een zacht kleed dat ik van man kreeg op Sinterklaasavond.
Hier ontstaat ergens fictie. Maar het is niet verzonnen.



3 opmerkingen:

Pieter zei

Alle geschreven teksten zijn fictie en goede literatuur is altijd waar.

Elke zei

Ja dat is waar.

Herderstas zei

Tja, een soort eenzaam uitleggen. De fantasie, de hoop en o.m. het verlangen scheppen het woord. Alsof het gedrukt staat. Sterker, dikwijls in letterbeeld verschenen en dan is het! Je vormt telkens en dus, daarmee is het er!

Zonder het woord kan niet zijn wat bestaat. Niets! Besef dat ik gaandeweg m'n eigen werkelijkheid bij elkaar schrijf, verwoord, roep, zing, huil, bid, lach. Wie dit wonder niet van me ontvangt, verstaat me mogelijk niet. Dat is de eenzame kant van publiceren. Maar zonder, wordt het zo zanderig. Het is leven.

Groet van Sjoerd Stellingwerf

P.S. Morgen eerst naar de brievenbus om Trouw door te nemen, Elke.