Op de bruiloft werd veel gehuild. Eerst in de Amstelkerk en later in het restaurant bij de speeches. Overal zag ik tranen rollen en ogen gedept worden met zakdoekjes. De hele kerk kreeg het te kwaad toen de bruidegom zijn bruidegom toezong.
'Moet je nou zien!' Ik stootte man aan. 'Iedereen huilt.'
'Dat is ontroering,' fluisterde hij. 'Ont-roe-ring.' Zijn ogen waren nat.
'Ja, dat weet ik ook wel.'
Ik begreep het allemaal best .De liefde die hier gedeeld en getoond werd, was mooi. Dat zag ik. Maar ik hoefde niet te huilen. Al zou ik het willen. Sterker nog: ik zou het wel willen. Met iedereen meehuilen. Maar het gebeurt niet.
Toen ik hier tijdens het diner met iemand over sprak, stelde hij me gerust. Ik hoefde niet per se een onverschillig en ongenaakbaar type te zijn. Ik was gewoon meer een observator. Iemand die ziet dat iedereen huilt en constateert dat er ontroering is. Die mensen moeten er ook zijn.
'Dat is handig voor een schrijver,' zei hij. 'Als je een zekere afstand tot de wereld hebt.'
maandag 2 september 2013
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten