maandag 24 november 2014

Remmen

Met de vierjarige aan mijn zijde fietste ik door het duister. Ze ging op een roze fietsje de brug op en weer af. 'Niet te hard, hè?' zei ik nog. En: 'Remmen.'
De negenjarige fietste voor me, ik zag haar knalrode achterlicht. Zij weigerde in die 'slakkengang' met ons mee te gaan. Links van ons auto's op weg naar de A10.  Anonieme snelle wagens. Ik wachtte op de klap. Dat is niets nieuws.
De benen van het fietsertje naast me gingen snel heen en weer. Die handjes om het stuur. Af en toe slingerde ze even, maar ze corrigeerde zichzelf steeds. Een opgevoerde scooter haalde ons in. Alles ging goed.
Ik legde de vierjarige uit dat ze de volgende keer niet zomaar mocht vertrekken in de winkel, dat ze even moest zéggen als ze op de speelgoedbrommer bij de ingang ging zitten. Jeetje en ik hadden overal gezocht en...
'Waar is Jeetje nu dan?' vroeg ze alleen maar.
Het rode lichtje voor ons was verdwenen.  In de verte het kruispunt. De stoplichten - dat zijn geen stoplichten dat zijn verkéérslichten hoor ik mijn opa zaliger als ik dit woord denk of opschrijf altijd zeggen - sprongen op groen. Een zee van lichten. Ik wachtte op de klap.

Geen opmerkingen: