Het echte in fictie is altijd een kwestie van geloof - het is aan ons, lezer, om fictie te bekrachtigen door ermee in te stemmen. Er wordt geloof van ons gevraagd, een geloof dat we op elk moment kunnen weigeren. Fictie beweegt zich op het terrein van de twijfel, fictie is een ware leugen, fictie is zich er op elk moment van bewust dat ze kan falen overtuigend te zijn. Geloof is in fictie is altijd 'doen alsof'. Ons geloof is metaforisch en lijkt alleen maar op echt geloof.
Dit kwam ik net tegen in Tintelingen van James Wood. Het lezen en schrijven van Literaire fictie.
Twijfel. Geloof. De thema's van het werkje waar ik nu aan bezig ben. Hoe verhouden die twee zich tot elkaar? Wat als één van de twee de overhand neemt?
vrijdag 17 juli 2015
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten