zondag 16 augustus 2015

Kunst

Jeetje (10) betaalt haar eigen paardrijles door achter glas te zitten. In ondergoed. Ze heeft al in allerlei Europese steden gezeten en is er zelfs een keer voor naar Canada gevlogen.
Ik heb het daar natuurlijk niet over op deze plek want het zou weleens verkeerd uitgelegd kunnen worden.
Goed, ze zit samen met haar vader achter het raam. Bij hem op schoot. En ook hij draagt alleen een onderbroek. Of maakt dat beeld het juist dubieuzer?
Twee dagen geleden, in Kopenhagen, zag ik ze voor het eerst live in hun glazen kooi, iets smaller en hoger dan een telefooncel, op een druk plein aan een doorgaande winkelstraat. Met de ijzeren rolluiken nog gesloten was het een onopvallend ding waaraan iedereen argeloos voorbijliep. Alleen Deetje (5) en ik zaten op het muurtje bij de fontein vol spanning te wachten.
Het moment waarop de luiken voor het eerst omhoog gingen en de passanten stil bleven staan, keken. Nog eens keken. Eropaf liepen. Fronsten. Hun fototoestellen en telefoons op hen richtten. Op mijn dochter. Haar uitstekende schouderbladen, haar ribben, de ruggengraat, het littekentje van een hondenbeet, de schrammetjes, een blauwe plek op haar hiel omdat ze zich die ochtend aan een stoelpoot gestoten had. Binnen een mum van tijd had zich een menigte om het hokje verzameld.
‘Ja hee! Zo kan ik niets meer zien!’ zei Deetje en sprong van het muurtje. Ze liep er naartoe.
Man las voor uit een groot Deens sprookjesboek van Andersen, waar een boek van Tonke Dragt in geplakt was. Jeetje keek steeds iemand uit het publiek strak aan. Ernstig. Vader en dochter zaten hoog. Ze waren van het ene op het andere moment Kunst geworden. Artiesten waarnaar je van een afstand keek. Onderdeel van een kunstproject van een Nederlandse kunstenaar. Tien dagen lang, elke dag een ander confronterend beeld in de kooi.
Deetje stond met haar neus tegen het glas naar haar vader en grote zus te kijken.
‘Jij mag niet dichtbij komen,’ zei ik en trok haar terug.
‘Waarom mag ik niet dichtbij komen?’
‘Jeetje moet serieus blijven kijken,’ zei ik, ‘ze moet lachen als ze jou ziet en ze mag niet lachen.’
‘Waarom mag ze niet lachen?’
‘Dit is een kunstproject,’ zei ik.
‘Aha,’ zei ze. ‘Maar ik wil dat niet, hè? Ik wil daar niet in.’
‘Dat hoef jij ook niet.’
Na tien minuten gingen de luiken naar beneden om twee minuten later weer omhoog te gaan.
En toen gingen Deetje en ik snel weg van het kunstproject om ze zes uur later weer op te halen. Toen waren ze weer normaal.





Geen opmerkingen: