Ik zit naast de roze met paarse bos bloemen - hoofdzakelijk rozen - die ik eergisteren naast de vuilnisbak vond, een paar straten verderop, nog in cellofaan, met 2 zakjes voeding, en die minstens veertig Euro gekost moet hebben. Ik was op weg naar de supermarkt, maar heb toen de bos opgeraapt en thuis in een vaas lauw water gezet, de stelen scheef afgesneden, de zakjes voeding erbij gedaan, de bloemen mooi geschikt, het lot van die bloemen trof me bovenmatig, alsof zij er ook maar iets aan kunnen doen! Zo maar weggesmeten bij het vuilnis. Tussen de gever en de ontvanger komt het voorlopig niet goed.
Maar de gigantische bos was niet ín de container gepropt. Dat dan toch niet. Er zat iets van erbarmen in de persoon - vanwege de kleur van de bos denk ik aan een vrouw - die de bloemen niet wilde/kon ontvangen, zoals moeders die hun baby te vondeling leggen, het kindje dan meestal toch naast de container leggen in plaats van erin, in de hoop dat iemand zich erom bekommert.
Zo heb ik, de held van dit verhaal, die doorgaans weinig op heeft met bossen bloemen, mij om deze bos bloemen bekommerd, die daar in de brandende zon lag te sterven.
Goed, de bloemen leven dus nog even. De grote vakantie is voorbij. Het is nu werkdag twee. Oók voor de mensen die buiten van negen tot vijf aan het heien zijn. Er wordt voor mijn neus een heel nieuw dorp op palen in het water gestampt. Jeetje zit in groep acht, Deetje in groep drie en ik ben groeploos, ik moet mijzelf richting zien te geven. Dat zijn de feiten.
dinsdag 30 augustus 2016
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten