maandag 8 mei 2017

Column Trouw, 6 mei

Balans

Het is nu een half jaar geleden dat man ‘een paar daagjes’ uit logeren ging.
Inmiddels verwacht ik niet meer dat hij ’s nachts nog naast me komt liggen. Die lege plek is bij mij gaan horen. En als ik mijn dochters naar bed heb gebracht, weet ik dat er - als ik beneden kom  - niemand op de pastoor stoel in de huiskamer zit. Niemand met een rechte rug, een boek op zijn schoot, een leesbril op zijn neus en grijze, kapotte sloffen aan zijn voeten. Ook niemand die steeds zachtjes ‘ik wil jou niet, ik wil jou niet, ik wil jou niet’ fluistert.  Op de plaats waar eerst die stoel stond, liggen nu een paar zachte kussens.
Inmiddels ben ik degene die voor het slapengaan de lichten uitmaakt, die controleert of de deur wel goed op slot zit, of de fiets binnen staat, ik maal ’s ochtends zonder nadenken de bonen.
En toen de meisjes en ik gisteren tegen etenstijd thuiskwamen van de bioscoop, was het huis gewoon ons huis, en ik degene die de houtkachel aanmaakte, nog even moest koken, een glaasje wijn voor mezelf erbij. Het is al heel lang niet meer voorgekomen dat ik de tafel per ongeluk dek voor vier. Ik ben nu eerder bevreesd dat het met ons vieren nooit meer leuk zal worden, dan dat we er met z’n drieën niets van zullen kunnen maken.
En ik vat het maar op als een goed teken, dat de zachte, wollen deken die man me gaf met sinterklaas – de dag waarop hij zijn twijfel definitief liet varen – daarnet ineens in de fik vloog.  (En daarmee bijna het hele huis)
“Om je warm te houden,” had hij erbij gezegd, “je kunt de deken omslaan als je schrijft.”
Welnu: in dit halve jaar is gebleken dat ik hem - noch zijn deken - nodig heb om warm te worden, om het gezellig te hebben, om in leven te blijven. Al weet ik nog altijd vrij zeker dat we deze identiteitsstorm ook heel goed sámen hadden kunnen doorstaan.
“Zou je deze man echt terug willen?” vroeg iemand me laatst, “ik bedoel: degene die hij nu geworden is?”
Wat misschien wel veel enger is dan al het andere: het idee dat dit precies goed zou zijn.

Dat dit de juiste weg is. In een juist leven. Op een juist moment. Dat de wereld daadwerkelijk voor mij open zou liggen.

Geen opmerkingen: