Jarig
Op de ochtend van mijn verjaardag was iedereen er even.
Zelfs onze kater Ronnie, die vaak wekenlang van huis is, was voor de
gelegenheid teruggekomen.
Ik droeg mijn nieuwe – atypische - knalblauwe broek, die ik
had gekocht omdat die me zo deed denken aan een broek die ik 24 jaar geleden op
een vlooienmarkt in Bologna kocht. De leeftijd dat broeken van vlooienmarkten
prachtig staan, is inmiddels voorbij. Het gelukkige gevoel dat erbij hoort, bestaat
nog gewoon.
Ex was er al heel vroeg om het ontbijt te maken met de
kinderen. Maar de meisjes sliepen nog en zo maakten we mijn verrassingsontbijt
samen. Eindelijk was de tijd daar voor mijn vier kitscherige eierdopjes, maar nu
stonden er nog maar drie in de kast. Waar ik ook keek; één kitscherige eierdop
was verdwenen.
“Wat gek,” zei ik.
“Dat geeft niet,” zei hij, “ik heb ook maar drie eieren in
de pan gedaan.”
“Waarom drie?”
“Verstrooid denk ik.”
Drie is dus inmiddels meer een automatisme geworden dan
vier. Drie eierdopjes, drie eieren, een gezin van drie mensen. Dat is normaal.
Even later zaten we met z’n vieren in onze - enorm
overwoekerde maar zonnige - tuin aan het ontbijt en deed ex mij een hoed met
een knalblauwe rand cadeau.
“Alsof je het wist,” zei ik.
“Het is wel exact dezelfde kleur blauw, hè?”
Voor hij ging, pakte hij de afwasmachine uit en weer in. Vroeger
zou zoiets me niet opvallen, maar nu was ik blij dat de vaat verdwenen was en
het servies weer vanzelf in de kast stond.
Mijn broer en zijn vriendin reden claxonnerend voor, in een
auto met vlaggetjes en ballonnen. De meisjes en ik werden naar een speeltuin in
Dieren gereden. Een doe-park. Je moest daar de attracties zelf in beweging zien
te krijgen.
Mijn ouders en wij waren er de enige bezoekers. Alle
speeltoestellen stonden stil. Het was alsof we na sluitingstijd door een pretpark
liepen. Of na de nucleaire ramp.
Op een zonovergoten, leeg terras dronken we koffie.
"Mooi beeld," zei ik. "Een uitgestorven pretpark met
prachtig weer."
"Heel eenzaam," zei mijn vader.
"Een goed decor voor mijn column."
En dat zou het ook zijn geweest. Ware het niet dat ik toen
helemaal niet eenzaam wás.
"Doe die hoed af," zei mijn vader, die zelf ook een hoed op
had.
En daarna: "Het valt je moeder en mij op dat er veel mannen
zijn die jou feliciteren op facebook."