vrijdag 15 april 2016

Ik trof twee truitjes

Na het badderen liep ik nietsvermoedend de slaapkamer in en zag mijn twee favoriete truitjes van dit moment, ze lagen messcherp gevouwen, boven op elkaar, op zijn helft van het bed. Op de plek waar ooit een deken lag. Een hoofdkussen.
En ik zag meteen hoe hij, met mijn prachtig gevouwen truitjes tussen zijn handen, van de logeerkamer naar de slaapkamer moest zijn gelopen. Ze op de lege bedhelft had neergelegd. Gewoon neergelegd, zonder enige bijbedoeling, opdat ik het stapeltje zo mijn kledingkast in kon schuiven.
De werkster was vanmorgen namelijk geweest. Ze had de was gevouwen en op het logeerbed achtergelaten, we hoefden de kleren alleen nog maar in de kasten terug te stoppen. Dat was geweldig.
Het was het onverbiddelijke feit dat mijn lievelingstruitjes niet op het logeerbed konden blijven liggen. Maar wel hier.
Als ik een dichter was, zou ik over dat gevoel een gedicht schrijven. Nu blijft het behelpen met een stukje proza.





Geen opmerkingen: