vrijdag 28 september 2007

Wat een geluk!

Wat een geluk! Ik krijg een boekje cadeau bij mijn drie stuks boodschappen (half brood, vegetarisch smeerworstje, pot honing) in de Groene Winkel.
'Een presentje! Omdat u boven de 20 Euro zit,' zegt het magere kassameisje.
Ik zie het bloed weer even naar haar bleke wangen stromen bij het uitspreken van deze woorden. Even twinkelen haar kleine ogen. Even denkt ze niet aan de de ondergang van de wereld. Dus ik zál, mág, kán en wíl haar pret niet drukken.
Bij de kledingwinkel waarin vier fotomodellen ( ook al zo lijkbleek, grijs is in deze winter) tijdelijk figureren als verkoopster koop ik een trui en betaal met de tegoedbon. (Omdat ik de vorige trui terug moest brengen van mijn man. Hopelijk vindt hij deze wel goed. Ik vind ze een beetje kil, mijn vier nieuwe vriendinnen.)
Deze trui is twintig Euro goedkoper, dacht ik.
De langste, die mij afhandelt, geeft geen krimp en ook geen geld terug. De andere drie hangen landerig, zwijgend, de oogleden half gesloten, in de deuropening. Ze turen net over me heen als ik de drempel over ga.
Avond. De bel is al gegaan, daar zal je d'r hebben en ik heb mijn badpak nog steeds niet gevonden.
De altijd bruisende buurvrouw (haar wangen vuurrood) staat onderaan de trap.
'Ik ga niet,' schreeuwt ze, 'Ik ben moe. Je kunt ook te moe zijn, ga jij wel?'
Ik knik iets.
'Je bent ontzettend stoer!', roept ze,' volgende week ga ik weer mee.'
Deur slaat dicht, ik kijk haar na.

Geen opmerkingen: