maandag 6 december 2010

Doorgeschoten didactiek

Mijn hoofd was vuurrood. Mijn cursisten hadden hun dikke truien uitgetrokken en zaten half ontbloot in de klas. Buiten mocht de gevoelstemperatuur dan wel tegen de min twintig lopen, hierbinnen voelde het als plus dertig.
Het gesprek ging over Mulisch en zijn zelfverklaarde genialiteit. Dat we daar allemaal nog wat van konden leren. Dat zo'n houding een mens ver kon brengen in het leven. Dus stelde ik voor dat we allemaal geniaal waren. Een mooie bijkomstigheid is dat je als genie alle stukjes die je net geschreven hebt makkelijker voor durft te lezen.
Het resultaat hiervan was - toeval of niet - dat iedereen de schrijfoefening boven verwachting goed uitvoerde.
Een bewijs dat genialiteit een knopje is in je hoofd. Je hoeft het maar om te zetten.
'Ik zou heel graag willen weten, hoe het verder gaat,' zei ik. 'En daar gaat het toch maar mooi om als je schrijft.'
'Dat wordt betalen,' zei één van de genieën.
'Ja,' scandeerden de anderen. 'Betalen! Betalen! Betalen!
En ze legden hun pennen neer.

Geen opmerkingen: