dinsdag 7 december 2010

Vervelend

De schoonmaker is vandaag op zijn dunne bandjes, door het ijslandschap, naar mij toe gefietst. Drie kwartier rijden over bevroren binnendoorweggetjes. Hij moet hier voor de deur hebben gestaan en de bel langdurig ingedrukt hebben gehouden. Na een tijdje ijsberen voor mijn deur, is hij maar weer op zijn racefiets gestapt. Ik kon niet eens op die spekgladde weg rennen vanochtend. Ik zou mijn beide benen gebroken hebben.
Thuisgekomen belt hij mij op: 'Ja met Fabio. Ik was bij jouw deur.'
'En nu?'
'Nu ben ik weer thuis.'
'Maar waarom? Ik wacht op je. Ik vroeg me al af: Waar blijft Fabio?'
'Jij was niet thuis.'
'Ik zit gewoon hierboven te werken.'
'Ik heb aangebeld. Twee keer. Snapt?'
'Ik moet de bel niet gehoord hebben. Maar ik ben er wel.'
'Misschien was je op vakantie?'
'Ik zou toch nooit op vakantie gaan zonder het aan jou te melden. Waarom heb je me niet gebeld toen je voor de deur stond?'
'Ik had geen telefoon bij me. Snapt?'
'O, wat erg voor je.'
'Het kan één keer gebeuren. Volgende week kom ik weer. Dag, Elkie.'
Tuut-tuut-tuut.
'Dag Fabio.'

1 opmerking:

louter zei

die schoonmaker wil ik ook! een goudmijn voor het schrijverschap.