Als ik de deur open, is er eerst de fotomuur met haar lachende kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen. Daarachter zit oma (bijna 98) op haar nieuwe stoel die haar met een paar drukken op de knoppen overeind kan helpen. Ze luistert naar de klassieke zender op de radio, net zoals de vorige keer dat ik hier kwam. Dat is alweer lang geleden.
Nu verwacht ze me niet. Het duurt een paar seconden voor ze me herkent. Er lopen in het bejaardentehuis zoveel verschillende meisjes, nee vrouwen, haar kamer in.
Ik buig voorover, kus haar en ze fluistert dat ze alles vergeet. Maar al gauw blijkt dat dat niet waar is.
Het gaat trager, dat wel. Ze is ook steeds zo moe, zegt ze. Ze hoopt elke dag op beterschap maar zodra ze 's ochtends ontwaakt, is ze alweer doodmoe. Zelfs van praten, raakt ze uitgeput. Ze heeft geen vooruitzicht meer. Ja, in haar hoofd is ze nog altijd dezelfde, in haar hoofd kan ze alles nog, maar de realiteit is anders. Dat gevoel ken ik goed. De realiteit die niet lijkt te kloppen. Die lelijk is. Uitputtend ook. Maar geen mens komt er onderuit. Ook oma niet. Toch is er nog altijd een beetje hoop dat ze op een dag wakker wordt en weer 'de oude' zal zijn. Oké, niet helemaal de oude. Dat verwacht ze niet. Alleen iets meer uitgerust. Meer vraagt ze niet.
'Dag schat,' zegt ze als ik weer ga. 'Tot de volgende keer misschien.'
'Ik hoop het wel,' zeg ik. 'Maar jij niet zeker?'
'Jawel,' zegt ze, 'als ik maar iets beter ben. Dan hoop ik het zeker wel.' Oma laat haar stoel in de ligstand glijden.
maandag 24 juni 2013
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten