zaterdag 14 november 2015

Oorlog


'Is het oorlog?' vraagt de vijfjarige aan de ontbijttafel.
'Nee, hier niet.'
'Is het wel ergens oorlog?'
'Ja.'
'Komt de oorlog hier naartoe?'
'Nee, daar letten we goed op.'
'Maar wat ís oorlog eigenlijk?'
Ik leg uit - natuurlijk in glasheldere, concrete bewoordingen - wat oorlog is. Ook de vluchtelingen in ons land (in onze stad, om de hoek, aan de Polderweg) komen aan bod.
'Hier in de straat staat nog een huis te koop,' zegt ze.
Ik vertel haar dat al die vluchtelingen niet zomaar huizen kunnen kopen.
'Als wij moeten vluchten, nemen we dan wel NoeNoe en Ronnie mee?' vraagt ze.
'Ja.'
'En de bank?'
'De bank niet.'
'Als Ronnie maar weer terug is, als wij moeten vluchten.' Ze kijkt zorgelijk om zich heen.
Na het ontbijt, gaat ze op de grond liggen. Het is oorlog bij playmobilpoppetjes in het ingestorte playmobilhuis. Iedereen moet vluchten. Hoge stemmetjes.

Geen opmerkingen: