maandag 7 maart 2016

Terugtuimeling 2

Doodstil naast elkaar gezeten op de bank in onze woonkamer, hand in hand, een veertiger en een vijftiger, ‘Let it slip away’ van Calexico speelde, dacht ik terug aan de eerste keer dat we elkaar ontmoetten. Ik was een nogal in mezelf gekeerd type van negentien, van het ontheemde soort, niet helemaal van deze wereld, woonde net een paar weken op een piepkleine kamer in een sociale huurwoning in Utrecht, bij een Surinaamse vrouw met een paar gouden tanden, er woonde ook een Marokkaanse man van een jaar of vijftig die ik soms uit haar slaapkamer zag sluipen, regelmatig dreef er een condoom in de wc, naast mij woonde de moeilijke studente Nellie die in het weekend stiekem op mijn Bevercomputer ging en op de zolder boven ons hoofd sliepen elf vluchtelingen op matjes. Ik at ‘s ochtends en ‘s avonds yoghurt met muesli en wandelende om de avond in sneltempo naar de telefooncel om mijn ouders te bellen die dan zeiden: ‘Wat doe jij zo laat nog op straat? Ga naar je kamer!’
Overdag zat ik bij doorgewinterde kunsttypes in de klas, in de pauze probeerde ik óók shag te draaien of ik dwaalde door de gangen van de theateracademie waar ik de gloednieuwe opleidingen Dramaschrijven en Literaire vorming volgde, het tweede jaar omdat er geen eerste jaar was, net te doen alsof ik daar hóórde te lopen, altijd bang teruggefloten te worden, tot op een zeker moment die flamboyante, in het wit geklede docent ook daadwerkelijk op me af kwam stormen, hij was bezemsteel lang, torende boven iedereen uit. ‘Wat doe jij hier? Jij hoort hier niet!’ zou hij gaan zeggen.
‘Maar ik studeer hier echt.’
‘Jij bent hier illegaal. Wegwezen.’
‘Nee, echt.’
Maar toen hij vlak voor me stond, twinkelende ogen over een leesbril, zei hij: ‘Hij wil je iets vragen, maar hij durft niet.’
Hij wees naar een jongeman van eind twintig die op een traptrede in de aula zat. In een veel te grote broek en veel te grote houthakkers bloes en een gigantische bos krullend haar.
‘Hij is er te schijterig voor!’ De lach van de docent was hoog en daverend. ‘Daarom doe ík het voor hem.’

Geen opmerkingen: