vrijdag 3 maart 2017

Lichtheid en cup-a-soup

De meisjes waren een paar dagen bij hun vader en ik at 's avonds maar weer een cup-a-soup. Sinds ik alleen ben, is de cup-a-soup weer in mijn kast terechtgekomen en de instant noodles. Net als toen ik 25 jaar geleden op kamers ging. Maar toen kon ik niet koken, nu vind ik het zonde om pannen vies te maken en ik vind het zonde van het geld om boodschappen voor mezelf te doen.
Na de cup-a-soup ontmoette ik een heel onbetrouwbare vriend bij de tramhalte en gingen we naar een boekpresentie. De speeches waren lang. De wijn kwam uit de tap. Ik at twee koud geworden Vietnamese loempiaatjes. Voor de voedingsbodem.
Ik vond de heen en de terugreis het leukst, de wandeling door het Vondelpark, we spraken over de verdwijning van de lichtheid in het schrijven en hoe Remco Campert die sprankeling zijn hele leven had weten te behouden. Ik dacht aan Het leven is Vurrukkulluk dat zich op deze plek afspeelde. Ik dacht aan de oude meester die hier ergens woonde. We zouden bij hem kunnen aanbellen.
'Ik zou het ook niet meteen verteld hebben als ik een ander had,' zei de vriend. 'Een one-night-stand bijvoorbeeld moet je dat zeggen?'
'Ik vind vertrouwen het belangrijkste van alles,' zei ik.
'Als het een paar maanden aan de gang is, dan vind ik het nog wel kunnen' zei hij, 'als het anderhalf jaar is, is dat een ander verhaal.'
'Ik weet niet of ik het zélf wel meteen verteld zou hebben als ik in zijn schoenen stond,' zei ik, 'eerlijk is eerlijk.'
'Ik ga niet vreemd,' zei hij, 'en als ik wel vreemd zou gaan, zou ik het nooit zeggen. Ook niet tegen een goede vriendin.'
En zo keuvelden we nog wat over zuiverheid, geheimen, leugens, over wat normale communicatie nu eigenlijk is, en waar ergens we ons bevonden binnen het autistische spectrum.
'Het zou me niet verbazen als jij ook heel hoog scoorde op die test,' zei hij.


Geen opmerkingen: