dinsdag 13 mei 2008

Theater

Teetje en Jeetje zitten achterop de fiets in de zon. Elk bij hun eigen moeder. En ze eten een appeltje. Het is middag. De zon schijnt op hun blote bolletjes.
'Waar gaan we naar toe, mama?' vraagt Teetje.
'Het the-ater,' zeggen de moeders blij. Teetje en Jeetje nemen een hap van hun appeltje. Ze kijken naar de auto's die voorbijkomen. Er zijn veel auto's zonder dak. Ze fietsen langs de Nederlandse Bank. Ze staan stil op het grote plein, de moeders kletsen. Dan springt het stoplicht op groen.
'We gaan naar het the-ater,' zeggen de moeders nog een keer, 'daar is de echte Floddertje.'
Ze fietsen. De moeders houden met één hand hun rokjes tegen. De trams bellen. Midden in de stad stappen ze af. Ze staan voor de stadsschouwburg. Ze kijken omhoog. Het is een groot gebouw. Teetje en Jeetje hoeven hun appels niet meer.

Als de voorstelling eindelijk begint, roept Jeetje uit:
'Maar dat is de echte Floddertje helemaal niet!'
'Nee,' fluistert moeder, 'ze spéélt Floddertje.'
'O zo.' En dan is Jeetje gerustgesteld. Teetje en Jeetje kijken naar het theaterspel.

(Jip en Janneke taal is niet makkelijk)

Geen opmerkingen: