'Bloemkool, friet en vis, is een goeie combinatie,' zegt Jeetje.
'Dat jij het woord combinatie gebruikt,' zegt man.
'Ja. Combinatie,' zegt Jeetje. 'Maar wat is een combinatie eigenlijk precies?'
'Dat zijn verschillende dingen bij elkaar,' zeg ik.
'Verschillende dingen bij elkaar,' zegt Jeetje. Ze bestudeert haar arm. 'Een arm, een hand en vingers? Is dat een combinatie?'
'Nou, nee, niet precies.'
'Maar wat is het dan wèl?'
Vandaag heeft Esther het in haar column in de VPRO gids over de eerste stijve lul die ze ooit in het echt zag. Ik kan me mijn eerste lul totaal niet herinneren. Ik heb er geen op mijn netvlies staan. Wel moest ik meteen denken aan de groeiende pink. Hoe ik een hele tijd in de veronderstelling was dat mijn hand - ergens diep onder de deken - losjes tegen een pink aan lag. Totdat ik het leven in de pink op begon te merken. Het was in het begin nog heel summier, maar het was onmiskenbaar leven. Mijn hand lag onder de deken, controleren kon ik de pink niet. Mijn hoofd stak een heel stuk boven de deken uit, en staarde naar de wekker op het nachtkastje. Terwijl ik zag hoe de tijd verstreek, kwam mijn hand vanzelf steeds verder en verder in de verdrukking. Dit kon nooit een pink zijn. Ik weet nog dat ik overeind schoot, en uitriep dat ik de trein moest halen. Dat ik zonder op of om te kijken, zijn kamer uit stormde. Dat ik zijn moeder in de keuken passeerde. En dat ik de volgende dag door de jongen met de pink gedumpt werd. Met de mededeling dat hij er nog niet aan toe was zich te binden.
Deze twee stukjes: het is geen combinatie.
donderdag 2 september 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
2 opmerkingen:
Ik vind het een prachtige combinatie...
Waarom de volgende dag pas?
Een reactie posten