Mijn vader heeft last van zijn been.
Nu hij zoveel zit, komt hij toe aan het lezen van dikke boeken. Ook dunne boeken. Hij leest eigenlijk alle boeken die hij in handen krijgt. Hij ontpopt zich tot een ware boekenverslinder.
Ook telefoneren we meer. Ik was laatst de dekenkist wit aan het schilderen die hij jaren geleden gemaakt heeft, toen hij me opbelde om zomaar wat te kletsen. We kletsten wat. Over de baby. En over de boeken die hij nu weer uit heeft en waar ik nog aan moet beginnen. Van Nelleke Noordervliet, WF Hermans en Geert Mak.
'Ik heb je kist net geschilderd!' zei ik toen.
Het bleef stil aan de andere kant van de lijn. Ik weet dat er iets mis is met de telefoonverbinding van mijn ouders. De lijn valt regelmatig weg. Dan kan ik hen niet meer horen maar zij mij nog wel. Hun provider is slecht.
'Ben je er nog?' zei ik. 'Ben je weggevallen? Is het weer zover? Papa?'
'Nee,' hoorde ik toen zacht. 'Nee, nee.'
'O! Je bent er nog! Goed. Nou, ik heb je kist dus net wit geschilderd en...'
Weer viel het stil.
'Je kíst, weet je wel, die...' En toen begreep ik de stilte van mijn vader.
'Ik bedoel die dekenkist, hè?' zei ik. 'Die dékenkist! Wat dacht jij dan?'
Het gekke is dat ik het zelf niet eens bedacht had. Deze morbide gedachtengang waar ik best sterk in ben. Hij overtreft mij.
vrijdag 10 september 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten