In de bieb stonden vijfentwintig stoelen in een kring en daartussen een rode fauteuil, maar het was niet Sinterklaas die daarop zou gaan zitten.
Het was alsof ik jarig was.
Vandaag schiet het de hele dag al door mijn hoofd: Ik heb de gasten niks teruggevraagd. Ze zijn gekomen en ik ben twee uur lang achter elkaar aan het woord geweest. En toen was het feestje afgelopen.
Er was een meisje van vroeger dat haar kledingwinkel net verkocht had omdat het zo slecht ging met de branche. Haar moeder vertelde dat ze echt een hele mooie zaak had gehad. Er was een moeder van een jongen die bij mij op de lagere school zat, die nu in Amerika woont en daar piloot is. Er was iemand van wie in de wandelgangen werd gezegd dat hij mijn oude jeugdliefde was. Er was een vrouw die de volgende ochtend naar een begrafenis zou gaan van iemand die een gelukkige dood had gehad. Er waren mijn tantes die mijn verhalen niet goed kunnen lezen omdat voor hen de realiteit zich teveel met de fictie mengt. Er was iemand die alles van mij las. Mijn oma zat naast me in de gele fauteuil die er, speciaal voor haar, bij werd gezet. Vlak voor ik begon, zei ze: 'Nou, ik ben eens benieuwd wat je allemaal gaat vertellen.'
Een mevrouw zei heel vaak nadat ik iets voorgelezen had: 'Maar dat is heel normaal hoor, dat je dat hebt. Dat heeft iedereen.' Tegen iemand anders hoorde ik haar zeggen: 'Zij denkt dat zij de enige is die daar mee zit.'
Vandaag is het ook al vaak door mijn hoofd geschoten, dat dat niet zo is. Ik denk dat niet. Juist niet. Ik schrijf volgens mij omdat ik hoop - omdat ik vermoed, misschien wel zeker weet - niet de enige te zijn.
dinsdag 22 november 2011
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
Maar zo is het ook. Als ik op mijn blog schrijf over hoe naar ik mijn kinderen heb lopen toekrijsen en wat een slechte moeder ik wel niet ben, dan reageren tientallen moeders hoe ze zich zo herkennen in mijn stuk. En daarmee wordt mijn schuld weer een stukje lichter.... het zal dan wel normaal zijn.
Een reactie posten