maandag 21 november 2011

Een telefoongesprek

Gisteravond telefoneerde ik met mijn moeder over dat ik vandaag bij hen kom eten en over hoe laat ik dan op het station Boxmeer zal arriveren en zo. Vanwege de lezing die ik geef in de bibliotheek waar ik vroeger twee keer in de week kwam om boeken te lenen.
'Weet je eigenlijk hoeveel mensen er komen?' vraag ik na een tijdje.
'Niet veel!'
'O,' zeg ik.
'Nee,' zegt ze, 'het viel de mensen van de bibliotheek ook vies tegen.'
'Misschien hebben ze niet genoeg aan publiciteit gedaan?'
'Toch wel,' zegt mijn moeder, 'het heeft in alle krantjes gestaan.'
'O,' zeg ik. 'Nou, als schrijvers in bibliotheken in uithoeken van het land lezingen geven, komen er nooit erg veel mensen.'
'Ik snap niet dat de bieb niet een avondje creatief schrijven organiseert bijvoorbeeld,' zegt mijn moeder, 'dat is toch veel leuker.'
'Ja,' zeg ik. 'Veel.'
'Ik weet zeker dat daar wèl mensen op af komen.'
'Dat kan ik anders ook wel doen,' zeg ik. 'Wil je liever dat ik dat doe?'
'En ze organiseren in deze bibliotheek vaak echt hele leuke dingen hoor. Echt waar. Cursusavondjes over het bedienen van je I-pad.'
'O leuk!'
'Ik ga zelf ook nooit als er een schrijver in de bieb komt,' zegt mijn moeder. 'Wel als er iemand een lezing komt geven die ergens heel specifiek iets vanaf weet.'
'Dat is ook zo.'
'Maar de mensen in de bieb zeiden dat er vaak nog wel een paar mensen bij komen hoor,' zegt ze dan geruststellend. 'Die niet van tevoren een kaartje hebben gekocht.'

1 opmerking:

Karien zei

van je moeder moet je het hebben...