maandag 28 november 2011

Een nacht

Voorlezen in Nijmegen was goed. Ik begon pas rond half 12 en dus duurde de avond nog lang. Maar zelfs als ik tot 4 uur in de ochtend ergens blijf, heb ik het gevoel de eerste te zijn die vertrekt. Dat was ook zo geloof ik. Ik heb gepraat met Dautzenberg, over pedofilie natuurlijk. Ik weet nog dat ik heel hard riep dat het een ziekte was of dan tenminste ziekelijk, en zijn gezicht dat vol afgrijzen naar me keek. Ik weet ook nog dat hij zei dat hij zijn vriendinnetje ging zoeken en dat ik dat zo aandoenlijk van hem vond. Ik heb in de artiestenfoyer heel lang met de chauffeur/begeleider van Jules Deelder moeten zitten die mij met adviezen overstelpte, me vertelde over het leven dat zo voorbij kan zijn en dat ik daarom nu moet genieten en niet op mijn telefoontje kijken, hij vertelde me over later als ik groot zou zijn en ik een leven opgebouwd zou hebben. Ik dacht: die man weet niet dat ik al groot ben en een heel leven opgebouwd heb, - een leven dat nu thuis in twee bedjes lig te slapen - dat het voor mijn generatie vooral de uitdaging is dat leven niet af te breken. Of juist wel. Ik weet niet wat het beste is. Willem van het Wintertuinfestival kondigde mij aan en daarna Jan van Mersbergen. Willem Claassen die mij ooit 'ontdekt' heeft, en over wie nu in de wandelgangen geruchten gaan dat hij een heel erg goed boek geschreven heeft en dat geloof ik. In het voorjaar komt dat uit. 's Ochtends in het hotel liep ik tegelijk met de jongeman van Clausewitz de trap af, Joost de Vries, die me vroeg of ik goed geslapen had, kort zei ik en toen zei hij dat hij naar het museum ging. 'O, museum! Ik ook,' zei ik, 'maar ik ontbijt eerst nog even.'

2 opmerkingen:

willem zei

Ik heb daar nog over nagedacht dat ik elke keer als ik je tegenkom zeg dat ik je ontdekt heb. Het is best gênant om dat steeds te zeggen, alsof ik je succes wil claimen. En zeker omdat het niet eens klopt. Het spijt me daarvoor, maar als ik het zeg dan heb ik wat gedronken. Zaterdag heb ik me goed ingehouden ;)

En geloof nooit de wandelgangen. Ze liegen.

Elke zei

Ik had het gemist, dat je dat zei!
En mijn wandelgangen zijn doorgaans behoorlijk betrouwbaar.