We zaten in de auto terug naar Amsterdam. We moesten anderhalf uur gaan rijden. Jeetje en Deetje hadden hun pyjama's aan en allebei een dekentje. De Sint was onverwacht langsgekomen bij mijn ouders of nou ja hij niet. De wasmand met cadeautjes stond er. 'Klaas! Dootje!' bleef Deetje maar zeggen. Deetje, die zelf op een playmobilpoppetje lijkt, kreeg een playmobilschoolbus. Je zou het moeten zien hoe ze eindeloos lang zo'n poppetje uit de bus haalde en 'm weer terug stopte. Met die mollige handjes en die dikke rode wangen. Jeetje kreeg een microfoon en moest huilen toen ze uiteindelijk met een smoes de kamer uitgestuurd werd. Omdat haar zang door dat ding nogal op de zenuwen begon te werken. 'Maar waarom fòpten jullie mij,' zei ze. 'Waarom zeiden jullie niet gewoon dat jullie het niet mooi vonden hoe ik zong. Ik dacht dat het mooi was.' En ik voelde precies hoe ondraaglijk het was om op die manier in het ootje te worden genomen. Ik beloofde haar dat niet meer zo te doen.
De ananas die mijn moeder me meegegeven had, rolde steeds van het dashboard in mijn schoot. Toen ik omkeek, we hadden nog geen kilometer gereden, zag ik al die twee slapende hoofdjes. Naar elkaar toe gerold. Open mondjes. En ik wilde dat we zo doorreden, zonder dat dit ooit stopte. Alleen die ananas lag niet goed eigenlijk. Die prikte.
maandag 5 december 2011
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten