donderdag 15 december 2011

Was ik maar een beetje manisch

Mijn vriendin mailt me de laatste tijd de meest wilde verhalen, over feestjes tot het ochtendgloren en ze is de dag erna niet moe, nee, ze heeft haast geen slaap meer nodig, lijkt wel. Ze rent drie bruggen over zonder moeite en gaat helemaal 'loos' met schrijven, ze eet heel vaak met haar peuter in restaurants en dat is geweldig en elke dag maakt ze wel een stel nieuwe, interessante vrienden. Griep of verkoudheid hebben zelfs geen vat op haar.
'Het leven is toch héél boeiend!' schrijft ze. 'Vind je niet?'
Ik mail terug dat sommige levens inderdaad heel boeiend zijn.
Net heb ik mijn broek uit de diepvries gehaald, zo moet de spijkerbroek van een lijk voelen. De kauwgom op de achterzakken zou er in bevroren toestand gemakkelijk af gaan. Daarom lag-ie erin. Maar dat is een fabeltje. Ik moet gewoon krabben. Mijn hoofd zit dicht, als ik voorover buk doet het pijn. Mijn werk heb ik gisteren uitgeprint, en geconcludeerd dat ik alles heel ijverig in ongeveer dezelfde kleur geschilderd heb. Ik zal vanaf nu wat licht moeten gaan aanbrengen. Dat is nog heel hard werken. Ik ga op tijd naar bed, maar word al wekenlang 's nachts wakker, of van blaffende kinderen, mijn eigen geblaf, of ik schrik overeind van het eenkleurige doek waar ik aan schilder. Nu wacht ik op de buurvrouw die de sleutel van onze bakfiets komt halen, die hebben wij toch niet meer nodig. En ik sniffer en ik snuif en ik zucht en ik zuif. Het is alweer bijna kerst. Het leven is boeiend.

3 opmerkingen:

willem zei

Ik ben nu wel heel benieuwd of de kauwgom door jou op de broek is gekomen of door je kinderen. Het eerste zou het verrassendst zijn. Maar als dat niet is, dan verzin ik dat gewoon erbij.

Mooi stukje. En het komt allemaal weer goed. Iets met gras en groener, en met pieken en dalen. Tijd voor licht.

Elke zei

Die kauwgom, Willem, daar ben ik onlangs zèlf middenin gaan zitten. Die zat op een treinbankje. En het was op de heenweg.

Elke zei

Die kauwgom, Willem, daar ben ik onlangs zèlf middenin gaan zitten. Die zat op een treinbankje. En het was op de heenweg.