dinsdag 5 februari 2013

Glas

Het begon net te hagelen toen ik naar de naschoolse opvang fietste. De leidster aldaar zei dat het al voor de zesde keer die dag hagelde. Ik had er niets van gemerkt. Dat zei ik. Zij vertelde dat ze er al zes keer doorheen had gemoeten. Dat zag ik.  Ze had nog zwarte mascara vlekken op haar wang. Ter hoogte van haar oor. Na een tijdje zei ik toch maar: 'Je hebt daar iets zitten.'
Dit naar aanleiding van de witte tandpasta vlekken op mijn voorhoofd waarmee ik een paar dagen geleden rondliep.  Ik had met minstens vier mensen een gesprek gevoerd voordat iemand me erop wees. Ik nam me toen voor het echt altijd tegen mensen te zeggen als ze vlekken in hun gezicht hadden.
Maar het was geen uitgelopen mascara. Het waren hechtingen. De leidster was twee weken geleden overvallen en de overvaller had met glas in haar gezicht gesneden. Er was daarbij een zenuw geraakt, waardoor haar oog niet meer goed sloot.
Ze zei: 'zo gaat het gewoon tegenwoordig in Nederland.'
'Nou,' zei ik, 'ik zou het toch als iets abnormaals beschouwen.'
De leidster kende nog twee mensen die met glas in hun wang gesneden waren en nu littekens hadden over hun hele gezicht. Eéntje was ook gewoon overvallen en bij de ander was het in een kroeg gebeurd. Ze had tegen de kinderen verteld dat ze door een raam was gevallen. Omdat ze bang was dat ze anders bang zouden worden om over straat te gaan.
Ze zei dat ze nog geluk gehad had omdat ze haar haren erover heen kon doen.

Geen opmerkingen: