Ik had een klein feestje. Er was champagne, taart van Kuyt, sushi, chocola en asperges. Een man of twaalf. We zaten binnen en buiten rond een vuurtje. Het weer was zwoel en bij elk glas champagne verzoende ik me meer met mijn leeftijd; het was ook inderdaad best stoer. Tot de buurman aanbelde. 'Het is kwart voor elf 's avonds', zei hij. 'Een doordeweekse dinsdag. Er wordt te hard gepraat in de tuin.' En de rook van het vuurtje veroorzaakte ook al overlast.
Iedereen verstomde. Deetje, wakker geworden door de bel, begon te huilen en ik verdween naar boven. Toen ik terugkwam, hoorde ik uit de tuin alleen nog fluistergeluiden. Zodra iemand hardop dreigde te gaan praten, werd dat gecorrigeerd. Hier en daar klonk onderdrukt gegiechel. 'Het vuurtje doe ik echt niet uit hoor,' fluisterde man.
We waren veertig. Maar op onze vingers getikt. Een schoolkamp waarin de meester was komen zeggen dat we nu eindelijk stil moesten zijn. Ook binnen werd er op gedempte toon met elkaar gesproken.
'Dat hoeft echt niet hoor!' zei ik nog. 'Als je binnenzit, mag je best hardop praten hoor.'
Maar dat deden ze niet.
woensdag 12 juni 2013
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
Proficiat! Blijf het leven vieren.
Een reactie posten