vrijdag 11 oktober 2013

Nobelprijs

We hebben verse muntthee en broodjes gegrilde aubergine met kalkoenfilet besteld.
'Ze is goed,' zeg ik.
'Waarom is ze dan zo goed?' vraagt hij.
'Je moet die verhalen gewoon eens een keer lezen, man.'
'Die titels van haar alleen al.' Hij trekt zijn neus op. 'Liefde van een goede vrouw, Liefde slaapt nooit, Te veel geluk.'
'Het gaat bij Alice Munro over de dagelijkse levens van mensen - vrouwen meestal - in de periferie van de samenleving, die op de een of andere manier aan hun lot, achtergrond proberen te ontsnappen.'
'Precies,' zegt hij. 'Van die nuffige huisvrouwtjeslyriek.'
We zetten onze tanden in de kalkoenbroodjes.
'De onderwerpen mogen dan wel dicht bij haar leefwereld liggen, maar het wordt juist geen moment saai.' Ik spreek met volle mond. 'Elk verhaal blijft hoogst origineel en verfrissend. Ik leer van haar dat je je onderwerpen juist dicht bij huis mag zoeken. Moet zoeken misschien zelfs.'
'Vrouwen schrijven graag over hun eigen kleine wereldjes.' De collega verorbert zijn broodje, alsof hij een hele kalkoen aan het afkluiven is.
'Het was echt een openbaring, weet je dat, toen ik haar verhalen voor het eerst las. Een heel nieuw perspectief. Haar fragmentarische vertelstructuur. Haar gebruik van tijd. Alsof die niet eens bestaat. Zo soepel springt zij heen en weer tussen heden, verleden en toekomst. Virtuoos. En dan alle wendingen die ik niet aan zag komen. En...'
Hij knijpt de honingfles leeg in zijn theeglas en roert.
'Binnen een paar zinnen schetst Alice Munro haarscherp de psychologie van iemand,' zeg ik. 'In elk verhaal weet ze opnieuw menselijke drijfveren bloot te leggen die ondoorgrondelijk zijn, eigenlijk ook onbenoembaar en met het blote oog nauwelijks waarneembaar. Je begrijpt meer van jezelf als je haar verhalen leest en daardoor begrijp je dus meer van de wereld.'
Hij neemt een slokje en duwt het laatste stukje van zijn broodje naar binnen.
'Vrouwen schrijven over hun eigen kleine wereldjes en mannen schrijven over dé wereld. Dat is het verschil,' zegt hij als hij uitgekauwd is.
'We kunnen net zo goed zeggen: Vrouwen gaan dieper op de details in en mannen blijven meer aan de oppervlakte. Ze vertellen minder. Maar dat zeggen we nooit.'
'Nee, dat zeggen we nooit,' zegt hij.
 We drinken thee. We kijken op onze telefoons. De thee is op. De broodjes ook.
'Ach, je moet haar werk eens lezen,' zeg ik voor we gaan. 'Dat is alles.'
'Ik hou ook gewoon niet van korte verhalen,' zegt hij.
'Ze heeft minder woorden nodig om alles te vertellen.'
Hij knikt.

Geen opmerkingen: