woensdag 2 oktober 2013

Toch?

Op de fiets naar het flevopark met de drie-jarige achterop.

'Ik zat in jouw buik toch, mama?' roept ze.
'Ja.'
En toen ik een baby was, kon ik alleen maar liggen. Baby's zitten in de buiken van mama's en niet van papa's.'
'Nee, niet van papa's.'
'Waarom eigenlijk?'
'Zomaar.'
'Daarom is geen reden toch?'
'Nee.'
'Zomaar wel?'

'Hee mama, ik ben toch een kind?'
'Ja.'
'En een meisje?'
'Ja.'
'Is een kind ook een mens?'
'Ja, jij bent ook een mens.'
'Wie is er nog meer een mens?'
'Ik ben een mens. Papa is een mens. Jeetje is een mens.'
'Wie is er geen mens?'
'Ronnie en Noenoe zijn geen mensen.'
'Wie nog meer niet?'
'Beesten zijn geen mensen.'
'En de Gruffalo ook niet hè?'
'Die bestaat niet in het echt, hè?
'O nee, alleen in het bos, hè?'

Als we in het park zijn en ik haar van de fiets til, kijkt ze omhoog.
'De bomen. Ik denk dat die omhoog gehouden worden met een touw anders zouden ze vallen. Toch?'

Geen opmerkingen: