maandag 29 december 2014

Herinnering

Op zondag - ik ben op dat moment boodschappen aan het doen bij de Vomar - herinner ik me ineens de moeder van een ex-vriendje in een negentiende eeuws pand aan een Utrechtse gracht. Hoe ze tegenover me stond. Zij: lang en statig en ik: klein en van provinciale afkomst.
Mijn vriendin en ik logeerden dat weekend in het ouderlijk huis van die jongen. Ik weet niet meer waarom. We waren alledrie begonnen met de (oerstomme) lerarenopleiding Nederlands in Nijmegen en hadden elkaar zo leren kennen.
Tijdens die logeerpartij werden we door zijn moeder ingewijd in een familiegeheim: Hema-taart in een doos van een dure banketbakkerij stoppen.
'Niemand die het merkt,' zei ze. Ik herinner me de triomfantelijke blik waarmee ze het vertelde. Ook weet ik nog goed wat ik dacht.
Ze had meer op met mijn dartele vriendin dan met mij. Wat logisch was. Ik was donker, zwijgzaam en onuitstaanbaar schuchter. Zij was licht, open en buitengewoon spontaan.
Ze gaf mijn vriendin haar oude hippie-kleren om te passen. 'Het is eerder iets voor haar dan voor jou,' zei ze en glimlachte. Dat had die moeder heel goed gezien.

zaterdag 27 december 2014

Kerstdag 2

Op tweede kerstdag bezochten we het Maasziekenhuis te Boxmeer. Op een paar ambulances na was het parkeerterrein leeg. We parkeerden de auto naast het bord Mortuarium en spoedden ons naar de voorkant van het gebouw.  Naar de spoedeisende hulp. Man droeg de vierjarige voorzichtig naar binnen.
'Het ruikt hier naar gebakken vis,' zei een oude man zodra we in de wachtkamer zaten. Hij begon te snuiven. Om ons heen hing een loodzware walm van gebraden vlees en vis.
De vierjarige zat doodstil en lijkbleek op schoot bij man. De oude man keek angstig naar de rode vlekken op haar gezicht.
'Dat is ketchup,' zei man kortaf.
'O zo,' zei de oude man.

maandag 22 december 2014

For sale roze jas never worn

Onderweg naar de De La Mar, we hadden nog een kwartier, kocht ik plots een lange, roze jas. In de aanbieding. Oud-Roze, zei ik tegen mezelf. Dat is mooi. Een keer iets anders. Geen geld voor zo'n jas.
'De jas dóét echt iets voor je,' zei de verkoopster. 'Zie je dat?'
'Ja,' zei ik.
Ik keek in de spiegel en dacht steeds aan mijn roze zachte badjas van weleer. Ook zag ik een reuzenbig. Maar dat was vast flauw.
'Als ik die jas aantrek ben ik net een Barbie,' zei de verkoopster. 'Maar jij helemaal niet.'
'O, is het een Barbie-jas?'
'Het komt alleen omdat ik blond ben,' zei ze.
Ik pakte een bordeauxrode jas uit het rek, drie keer zo duur. De snit van een poncho.
'Tja, deze jas doet dus niets voor je.'
'Maar u ziet toch zeker wel aan mij dat ik nooit roze jassen draag?'
'Des te leuker. Toch?'
'Ik heb nog nooit aan een roze jas gedacht.'
'Precies daarom juist,' zei ze.
Toen moest mijn vierjarige heel nodig poepen.

donderdag 18 december 2014

Goed materiaal

We hadden alledrie een schaal in onze hand en liepen er voorzichtig mee over het trottoir. Uit alle deuren kwamen ouders en kinderen met schalen die waren bedekt met zilverfolie. Ze trokken door het donker in de richting van de school. Naar het kerstdiner.  De negenjarige nam gehaktballetjes mee die de avond ervoor door man waren gemaakt. En ik bakte die middag kerstkransjes voor de vierjarige. Het moest niet moeilijk zijn. Ze zagen er ook perfect uit. Maar als je die dingen ook maar een paar minuten te laat uit de oven haalt, is het gedaan met de smaak. Ze waren donkerbruin. Ook een gouden lintje er om maakte ze niet eetbaar.
Veel ouders gingen borrelen in de aula van de school, maar ik verliet het eiland om te gaan lesgeven elders in de stad. De cursisten hadden een kerst uit hun jeugd beschreven. Overal was het een ellendige, bedrukkende, verstikkende en anders wel een dwangmatig gezellige bedoening.

woensdag 17 december 2014

Licht

Het lijkt nog middenin de nacht. Maar het is ochtend. De blonde en de brunette dansen op I want to break free vlak voor de kerstboom met gekleurde flikkerende lichtjes en  nieuwe rode ballen. Ik dek de ontbijttafel af en zet de afwasmachine aan. Na I want to break free jaag ik ze naar boven voor de rituele gevechten bij de wastafel, het haren kammen, tandenpoetsen.
Buiten lopen we alledrie gebogen tegen wind en regen in. Hand in hand. Steeds krommer. Op deze manier proberen we ónder de donkerte door te lopen. De duisternis handig te ontwijken.

dinsdag 16 december 2014

Waarheid

Toen ik terugkwam van het rennen, vertelde Fabio me dat ik de waarheid moest gaan zoeken. Geen fictie.Hij begon over de nieuwe wereldorde. De Illuminaten. Een geïmplanteerde chip die ons altijd en overal kan identificeren. Hij noemde het getal zes-zes-zes en een openbaring in de bijbel.
Fabio stond net te dichtbij. Hij zei: de waarheid is ergens. De plus glazen in zijn bril maakten zijn ogen buitenaards groot. Ik deed een stapje naar achteren, hij weer één naar voren.
'Het gebeurt toch soms dat je verhalen waarheid worden,' zei hij, 'of niet dan?'
'Ja,' zei ik. 'Wil je nog muziek vandaag?'
'Sky radio,' zei hij, 'of 100 % NL.'
Ik zocht 100%  NL voor hem op de radio en verdween naar mijn werkkamer: 'Jij moet zoeken naar de waarheid. Anders is alles zinloos,' riep hij me na.

zaterdag 13 december 2014

Verbinding

Er is hier in huis iets mis met de verbinding. De muziek valt bijvoorbeeld steeds weg. De negenjarige kijkt op youtube naar de tovertruc om van twee gebroken touwtjes weer één touwtje te maken. Maar ook de uitleg wordt steeds onderbroken. Vannacht fietste ik kei hard heen en weer door de nacht en dronk gin-tonics bij de jarige uitgeverij. Een imposant feest. Ik stond met mijn gin-tonic onderaan de trap toen Remco Campert met een heel grijs gevolg naar beneden kwam en het pand verliet. Daar keek ik naar. Dat was een mooi beeld. Misschien voelde ik op moment iets van verbondenheid.

donderdag 11 december 2014

Herinnering

Ze stond doodstil op straat toen ik eraan kwam gefietst. Een weifelende postbode in een beige pak met oranje manchetten. In het oog van de storm.  Ze was lang, droeg een gele muts en in haar hand een paar  kleine pakketjes die voor mij zouden kunnen zijn maar het niet waren, want ze was bezig met oversteken. Ik keek kort in haar groene waterige ogen. Zij in de mijne.
Er lag niets op de mat toen ik binnenkwam. Ik verwachtte ook geen pakketjes. Wel zou ik graag weer eens een echte handgeschreven brief van vijf of zes kantjes ontvangen. Ik bedenk nu dat de laatste echte brief die ik ontving nog niet eens van zo heel lang geleden is. Via de uitgeverij belandde hij op mijn mat. Het was een prachtige, goed geschreven brief van een oudere man die van mijn schrijven hield en hij legde uit waarom en hij wachtte op meer. Ik heb 'm heel vaak gelezen maar voor ik terug kon schrijven was de brief al verdwenen.

dinsdag 9 december 2014

Buiten

Met mijn rugzak vol boodschappen, een prei stak uit, fietste ik vanmiddag de school voorbij waar de meisjes op dat moment waren. Ik wist achter welke ramen ze zich zouden moeten bevinden, de blonde en de donkere, maar ik zag ze niet.
Een gigantisch gebouw en er keek niemand naar buiten.
Het was koud, mijn vingers rood en droog, en ik dacht aan toen ik vroeger zelf op de basisschool zat en dat ik me daar nu nog zo verrekte weinig van herinner. Behalve het naar buiten kijken. 

maandag 8 december 2014

Identiteitsverwisseling

Op een ochtend was ik in een mistig bos met open plekken. In het struikgewas hield zich een merkwaardig beest verborgen. Een mythisch wezen. Het was een kruising tussen een neushoorn en een enorm varken. Met vieze oudroze vellen. Het was een loeder. Het wilde daar blijven zitten.
Toch riep ik het.
Het volgende moment was ik dat beest. Ik sjouwde met het beest om me heen door het bos. De open plekken waren verdwenen. Er was nauwelijks nog licht. Ik ging op zoek naar een betere plek. Maar die kon ik niet vinden. Ik moest op de een of andere manier van het beest af zien te komen zonder mezelf erbij weg te doen.

zondag 7 december 2014

Hecht

Het was zondag. We ruimden op. Ik ben niet dol op opruimen maar wel heel erg fijn vind ik het om dingen weg te gooien. Als ik in een bepaalde bui ben, kan ik alles wegdoen. Het is simpeler dan ordenen. Ik hecht aan niets, behalve dan toch aan de navelstreng van de jongste, heb ik net gemerkt.
Of is die streng van mij? In elk geval  het inmiddels half vergane zwart geworden stukje vlees waarmee we viereneenhalf jaar geleden nog aan elkaar vast zaten, lag in een plastic bak met oude sleutels, paperclips, knikkers, pasfoto's en haarspeldjes. Versteend. Aan een witte knijper.
De bak lag al in de vuilniszak, nu alleen de streng nog.
Weer hoorde ik de woorden van de verpleegkundige: 'Als je kind ziek wordt, kan dit levensreddend zijn. Hier zitten stamcellen in.'
De navelstreng van de oudste bewaarde ik in mijn sieradenkistje. Ik heb er al eens over geschreven. De vreselijke geur toen ik het kistje eens opendeed, de krioelende maden. Die navelstreng was weer gaan leven. En ik moest hem wel weggooien.
Ik kan deze ook net zo goed weg flikkeren. Later wil ze hem ook vast niet hebben. Als leuk rekwisiet.
Maar in plaats daarvan deed ik er een boterhamzakje om.

vrijdag 5 december 2014

Identiteit

De hele school zat buiten te wachten tot de Sint op het schoolplein arriveerde, en jawel: hij arriveerde! Sinterklaas, Opa Piet, Blauwe Piet, Clown Piet en Roet Piet. De kinderen scandeerden dit jaar niet massaal Sinterklaas! Sinterklaas! Sinterklaas! Maar riepen en masse: Opa Piet! Opa Piet! Opa Piet!
Het vreemde nu was dat de Sint gespeeld werd door Peter Faber die in het echt opa Piet is. Dus daar stond Sinterklaas die Opa Piet was, midden op het schoolplein te kijken en te luisteren naar zijn eigen enorme succes. Het kon allemaal. Volgens mij hebben we er een nieuw icoon bij.


woensdag 3 december 2014

De dag begon

In de ochtend hoorde ik wel heel droevige operamuziek van beneden komen. Ik kleedde me aan, buiten was alles grijs, koud, de blaadjes zaten niet meer aan de bomen,  de meisjes waren net naar school vertrokken, ik dacht aan een aflevering op tv waarin een zieke moeder afscheid nam van haar zoontje, de column die ik net las over de dood van een hond en een man die bezig was zijn gezin te verlaten.
'Hee! Is dit soms een requiem?' riep ik toen naar beneden.
'Nee, dit gaat over Orpheus en Eurydice,' riep hij.
'Kan er geen vrolijker muziekje op?'
'Dit is heel mooi toch?'
'Ja, maar de dag moet nog beginnen.'
Even later zei hij: 'O ja, dit is de afscheidsscène.'
'Ik wil een ander lied.'
Hij riep: 'Ik neem de Ipad mee, dus dan houdt de muziek vanzelf op.'
Even later  hoorde ik 'daag' en de voordeur knalde dicht. Het was heel stil in huis.



dinsdag 2 december 2014

Kompas

'Ik ben verdwaald, Elkie,' zegt Fabio.
'O, maar dat ben ik ook,' zeg ik. 'Wie niet?'
De schoonmaker kijkt me aan vanachter zijn beslagen brillenglazen. Hij denkt iets, maar ik weet niet wat. Een kort moment staan we zo tegenover elkaar in de keuken. De verdwaalden. We weten niet wat de ander denkt. We zouden het kunnen vragen misschien?
Hij poetst zijn bril op en zegt dat het koud is in Nederland, dat het nog veel kouder wordt. Hij is een paar maanden geleden uit Brazilië weggegaan en nu wil hij terug. Maar als hij daar is, wil hij terug naar hier. Hij weet niet wat het beste is. Ik draai me om en loop op kousenvoeten de trap op, naar mijn werkkamer.

maandag 1 december 2014

Moeder hield vol

Het was de hele dag hommeles in huize H. De zusters hadden naar elkaar geschreeuwd, gescholden, er was geduwd, geknepen en soms vielen er klappen. 's Avonds mochten ze de schoen van mij niet zetten. De negenjarige kon dit absoluut niet verkroppen.
'Dit is de consequentie van je gedrag,' zei ik.
'Ja, maar ik wist niet dat je het méénde,' schreeuwde ze.
'Dacht je dat ik zomaar wat zei?'
'Als jij iets zegt, doe je het toch nooit! NOOIT DOE JE WAT JE ZEGT.'
'Precies,' zei ik, 'En als ik nu wéér niet doe wat ik zeg, heb je gelijk.'
Ik zag dat ze spijt had van haar eigen argument. Maar ze gaf zich niet gewonnen. Ze bleef doorgaan. Ze kende me. Ik had al lang genoeg van die schelle boze stem. De vierjarige hield zich intussen opvallend afzijdig. Ze bemoeide zich in het geheel niet met de discussie en liep al in haar pyjama voor ik iets gezegd had. Een mierzoet glimlachje op haar gezicht.
Even later zag ik de kleine regenlaars met het sterrenpatroon staan bij de voordeur. Ik hoorde haar heel zacht 'Zie ginds komt de stoomboot,' zingen. Boven tierde haar zuster.