Het was zondag. We ruimden op. Ik ben niet dol op opruimen maar wel heel erg fijn vind ik het om dingen weg te gooien. Als ik in een bepaalde bui ben, kan ik alles wegdoen. Het is simpeler dan ordenen. Ik hecht aan niets, behalve dan toch aan de navelstreng van de jongste, heb ik net gemerkt.
Of is die streng van mij? In elk geval het inmiddels half vergane zwart geworden stukje vlees waarmee we viereneenhalf jaar geleden nog aan elkaar vast zaten, lag in een plastic bak met oude sleutels, paperclips, knikkers, pasfoto's en haarspeldjes. Versteend. Aan een witte knijper.
De bak lag al in de vuilniszak, nu alleen de streng nog.
Weer hoorde ik de woorden van de verpleegkundige: 'Als je kind ziek wordt, kan dit levensreddend zijn. Hier zitten stamcellen in.'
De navelstreng van de oudste bewaarde ik in mijn sieradenkistje. Ik heb er al eens over geschreven. De vreselijke geur toen ik het kistje eens opendeed, de krioelende maden. Die navelstreng was weer gaan leven. En ik moest hem wel weggooien.
Ik kan deze ook net zo goed weg flikkeren. Later wil ze hem ook vast niet hebben. Als leuk rekwisiet.
Maar in plaats daarvan deed ik er een boterhamzakje om.
zondag 7 december 2014
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten