Het was de hele dag hommeles in huize H. De zusters hadden naar elkaar geschreeuwd, gescholden, er was geduwd, geknepen en soms vielen er klappen. 's Avonds mochten ze de schoen van mij niet zetten. De negenjarige kon dit absoluut niet verkroppen.
'Dit is de consequentie van je gedrag,' zei ik.
'Ja, maar ik wist niet dat je het méénde,' schreeuwde ze.
'Dacht je dat ik zomaar wat zei?'
'Als jij iets zegt, doe je het toch nooit! NOOIT DOE JE WAT JE ZEGT.'
'Precies,' zei ik, 'En als ik nu wéér niet doe wat ik zeg, heb je gelijk.'
Ik zag dat ze spijt had van haar eigen argument. Maar ze gaf zich niet gewonnen. Ze bleef doorgaan. Ze kende me. Ik had al lang genoeg van die schelle boze stem. De vierjarige hield zich intussen opvallend afzijdig. Ze bemoeide zich in het geheel niet met de discussie en liep al in haar pyjama voor ik iets gezegd had. Een mierzoet glimlachje op haar gezicht.
Even later zag ik de kleine regenlaars met het sterrenpatroon staan bij de voordeur. Ik hoorde haar heel zacht 'Zie ginds komt de stoomboot,' zingen. Boven tierde haar zuster.
maandag 1 december 2014
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten