De leeuwen komen er aan. Ze brullen om het hardst. Er is een stolp over ons heengezet. Een koepel die de hemel moet voorstellen. Het is allemaal nep. De wereld is nagebouwd. We spelen met z’n allen in een realitysoap. Don’t dream your life staat met grote letters op de muur in de toiletruimte. Iemand wil ons waarschuwen.
De olifanten trompetteren. Ze zullen ons verpletteren.
De maan is prachtig vol, of hangt die ook hierbinnen? Het onweer barst in de jungle om de zoveel tijd met een enorme kracht los. Net zoals de regen steeds weer bij bakken uit de hemel valt, maar nooit bij de lodges waar we logeren; mijn moeder, Jeetje, Deetje en ik. Wij worden nooit echt nat. Dat is juist fijn.
De tropische vogels die hier vliegen zijn echt, ja die zijn zeker wel echt. Je kunt ze voeren. Die zijn zo mooi. Die zie je hierbuiten niet. Of is er geen binnen en buiten soms? Is dit het?
Het water dat over de rotsen stroomt, is echt water, je kunt er nat van worden, maar de waterval is gemaakt en ook de rotsen zijn hier speciaal zo neergelegd zodat wij erover en eronder kunnen kruipen. Zonder scherpe randjes.
Mijn moeder is mijn moeder en van vlees en bloed. Dat is fijn. Ze is bijna vijfenzestig jaar. Dat vieren we. Ze zit naast me op de veranda. We zitten er samen. Zij en ik. Met echte wijn. In een plastic glas. Het is rond middernacht. Binnen liggen de meisjes te slapen onder hun klamboe. Hele echte dochters. Toch?
Een zoveelste krijs van een mensaap in nood. De leeuwen komen er steeds weer aan. De krekels blijven hysterisch krekelen. De olifanten trompetteren in mijn nek. Misschien word ik gek. ‘Dit zal een ervaring worden om nooit meer te vergeten’, hoor ik de mevrouw in safarikleding keer op keer zeggen.
‘We zitten in een stolp,’ zeg ik rustig. ‘De lucht is hier niet echt. Hoe moeten we ademen? Hoe komen we hier eigenlijk uit? Weet jij dat? Weet jij misschien waar de uitgang is, mama?’
maandag 25 januari 2016
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten