vrijdag 12 februari 2016

Mag ik iets zeggen?

Ik wil net naar bed gaan als er wordt aangebeld. Het is half elf 's avonds. Ik denk aan een buurvrouw die iets nodig heeft. Maar door het glas zie ik dat er een  onbekende Surinamer van een jaar of vijftig/zestig voor de deur staat. Hij kijkt een beetje lodderig uit zijn ogen. Hij lijkt op mijn opa die volgens mij precies vandaag, 25 jaar geleden is overleden. De opa in de Mercedes die tot zijn eigen ellende altijd aangehouden werd bij de grens om zijn paspoort te laten zien. De opa met het bruine hoofd en de melkflessen als benen.
We  kijken elkaar aan door de ruitjes van de voordeur. Nooit bellen er vreemde mannen aan. Nu zit man in Zweden en meteen - tring -.  De man gebaart dat ik open moet doen. Hij heeft ook iets verdrietigs of hij speelt verdrietig.
'Doe eens open.' Hij staat bijna met zijn neus tegen het glas. 'Ik wil iets zeggen.'
'O?'
'Mag ik iets zeggen?'
'Nee.'
'Mag ik iets zeggen?' Hij praat harder.
'Eigenlijk niet,' roep ik.
Ik draai me om en loop het halletje snel uit, doof de lichten en verdwijn snel naar boven. Als opa mij na een kwart eeuw nog iets wil komen zeggen, moet ie dat niet om half elf 's avonds doen.
Dat weet hij zelf ook wel.

Geen opmerkingen: