maandag 15 februari 2016

Tien Jaar


Op vrijdagavond deed ik mascara op haar trillende oogleedjes, lippenstift, verdween ze om half acht met een schaal worstjes in een vreemd huis om er pas om elf uur weer uit te komen.
Op zaterdag hing ze in pyjama, met spierwit snuitje, voor de computer en deed een online spel. 'Misschien is dat aardige meisje dat jou steeds cadeautjes geeft, wel een vieze veertigjarige man,' zei ik. 'Pas erop! Denk erom.'
Op zondagavond stond ik bij de halte op ons eiland te wachten op tram 26. Het was donker. Het regende. Het was koud. In de verte zag ik de twee felle koplampen uit de richting van centraal station komen. Het rood/zwart geblokte jasje stond voor de deur. De blonde paardenstaart. De hand met de tramkaart in de aanslag. De concentratie op haar gezicht. De deuren gingen open.
Zodra ze me zag, lachte ze breed, gaf haar portemonneetje. De tramkaart. De hele verantwoordelijkheid. Het was allemaal weer voor mij.



Geen opmerkingen: