Ik ben van omgeving veranderd. We zijn van omgeving veranderd. We zijn naar het noorden van het land gegaan. Naar een voormalig gevangenisdorp. We zijn er in een oude pastorie terechtgekomen, met elf kamers en een enorm stuk grond. Het is avond. Buiten loeit/kraait/schreeuwt/roept een pauw. Binnen een vioolconcert van Bach. In één van de kamers op de eerste verdieping ligt de bijna jarige - het bevrijdingskind - Deetje te slapen, beneden in de voorkamer maakt Jeetje alvast een tekening voor haar verjaardag, en in de achterkamer zit man op een stoel met zijn leesbril op. Tegenover hem, boven de bank, hangt een immens schilderij van de pastoor die hier jarenlang in zijn eentje gewoond heeft en wiens geest hier nog altijd is. Dat voel je. Hij heeft een aardige blik in zijn ogen.
Toen ik daarnet de kamer verliet om hier dit stukje te gaan typen, om te kijken hoe of dat gaat in zo'n pastorie, zag ik dat man exact dezelfde houding had aangenomen als die van de pastoor op het schilderij. Alsof hij voor een spiegel zat te lezen. Hij had alleen geen bijbel in zijn hand, maar een ander boek.
Ik zit nu in een kamer aan een bureau waar veel schrijvers voor mij gezeten hebben. In dit huis zijn al heel wat boeken geschreven. Ook dat voel je. Hier moet het mogelijk zijn. Sommige boeken zijn er afgemaakt, andere romans zijn hier ontstaan. Nu zijn ze er nog alle drie. Over een paar dagen ben ik hier alleen.
maandag 2 mei 2016
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten