zondag 24 juli 2016

Een kijkje achter de schermen dan maar

Mijn schoonzus merkte op: 'Je wordt de laatste tijd wel héél persoonlijk in je blog.'
Ik schrok.
Ik kon haar niet peilen door haar zonnebril. Vond ze het heel persoonlijke verwerpelijk? Hoorde ik hier de subtekst: 'Pas op je woorden jij.' Of was het niet meer dan een constatering. Een droge observatie?
'Dat is nu eenmaal zo als je met mij te maken hebt,' zei ik kortaf.
'Dus dan hebben we pech.' Ze giechelde.
In wezen wel, dacht ik. Ik vond het niet erg aardig gedacht van mezelf. Het had iets van: 'Pas maar op of ik schiet.' Dat zit er - eerlijk is eerlijk - toch óók bij. Iets links.
Ik dacht aan de bijbeltekst: 'Wat gij niet wil dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet.'
Ik dacht ook: maar ik bén niet veel persoonlijker dan anders. Het onderwerp van mijn observaties verschuift met de tijd, met de dingen die er in mijn leven gebeuren. Dit is een onrustige fase. Het is maar een splinter op een dag die ik hier opschrijf. Een splinter die ik heel bewust uitkies. Ik probeer niemand anders dan mijzelf onder de loep te leggen. En dan ook nog maar eens een klein stukje van mezelf. Ik abstraheer verschrikkelijk. In een poging van het hele persoonlijke iets universeels te maken.
Maar goed: ik leef niet alleen. Man wordt tegenwoordig inderdaad weleens op een tekstje van mij aangesproken. Terwijl hij daar niet om gevraagd heeft. Dat is zeker waar. Híj vindt het trouwens prima wat ik opschrijf. Hij weet heel goed dat Man niet meer dan een afsplitsing van hem is, en identificeert zich er nooit één op één mee. Op mijn beurt weet ik heel goed wat ik wel en niet op kan schrijven als het over ons gaat. En als ik twijfel, laat ik het eerst lezen. 'Kan dit denk je?'
Het lijkt toch op rechtvaardigen, wat ik nu aan het doen ben.
Gisteren zei een vriendin: 'Jullie leven is meteen materiaal.'
'Ja, nou ja...'
Ze zei: 'Hij zou niet eens dúrven zeggen als hij het niet prima vond.'

Ik zal even goudeerlijk zijn: in het stukje dat ik gisteren postte, waren het in werkelijkheid geen vier stoelen, maar nog een paar meer. Ik geloof zes. Als ik op zou hebben geschreven dat man een stuk of wat stoelen weghaalde, was het niets geweest. Het ging om vier min één. Ik gebruikte de stoel als symbool. Om de tekst sterker te maken, liet ik er een paar weg. Is het nu je dit weet een minder wáár stukje?
Ik wilde het gevoel van buitengesloten worden, beschrijven.
Ook zijn we vóór ze vertrokken twee nachten met z'n vieren aan zee gaan kamperen. (Met z'n vijven zelfs om de volledige waarheid te vertellen. We namen een buurmeisje mee.)
Ook zullen we nadat ze terugzijn uit Frankrijk met het gezin twee weken in de Dolomieten gaan wandelen. Als God het blieft.
Meer weet ik niet over de toekomst.

Ik lees net het interview met Hagar Peeters in Trouw, met als kop De waarheid moet je liegen. Ze zegt: 'Door de essentie eruit te halen, doe je de waarheid geweld aan. Je gebruikt wat je nodig hebt. Dat is de kunst.'

Dat is allemaal best ingewikkeld uitleggen aan mensen die daar niet hun vak van hebben gemaakt. Het is soms ook ingewikkeld als je er wel je vak van hebt gemaakt. Zo modderen we voort.



Geen opmerkingen: