dinsdag 13 september 2011

Protest

Deetje (bijna anderhalf) wil niet meelopen naar de crèche, dus draag ik haar. Ze knijpt me hard in mijn nek terwijl ik loop. De glijbaan in de hal vindt ze altijd geweldig. Vandaag ook. Al juicht ze er niet bij. Al glijdt ze er niet vanaf. Vandaag gaat ze achterstevoren de trap op. Rechtopstaand. Achteruitlopend. Ze blijft mij daarbij recht aankijken.
'Je moet je omdraaien, Deetje,' zeg ik. 'Je kunt vallen zo.'
Ze geeft geen krimp, loopt de trap af en gaat dan weer achteruit omhoog. (x 100)

Als ik wegga, ligt ze voor dood - met haar armen en benen gespreid - op de vloer. En kijkt mijn kant op.
Het boekje over de dierentuinbeesten dat ik haar voor wilde lezen, heeft ze een paar keer uit mijn handen geslagen, voordat ze het tenslotte zelf de ruimte in slingert. Ze laat zichzelf achterover op de grond vallen. Zo blijft ze liggen. Tot ze uiteindelijk één been optrekt, en haar ene schoen begint uit te trekken, dan haar andere schoen en haar sokken. Haar donkere wenkbrauwen gefronst, een pruillip.
'Hier zien we een typische boze peuter,' zegt de leidster. 'Dat is normaal.'
Ik zie ook die blik in haar oogjes. Word ik nu nog niet begrepen? zeggen die. Het is mij best duidelijk: ze heeft geen zin vandaag. Maar ze moet van mij. Ik laat haar gewoon achter.