Deze column verscheen vandaag in De Brug:
Mijn dochter (7) heeft
een grote pleister op haar knie als ze thuiskomt uit school. Ze is maar net
ontsnapt aan de kinderlokker op het schoolplein, zegt ze.Ik had vandaag
een mail ontvangen van de directie over de kwestie. Of we die voorzichtig met
ons kind willen bespreken. Sinds een week of
twee loopt er op IJburg een man rond die onze kinderen met lolly’s zijn wagen in
probeert te krijgen, ook toont hij ze soms zijn penis. Aangenomen wordt dat het
meerdere mannen zijn. Maar ik wil het probleem niet groter maken. Het kan net
zo goed om een vrouw gaan natuurlijk. Meerdere vrouwen. Men gaat er vanuit dat
dat niet zo is omdat de meeste vrouwen geen penis hebben. Toch denk ik soms aan
al die vriendelijke crècheleidsters die hun gang kunnen gaan. Hoe goed kennen
we ze eigenlijk? Niemand die hen verdenkt. Maar ik wil nu vooral geen problemen maken
waar ze niet zijn.
Ik ga naar
buiten. Mijn dochter staat inmiddels samen met het buurmeisje op het trottoir. Het
buurmeisje vraagt wat er met haar knie gebeurd is.
‘O, de
kinderlokker was bij mij op het schoolplein.’
‘De wat?’
‘De kinderlokker.’
‘Daar heb ik nog
nooit van gehoord.’
‘Die lokt
kinderen.’
‘O, dat wist ik
niet.’
‘Ja,’ zegt mijn
dochter. ‘Hij vroeg of we in de auto wilden komen en hij strooide met lolly’s.’
‘En is dat leuk
of niet leuk? Die kinderlokker?’ Het buurmeisje aarzelt.
‘Niet leuk’, zegt
mijn dochter. ‘Ik ben weggerend en toen dus gevallen.’
Ik luister naar hun
gesprek en zeg af en toe dat het best wel meevalt. Dat ik niet denk dat hij echt
een spoor van lolly’s achterliet. Dat ze niet bang moeten gaan worden op
straat. Dan vraagt het
buurmeisje: ‘Maar wat doet een kinderlokker dan met de kinderen nadat hij ze
gelokt heeft.’
‘Het gaat er
gewoon om dat je je niet mee laat lokken, zeg ik. ‘Dat is alles.’
‘O,’ zegt ze. Een
heel goed antwoord vind ik het ook niet.
‘Weet je ,’ zeg
ik, ‘we moeten het probleem nu niet op gaan blazen. Zoveel van die mensen zijn
er niet. Geloof me. De ergste bedreiging voor kinderen is nog altijd gewoon hun
ouders.’
‘Wat bedoel je?’
zegt mijn dochter.
‘Je eigen ouders
zijn het àllergevaarlijkst voor je. Dat is wetenschappelijk bewezen. De grootste
doodsoorzaak onder kinderen is hun eigen papa of mama. Snap je? Het zijn
meestal helemaal geen vréémde mannen die nare dingen met je doen.’
De kinderen
kijken me aan. Al met al heb ik niet het gevoel dat ik het verhaal goed heb
weten te ontzenuwen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten