We luisterden naar drie Vlaamse schrijvers in het NRC gebouw. Kristien Hemmerechts was erg lang aan het woord over het verschil tussen fictie en non-fictie schrijven. Waar het steeds weer op neerkwam was dat je bij fictie vrijer was om te schrijven over mensen die je kende dan bij non-fictie. Je hoefde alleen de naam te veranderen en kon je gang gaan. Terwijl je je bij non-fictie meer aan feiten en fatsoensregels diende te houden. Dat kon wel waar zijn. Maar toch klopte er iets niet aan haar betoog. Misschien omdat het er op leek dat het er in het schrijven om ging zoveel mogelijk over anderen te schrijven zonder dat ze dat in de gaten hebben. Ze praatte over schrijven om wraak te nemen en over weinig vrienden overhouden als je alles eerlijk zou beschrijven.
Karl Ove Knausgard, de schrijver van die hele dikke autobiografische boeken over zijn dagelijkse leven, de stream of consciousness methode, kwam ter sprake en dat hij inderdaad nog maar weinig vrienden scheen te hebben. (Hij staat hoog bovenaan mijn leeslijst trouwens)
Ze sprak over schrijven over je ouders, je familie en over bekenden, het kon eigenlijk allemaal middels fictie of non-fictie, behalve schrijven over je kinderen. Dat deed je niet. Heel af en toe kwam debutante Griet op de Beeck er tussendoor en die zei dat het familie kerstfeestje na haar debuut inderdaad minder leuk was dan daarvoor. Maar dat had ze er voor over. Ook Peter Terrin mocht soms iets zeggen en hij zei dat het wel kon; schrijven over je kinderen.
'Maar niet over hun kleine kantjes,' zei Kristien Hemmerechts.
Hij zei dat hij geen wraak wilde nemen op zijn kinderen.
'Daar gaat het ook niet om,' zei Kristien.
Nu kan ik me niet meer precies herinneren hoe Peter Terrin het zei en wat hij zei, maar wat ik nog wel weet is dat ik het met hem eens was.
zaterdag 23 maart 2013
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten